Na veel reorganisaties binnen de politie, kunnen wijkagenten zich door de toegenomen werkdruk soms nog moeilijk verbinden met de problematiek van de mensen uit hun wijk met wie ze dagelijks te maken krijgen. In een sociaal experiment is kunstenaars gevraagd met de wijkagent mee de wijk in te stappen. De vraag is of kunstenaars en vormgevers vanuit hun professie en zienswijze de politie van dienst kunnen zijn en zo disciplines positief en functioneel met elkaar weten te verbinden om problemen op te lossen.
De kunstenaars of vormgevers bevragen alles wat ze zien en ervaren. Door samenwerking en analyse van situaties kan het de agent de ogen openen en hem of haar vanuit een ander perspectief naar wijkproblematiek doen kijken. Dit leidt tot agenten die meer in staat zijn om oplossingen buiten hun vaste takenpakket te zien. Daarmee kunnen ze hardnekkige problemen misschien beter aanpakken. Worden de wijkagenten creatiever en meer oplossingsgericht?
Joop Hoek: ‘Ik heb de door Alexander Oey geregisseerde film gisteren pas bekeken. En zag aan de ene kant ordehandhavers- de politie, en aan de andere kant, soms letterlijk, degenen die ongewenste, soms strafbare feiten plegen, opgespoord en vervolgd dienen te worden volgens ons strafrechtsysteem en maatschappelijke normen en waarden. Dat opsporen doet de politie die ook het geweldsmonopolie heeft. Kunstenaars doen een poging politiemensen anders te laten kijken naar de daders en/of verstoorders. Waarom doen die ze wat ze doen? Een prijzenswaardig en loffelijk project. Dus niet direct in de boeien slaan maar de mens en het gedrag, het waarom van het handelen van de ander zien.
De camera nam mij mee naar de Rotterdamse Provenierswijk waar drugsverslaafden beschutting zoeken in portieken van woningen. Een wijkagente wordt begeleid door twee (social) kunstenaars die op een andere creatieve wijze een oplossing voor dat probleem moeten adviseren. Hoe krijg je die lui het portiek uit?
We horen ze meeluisteren met bewoners die last hebben van de verslaafden. Het resultaat was nogal armoedig: een hek voor de trap naar boven om de junks te weren. Ik zag de kunstenaars de hoogte en breedte van de doorgang opmeten. Zo kan ik het ook. Het is het verplaatsen van een probleem, de junks gaan gewoon een deurtje verder om te spuiten, te roken en een dak boven het hoofd te hebben. De wijkagent was blij- ze kan nu wat meer tijd besteden aan andere problemen in haar wijk. De kunstenaars waren ingehuurd door de politie om creatieve oplossingen te bedenken maar liepen tegen de tralies van een hek aan. Binnen en buiten, wij en zij.
In Amsterdam zag ik twee wijkagenten gesprekken voeren met jongeren. De een had geen verblijfspapieren maar zat toch in Havo 4 en twee krakers vertelden over hun problemen met huisvesting. Een leegstaand pand was hun huis, ze hadden het vertimmerd en kookten ook voor de buurt. De kunstenaar en de wijkagenten hoorden begrijpend de verhalen aan en vonden het ook dapper dat het meisje zonder verblijfsvergunning over haar leven vertelde.
Ook hier zag je het faillissement van het project, hoe positief dat ook in de wereld is gezet. Politiemensen dienen de wet te handhaven, zonder willekeur. Vrouwe Justitia heeft zelfs een blinddoek voor. Ze mogen niet de een begripvoller benaderen dan de ander omdat je weet waarom die zo handelt of dat hem of haar kent. Dat oordeel is aan de rechter. Natuurlijk is het waardeloos als je geen verblijfspapieren hebt, of geen huis kan huren doordat zelfs een Prins van Oranje huisjesmelker is geworden. En je zal maar junk zijn en steeds uit een portiek worden getrapt. Ik vrees dat die problemen met oprukkende populistische politieke partijen in ons land de norm zullen worden of al zijn. Meer hokjes, meer hekken.
Ik ken van nabij een jonge vrouw die bij de politie vertrok omdat ze naast haar gewone politiewerk niet de ruimte kreeg om sociaal bezig te zijn als agente in de samenleving. Gezinnen helpen die in de problemen dreigden te komen en zo dreigende criminaliteit te voorkomen. Daar was de politie niet voor, vertelde de leiding haar.
Oey maakte een mooi portret van wetshandhavers die vanuit een andere optiek naar mensen wilden kijken. Zich wilden verplaatsen in die persoon, niet tegenover hem of haar zitten, maar ernaast, dezelfde richting uitkijkend. Een politiemens is een maatschappelijk werker maar ook weer niet.’