Vanmorgen heb ik twee jonge goudkarpers gekocht. Ze zijn behoorlijk aan de prijs, maar ze worden ook erg oud, vertelde de vishandelaar. Ik had nog een groot aquarium dat ik met water heb gevuld. Op de bodem ligt zand en gekleurde steentjes. En ook wat spiegeltjes, zodat de vissen de achterkant van het bestaan kunnen bekijken. De vissen moeten natuurlijk aan hun nieuwe omgeving wennen, dat spreekt.
Waarom twee vissen, zult u vragen. Ik heb nieuwe gaven bij mezelf ontdekt: ik ben een vissenfluisteraar. Er zijn paardenfluisteraars, hondenfluisteraars en weet ik veel wat voor raars. Ik voel een binding met vissen, met name met siervissen, die toch een ellendig bestaan leiden in gevangenschap. Als de bodhisattva van de vissen trek ik me hun leed aan. Vroeger was ik lid van het dierenbevrijdingsfront, maar dat heeft agressieve trekjes. Door de tijd heen ben ik milder geworden. Tegenwoordig wil ik dieren niet meer bevrijden maar hun leed verzachten, wegpoetsen als het ware. Ik oefende een tijdje in verpleeghuizen, maakte die cliënten wijs dat hun situatie heel gewoon was, en dat is ze natuurlijk ook.
Opgesloten bejaarden kunnen heel gewelddadig zijn en ik bedankte er voor om als vrijwillige fluisteraar klappen te krijgen of uitgescholden te worden. Vandaar de aankoop van vanmorgen. Vissen worden niet lastig, spreken ook niet over een voltooid leven.
Mijn gave ontdekte ik tijdens mijn wandelingen langs de Nieuwe Waterweg, als tientallen vissen met mij mee zwommen, de kopjes boven water, de oogjes op mij gericht. Op zo’n moment voelde ik me net Mozes, de nieuwe rinpoche van de zee. Ik fluisterde lieve woordjes tegen de vissen en meende tranen te bespeuren in de ogen van het visgroepje. Ik waarschuwde ze ook tegen nieuwe vangstmethoden van zeevissers, die met elektrische schokken hun broeders en zusters op de Noordzee in hun netten jagen. Blijf daar weg, sprak ik. De vissen keken me dankbaar aan.
Ik voel dat er een grote toekomst voor mij is weggelegd als vissenfluisteraar. In de winter van mijn leven ben ik toe aan volgers. Iedereen noemt mij maar Joop, soms Jopie, of soms gewoon hé, en niemand luistert naar mijn raadgevingen op allerlei gebied. B en ik daarvoor geboren?
Daarom die vissen en geen mensen meer. Aanhankelijkheid en gehechtheid kan je kopen. Altijd en overal. In de vishandel.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, heimwee naar Chef, de Kloosterbunker, Bunkerstad, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen, het abonnement op te zeggen- wat niet kan. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren. De politiek de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. Kwaad spreken over Feyenoord.
G.J. Smeets zegt
“Iedereen noemt mij maar Joop, soms Jopie, of soms gewoon hé, en niemand luistert naar mijn raadgevingen op allerlei gebied.”
Wat naar voor je, dat van die raadgevingen. En wat fijn dat je nu je roeping als fluisteraar volgt. Vissenfluisteraar.
Een moedige maar de juiste beslissing.
Niet om ’t een of ander maar ik zou niet te hard fluisteren tegen je koppel goudkarpers (toch niet twee van hetzelfde geslacht?). Die lui horen met hun zwemblaas en dat is een nogal gevoelig orgaan. Naar voor ze, eigenlijk. Maar ja, niks aan te doen. Ze zullen met je moeten leren leven. Wellicht helpt het als je tegen ze fluistert dat jij als landrot van hen afstamt, heel lang geleden dan. Op het portret naast je bijsluiter is dat trouwens ook goed te zien: mooie platte oortjes, nauwelijks van kieuwen te onderscheiden.
Moedig voorwaarts, zeg je. Helemaal mee eens. Maar dan wel effe goed doortasten. Kijk, gehoor geven aan een roeping gaat samen met verandering van naam. Naamsverandering is altijd een hoop gedoe. Heb je mazzel, het scheelt bij jou een enkel lettertje: Joop Heek.