Top – botanici Maarten Christenhusz en Rafaël Govaerts nemen u mee op een reis rond de wereld en presenteren in detective-stijl hoe plantenjagers soorten (her)ontdekken waarvan men aannam dat ze niet meer voorkwamen.
De auteurs van dit standaardwerk, dat met honderden afbeeldingen van planten is geïllustreerd, beschrijven eerst in de uitgebreide inleiding het fenomeen ‘uitsterven’ en wat daar de gevolgen van kunnen zijn. Vervolgens komen elf regio’s in de wereld aan de orde, waarvan zij goed gedocumenteerd de uit het wild verdwenen planten beschrijven en de soorten die uiterst zeldzaam (geworden) zijn. Herontdekkingen worden met evenveel vreugde als ongeloof opgetekend, waarmee de betrokkenheid van de auteurs duidelijk naar voren komt.
Vaak verdwenen planten van het toneel door introductie van grazers, bouwwoede, klimaatverandering, toerisme, te vaak maaien van weiden. De auteurs benadrukken dat kritisch bedreigde soorten weer kunnen opleven wanneer de omstandigheden ten goede keren. Zaden kunnen immers vele jaren in de grond liggen ‘wachten’. Ook tuinen spelen een belangrijke rol en kunnen herintroducties faciliteren wanneer een soort plaatselijk of wereldwijd uit het wild is verdwenen. Dit boek laat de diversiteit aan planten zien die we zijn kwijtgeraakt, maar inspireert ook om er iets aan te doen. Zo hebben een aantal in het wild uitgestorven soorten het geschopt tot commerciële tuincentra. Deze kun je dan zelf kweken.