Vragen naar de onbekende weg
Waarom werk ik zo hard? Doe ik wel genoeg dingen waar ik gelukkig van word? Kun je alleen zijn zonder eenzaam te zijn? Hoe geniet ik van de natuur zonder haar geweld aan te doen? Zit ik wel goed in mijn vel? Voel ik mijn vel eigenlijk wel?
In de bergen kijken we beter, voelen we meer en denken we minder. De bergen putten ons uit, leiden ons af, bieden gezelschap en maken ons eenzaam. Ze overweldigen ons met hun natuurpracht en brengen ons angst en euforie.
In Berghonger onderneemt Fleur Jongepier een bruisende filosofische tocht door de bergen. Met humor en kwetsbaarheid laat ze zien hoe de bergen ons uitnodigen de confrontatie aan te gaan met vragen en ambities die we, als we alleen maar een blokje om zouden lopen, zouden wegwuiven als dromerig of idealistisch.
In een aantal hoofdstukken komen boeddhistische thema’s/invalshoeken voorbij (lichamelijkheid, geduld, flow, wuwei).
Over poepende truckers die verdwalen
Als daar muziek voor is, wil ik die horen:
ik wil muziek voor oude mensen, die nog krachtig zijn,
en omgeploegd met lange, diepe voren en ongelovig.
Die de wellust en de pijn nog kennen. Die bezaten en verloren.
En áls er wijsheid is, die geen vermoeidheid is,
en helderheid, die geen versterving is,
wil ik die zien, wil ik die horen.
En anders wil ik zot en troebel zijn.
Vasalis, Vergezichten en gezichten (1954) /
Janne Schra & Noordpool Orkest (2017)
‘Augustus 2021, aan de voet van Val Grande, in het uiterste noorden van Piemonte. Ik loop een slecht geasfalteerde, steile weg omhoog. Strava zegt dat er ergens ook een wandelpad door de bossen moet zijn, maar dat is gelogen. Na drie kwartier kom ik aan bij een fonteintje, ik lurk aan de kraan en kijk om me heen. Lieflijke huisjes her en der, maar er is niemand, niet eens een blaffende hond in de verte, alleen een zwarte specht die met veel kabaal overvliegt, en waarschijnlijk zegt dat ik ’m moet smeren. Dit zou een prima plek zijn om me af te vragen wat ik hier eigenlijk doe, in mijn eentje tussen deze verdwaalde berghuisjes in de bossen boven een slaperig dorpje. De vraag komt niet, ik voel me hier niet alleen, niet verloren of unheimisch. Ik voel me hier thuis.
Ik loop verder en kom op een kleine alp. De weide is omgeven door een paar oude kastanjebomen, wat aangeplante dennen en in hun schaduw een veld krullende varens. Rondom een huis met een oud stenen stalletje ernaast groeien volhardende sedumplantjes met felroze bloemetjes die kennelijk geen liefde en zorg nodig hebben, alleen maar wat zon. Ik ga zitten in het hoge gras, stop een stuk brood met pecorino in mijn mond en kijk in de verte. Je zou hier maar wonen, gaat het door mijn hoofd. Hoe zou mijn leven eruitzien als er veel meer bergen in zouden zitten? Wat als de bergen geen vakantie waren, maar thuis? Naast de sedum stel ik me struiken voor van tijm, rozemarijn en salie, een perenboompje misschien, wat bessen en boontjes omhoogkringelend aan bamboestokken.
Als ik weer wakker word uit mijn dagdroom, verlaat ik het huis met de oude stal en gooi mijn rugzak weer over mijn schouders en volg het pad verder omhoog door een dichtbegroeid beuken- en berkenbos. Een saai stuk. Ik loop veel liever boven de boomgrens, waar je ver kunt kijken, zo ver dat je de lucht en de verste bergtoppen niet meer van elkaar kunt onderscheiden. Toch moet ik toegeven dat het lekker ruikt hier, naar herfst die zich verstopt in de late zomer. Zoet, rottend blad.’
Fleur Jongepier is filosoof en publicist. Haar columns en essays verschenen onder meer in de Volkskrant , NRC , Trouw en Bij Nader Inzien . Eerder was ze medeauteur van het boek Ik. Filosofie van het zelf (2017).
E-book 12,99
Paperback: 24,99
ISBN: 9789403103020
Pagina’s 320
Type: Paperback
Auteur(s): Fleur Jongepier
Prijs: 24,99
Uitgever: De Bezige Bij
Verschijningsdatum: 22-05-2025
Geef een reactie