Elisabeth ter Borg (1963) is een bio-boerin. Met een trekker rijdt ze over haar land, maait, zaait en oogst. Ze brengt zelf veulens ter wereld en is heel aards in het omgaan met haar dieren. Liefde en zorg wel, geen sentiment. ‘Mijn twee honden kunnen niet wachten als ik met veel lawaai de staldeuren open schuif. Vrolijk en alert komen de paarden naar buiten. Een frisse herfstbries waait door hun manen. De intersoortelijke roedel trekt richting land. We lopen langs de moestuin en de grafheuvel, daarop ligt nu een dode duif. Een wilgentenen kunstwerk van Mark Schalken leunt bovenop die heuvel scheef tegen de wind in. Die zet de lijn met half vergane gebedsvlaggetjes strak oostwaarts. De paarden schieten er voorbij.’
Het is deze Elisabeth die met een frisse en eigenzinnige boerinnengeest –met de laarzen in de klei- vanaf nu voor het Boeddhistisch Dagblad boeken gaat lezen. Nee, niet recenseren, dat doen andere geletterden maar. Hoe inpasbaar is zo’n tekst in het dagelijks leven, de natuur, de boeddhistische beoefening. Kan zo’n boek ongelezen de grafheuvel op om te vergaan? En de auteur ook? Of nadert de schrijver waar Ter Borg voor staat: met de ploeg bewerkt land, de natte klei glinsterend in het ochtendlicht. Ontvankelijk voor nieuw zaad. De kracht om tot wasdom te komen. Inspirerend tot in de botten. Weg met het bijkans machinale uitgeven van boeken. Als die klik er is tussen Ter Borg en het boek, leest u dat hier. In Boer’n Boeken.
Boeken spelen in mijn leven een belangrijke rol. In de verstilling van het lezen dringen de gedachten van de auteur mijn hoofd binnen. Keren ze, zo lijkt het, de eindeloze gedachtestroom om. De zorgen verdwijnen over het leven op de boerderij, het hooi, de noten, de appeloogst, de verkoop van de jonge dieren.
Na het lezen trekken de inzichten met mij op. In de stal, op het land, met de honden tijdens de tochten langs de rivier. Ze krijgen alle ruimte in die vertraagde werkelijkheid te integreren. In deze boekenrubriek concentreer ik mij niet op het oordeel maar op wat de boeken mij brengen. Met grote nadruk op ‘mij’. Dat ik erdoor gegrepen word zegt natuurlijk niets over u als lezer van het Boeddhistisch Dagblad.
Elisabeth ter Borg
Egoloos en 9-11
Vele uren zaten Jeroen en ik in de jaren zeventig in Café de Beijerd in Breda. Bomend over tafelvoetbal, vrouwen en brommers. Tegen de tijd dat de vijfde Koninck het keelgat inliep, sneden we de zin van het leven, de wereldpolitiek en onze dromen aan. De roes zorgde voor geniale inzichten en briljante missers. De volgende dag waren ze opgenomen in de grijze soep van onze herinneringen.
Het boek De Dude en de Zen Meester van Jeff Bridges en Bernie Glassman doet mij erg aan deze vroegere conversaties denken. Ik moet bekennen dat de combinatie van Jeff Bridges en Bernie Glassman mij in eerste instantie behoorlijk in het verkeerde- en commerciële keelgat schoot. Het boek drijft in hoge mate mee op de cultstatus en populariteit van The Big Lebowski (een filmcomedy uit 1998) en de spraakmakende Zen Peacemaker/keeper Bernie Glassman; geroemd en verguisd door zijn seshins op straat in grote wereldsteden, de retraites in Auschwitz en andere oorden waar het mensenleed na decennia nog zo tastbaar is.
Glassmans fundamenten in handelen zijn het erkennen wat is, het niet-weten en liefdevol handelen. Het leven is lijden en dat herkennen, bewust maken en verlichten hoort allemaal bij het pakket. Door mensen met anders ogenschijnlijk normale levens op straat te zetten of in Auschwitz te laten zitten wordt het lijden onontkoombaar. Het verandert de ‘mind set’ en volgens Glassman is dat precies het moment waarop we het niet-weten instappen.
De Dude en de Zen Meester is een reeks dialogen tussen twee vrienden. Sommigen doen mij dus aan de late gesprekken met Jeroen denken. Het enige verschil? We waren jaren geleden beiden even beneveld. Nu lees ik een dialoog aan het eind van een dag op het land. Op een lege maag zo gezegd. De Dude uit de film The Big Lebowski brengt de kale eenvoud in die Bridges voor het gemak toelicht als het egoloos bestaan, het nu en het niet weten. Glassman plaatst dat in grote thema’s zoals 9-11, liefde en vrijheid en het leven buiten de ‘ratrace’.
