In het Westen kreeg hij faam als filmregisseur op filmfestivals als Cannes, in het Verre Oosten staat hij bekend als een toegewijde, onorthodoxe boeddhistische leraar. Khyentse Norbu, ook bekend als Dzongsar Khyentse Rinpoche (1961) werd op zevenjarige leeftijd erkend als een vooraanstaande incarnatie in de Tibetaans traditie. Hij is de geestelijk leider van kloosters in Tibet, Bhutan en India en leidt het grootste vertaalproject ooit van boeddhistische teksten genaamd: “84000”.
In de documentaire zien we hem in Nepal op de set van zijn nieuwste film “Looking for a Lady with Fangs and a Moustache”, waar hij moeiteloos schakelt tussen regie en het uitvoeren van oeroude boeddhistische rituelen. Khyentse Norbu is zich als geen ander bewust van de uitdagingen waar het boeddhisme in deze tijd voor staat. Wat blijft er over van de traditionele vormen van boeddhisme en meditatie? Hoe ziet hij zijn rol als leraar in een tijd van social media, globalisering en demystificatie van goeroes? Hoe verenigt hij hedendaagse film met zijn boeddhistisch onderricht?
Khyentse Norbu laat op een fantastische, haast magische wijze zien hoe gebeden aan de godin Tara, en het scheppen van een hedendaagse film niet wezenlijk van elkaar hoeven te verschillen. Beiden hebben het potentieel ons te laten zien wie we zijn.
Hendrik zegt
Het lijkt me dat hij het antwoord op de vraag
“Hoe ziet hij zijn rol als leraar in een tijd van social media, globalisering en demystificatie van goeroes?”
al gegeven heeft in de “statement Guru and Student in the Vajrayana,” die hij schreef naar aanleiding van het gebeuren rondom Sogyal Rinpoche.
Je kunt het verhaal gemakkelijk op het net vinden.
Judith zegt
Voor onwetende kijkers: Tibetaanse leraren werken met een gelofte waarbij je je als discipel volledig geeft aan de leraar. Alles wat hij doet dien je als perfect te zien. Alles dien je geheim te houden. Je snapt dat dit misbruik in de hand werkt. Deze verhalen komen regelmatig naar buiten (recent bij Rigpa en Shambhala).