Niet-weten is geen onwetendheid.
Het is geen hoger weten.
Het is ‘weten’ en ‘niet weten’ tegelijk.
Het is het smeltpunt van ‘weten’ en ‘niet weten’.
Niet-weten is het punt waarop je niet langer meent iets te weten en niet langer meent niets te weten.
Zhi wu zhi heet dit in hoofdstuk 71 van de Daodejing: ‘weten niet weten’.
Weten zonder weten, zeggen wij, wetend niet weten.
Niet-weten is het punt waarop je niet langer meent iets te doen en niet langer meent niets te doen.
Wei wu wei heet dit in de Daodejing: ‘doen niet doen’.
Doen zonder doen, zeggen wij, doende niet doen.
Niet-weten is het punt waarop je niet langer meent iemand te zijn en niet langer meent niemand te zijn.
Zijn zonder zijn, kan je dat noemen, zijnde niet zijn.
Niet-weten is het punt waarop je niet langer iets gelooft en niet langer niets gelooft.
Geloven zonder geloven, gelovend niet geloven.
Niet-weten is oordelen zonder oordelen.
Hechten zonder hechten.
Spreken zonder spreken.
Hebben zonder hebben.
Denken zonder denken.
Willen zonder willen.
Niet-weten is het punt waarop je niet langer meent op een of ander punt te zijn.
Niet-weten is geen-punt.