‘Eigenlijk weet je niet eens dat je niet eens weet dat je niets weet’, zei ik, en stelde voor om dat het onononzekerheidsprincipe te noemen.
Is dat dan tenminste wel waar – of onwaar desnoods?
Natuurlijk niet.
Eigenlijk weet je niet eens dat je niet eens weet dat je niet eens weet dat je niets weet.
En zo kunnen we maar doorgaan.
Tot het einde der tijden niet meer valt te onderscheiden van het eeuwige heden of het toekomstige verleden.
Want het ligt nou eenmaal in de aard van een bewering dat ze steeds een of ander weten uitdrukt.
Een oneindige bewering net zo goed.
Hoe we dit nog moeten noemen?
Gewoon.
Het on-on-on-on…