In deze column leg ik de wondere weg neer van drie generaties zenzientekenen. De vraag is of deze nieuwe, uit de vorige eeuw daterende zenkunst, tijdig zal worden doorgegeven om haarvoor de wereld te behouden als een weg van ware verbinding en van waarlijk waarnemen. Het zó tekenen opent voor mij ogen en hart. Èn zelfs mijn onwennige hand.
Frederick Franck
Frederick Franck (1909 – 2006) Limburger van geboorte werd hij in 1945 Amerikaans staatsburger, werkte als tandarts in Afrika samen met Albert Schweitzer en schiep later zijn beeldenpark Pacem in terris dat mondiale bekendheid kreeg. Als wereldburger en beeldend kunstenaar een internationale naam. De Engelstalige Wikipedia besteedt royaal aandacht aan hem. Hij schreef (vaak letterlijk met de hand) meer dan dertig boeken, ook over boeddhisme. Veel van die boeken gaan over zenzientekenen en die staan er allemaal keurig bij in zijn boekenlijst.
Maar wat je –wonderlijk genoeg- niet zult aantreffen is dat Franck de allerjongste loot aan de eerbiedwaardige stam van de zenkunsten heeft laten uitbotten. Niemand die het weet, maar waar is het wel. Martiale zenkunsten als de weg van het zwaard, de weg van de stok, de weg van het lichaam, de weg van de boog zijn bijna zo oud als zen zelf en dat geldt ook voor de andere zenkunsten, bijvoorbeeld de weg van de thee, de weg van de wierook en de weg van het inktschilderen. Later kwamen daar o.m. de weg van het haiku schrijven bij en de weg van het bloemschikken. In 1927 ontstond in Japan nog een nieuwe Ikebana-school. In de tweede helft van de 20ste eeuw voegde Franck daar zijn Weg van het Zen-Zien-Zen-Tekenen aan toe, inmiddels zenzientekenen genaamd. Decennia lang was hij een begeesterd leraar en voorvechter van deze nieuwe meditatieve tekenkunst die de beoefenaar werkelijk in contact brengt met de werkelijkheid. Hij omarmde de bekende uitspraak van de zesde zenpatriarch Huineg: De betekenis van het leven is om te zien. (Zie ook mijn boek Zen-de sprong naar Nu pag. 77/78).
Maria Adraens
De zenzientekenen-meester nam het doorgeven van zijn nieuwe zenweg behoorlijk serieus. Alleen wie transmissie van hem kreeg mocht les geven in deze veeleisende training. Een van de weinigen die deze eer te beurt viel was de Nederlandse Maria Adraens. Zij behoort tot de Orde van de Zusters van Schijndel. Bij Asoka verscheen in 2003 haar prachtige, ruimte ademende tekenboek Ruimte Zien. Een enkele Amerikaan(se) zou verder van Franck overdracht van zijn nieuwe zenweg ontvangen hebben, maar zij zijn òf overleden òf zij zijn niet meer actief bij het uitdragen van de weg.
Leo van Vegchel en Lenie Otten
Maria Adriaens heeft aan twee mensen in Nederland de weg van het zenzientekenen overgedragen: Leo van Vegchel en Lenie Otten. En in hun handen rust dus de vraag of deze jonge loot aan de stam van de zenkunsten ooit verder doorgegeven kan worden.
Leo –nog onlangs met een monumentaal werk in het Van Abbe– is zeer actief met het geven van les. Dus ik wil maar zeggen: wend je tot hem als je gegrepen wil worden door deze nieuwe zenweg.
Marloes zegt
Voor mijn eigen zentraining waren de zenzientekenen-weekenden die Dick samen met Maria organiseerde heel erg belangrijk en gerust “levensveranderend” te noemen. Ik heb prachtige, intieme momenten met hen beleefd in Duizel, op de Tiltenberg en later in Zin in Vught. In Zin volgde ik later ook weekenden bij Leo.
Ik ben heel dankbaar dat ik deze drie, en dan met name Maria (omdat zij nu geen les meer geeft), heb mogen ontmoeten. Ik kan iedereen het zenzientekenen bij Leo met mijn hart aanraden; ze doen iets met een mens. En bij Leo ben je verzekerd van een gegronde basis in een mooie traditie, zoals Dick hierboven mooi beschrijft.
Magisch en van harte aanbevolen!