Dialogen rond herkenbare thema’s die zich verrassend genoeg naadloos verstrengelen met het dagelijkse leven. Onze nieuwste strijd tegen de Islamitisch Staat (IS) plaatst Glassman in een nieuw perspectief als hij over 9-11 praat. Glassman stelt dat we de bereidheid moeten hebben om de schade en het leed dat we de ander hebben aangedaan te erkennen. “Dus ja, bepaalde mensen hebben ons op 9-11 aangevallen. Het waren fanatici en de meeste mensen overal ter wereld, ook moslims, waren geschokt. Tegelijkertijd vonden veel van diezelfde mensen dat we ons jarenlang als grote bullebakken gedragen hebben. (…) Dus wat is in deze context juist handelen. De criminelen vatten en straffen, zeker, maar ook erkennen wat we in de wereld hebben aangericht en goedmaken. Dat had de situatie aanzienlijk kunnen veranderen, in tegenstelling tot gewoon een oorlog beginnen.“
Een perspectiefwisseling die ook in de huidige IS strategie volledig ontbreekt. Waarom heeft iedereen het over IS en niemand over de ‘culture of poverty’ die gewoon bij ons om de hoek in de Schilderswijk, in Osdorp of in Feijenoord realiteit is. Waarom alleen geld naar defensie? Natuurlijk zijn er al tientallen miljoenen in onze achterstandswijken geïnvesteerd, maar daarmee hebben we niet kunnen voorkomen dat hele groepen Nederlanders zich totaal kansloos voelen.
Of een andere prachtige parallel op een hele kleine schaal in de dialoog over het loslaten. Glassman & Bridges bespreken Zen & the art of Archery van Eugen Herrigel. Een boek dat na WOII Zen naar Europa bracht. De essentie van een goede boogschutter ligt in zijn vermogen om het ego los te laten. Pas als je het ego loslaat, kan je de roos raken. Bridges legt uit hoe dit boek heeft bijgedragen aan de vorming van ‘The Dude’ als bowler in de film. “Als de geest kalm en helder is, liggen de kegels praktisch om nog voor de bowler met zijn arm zwaait om de bal te gooien.” Maar om in deze staat te komen kan een heel ritueel ontstaan van tics en rituelen. Dit kan zo ver doorgaan dat er uiteindelijk een situatie ontstaat waarin er geen handelen meer is. “Denken is het probleem niet” zegt Glassman. “We kunnen zo gefixeerd raken op iets dat we niets meer kunnen doen.” (…) “Maar hoe doe je dat: niet gehecht raken aan resultaten?” Bridges: “Gooi die stomme bal gewoon. Doe het gewoon. Geef jezelf aan iets over en zie waar het je brengt.”
Ieder najaar ondergaat mijn buurman deze les. Hij heeft dertig ooien (vrouwtjesschapen) die elk ieder jaar ca. 2-3 lammeren krijgen. Nu, in het najaar, is het jonge spul ‘rijp voor de dood’. Dan start het scheiden en inladen van de lammeren. Met het kritische oog van de veehandelaar er bovenop, start mijn buurman met veel vertoon zijn werk. Midden tussen de lammeren probeert hij ze in de richting van de veewagen te drijven. Lammeren bokken, springen en blèren dat het een lieve lust is, terwijl de buurman het steeds warmer krijgt. Zweet gutst over zijn gezicht en rug als hij verwoede pogingen doet om een schaap in de wol te grijpen. De veehandelaar kan het tafereel dan meestal niet langer aanzien en draait zich om. Dan geeft buurman zich over. De lammeren lopen ver weg en hij bedaart. Zijn ego ligt vertrapt op het sompige land. Met gebogen rug loopt hij de stal in en komt met wat voer naar buiten. Gooit dat in de aanhanger en wacht. Voorzichtig komen de lammeren aanlopen. In overgave drijft de buurman ze de goede en voor de lammeren dodelijke kant op.
Daags na het dichtslaan van het boek zijn de schapen weer rustig. Het zoekend geblaat van de ooien is verstomd. De polder is weer doodstil. Ik loop naar de appelbomen om te kijken of ze geoogst kunnen worden. De hagelschade is fors. Zwarte plekken op dieprode schillen van de vruchten van de ‘Ingrid Marie’. Als ik ze doorsnij zie ik dat de zwarte plekken niet in het helder witte vruchtvlees zitten. Mooi die kunnen geoogst. De Dude is niet aanwezig. Net als Bernie overigens. Het boek is voor mij als een avondje doorzakken en daar kan ik af en toe vreselijk zin in hebben. Al dreigt er altijd weer een volgende dag, met de grijze soep van onze herinneringen.
De dude en de zen meester, Jeff Bridges en Bernie Glassman
Milinda Uitgevers BV
Juni 2014
ISBN: 978 90 5670 310 3
The Big Lebowski (1998)
Jeff Bridges speelt een ‘straatarme’ Jeffrey Lebowski – voor insiders ‘The Dude’ – die zonder verwachtingen het leven omarmt. Relaxt en kalm. Als dat leven hem telkens weer voor nieuwe gebeurtenissen plaatst die om een oplossing vragen raakt hij af en toe overspoelt. In de film wordt de Dude aangezien voor een puissant rijke naamgenoot wiens vrouw enorme schulden heeft. Hij krijgt bezoek van een stelletje onfrisse schuldeisers. Na wat dreigementen besluit één van de twee zijn argumenten wat kracht bij te zetten en pist op het tapijt. Met dit ondergepiste tapijt start the Dude’s queste. Hij gaat op zoek naar zijn naamgenoot en verwacht een vergoeding voor het tapijt. Wie wil, ziet in deze wonderlijke queste grote thema’s aan zich voorbij trekken. De zinloosheid van het bestaan, de vergankelijkheid , het verlangen, de hebzucht en de mens levend in het nu.