In het verlengde van zijn bekende boek Denken over kunst dringt kunstfilosoof Antoon Van den Braembussche in deze verzameling essays dieper door in de mystieke dimensie van de kunst. In een tijdperk waarin het seculiere de bovenhand heeft genomen, blijkt de kunst als het ware meer dan ooit te beantwoorden aan een spirituele noodzaak.
In essays als “Rumi en de grote stilte”, “De engelen van Paul Klee”, “Anish Kapoor en de leegte”, “Paul Celan en de nachttijd van de poëzie” wordt steeds dieper doorgedrongen in de mystieke draagwijdte en verankering van kunst. Dit leidt tot een onuitputtelijke verkenning van thema’s als het onzichtbare, het sublieme, de leegte, de afgrond, licht en duisternis. Naast zen komen hier ook het hindoeïsme, het soefisme en de Joodse mystiek aan bod. Uiteindelijk leidt deze verdieping naar de eminente taak van de kunst als “plaatsloze plaats” waar het mysterie zich voltrekt.
Decennia lang was het spirituele in de moderne kunst niet langer in de mode, tenzij misschien ten tijde van het abstracte expressionisme, toen de werken van Barnett Newman en Rothko niet zelden met een mystieke ervaring werden geassocieerd. Over het algemeen echter werd in de moderne kunst het spirituele discours langzamerhand eerder een taboe. Het spirituele werd steeds meer met argwaan bekeken, het werd niet langer gezien als een bruikbaar of levensvatbaar onderwerp voor de moderne kunst en al helemaal niet geschikt voor kunstenaars die naar een succesvolle carrière streefden.
Toch is hierin de laatste tijd verandering gekomen. Meer en meer is een positief discours ontstaan over het spirituele in de kunst. Een schitterend voorbeeld hiervan is het door Leesa K. Fanning uitgegeven boek Encountering the Spiritual in Contemporary Art, dat in 2018 verscheen. Dit boek, waaraan een zevental auteurs meewerkten, is een mijlpaal. Het omvat voorbeelden uit alle belangrijke spirituele uitingen in een toenemend geglobaliseerde kunstwereld, vanaf pakweg 1980. In deze staalkaart ontmoet je niet enkel grote namen uit de abstracte kunst (Anish Kapoor), uit de performance kunst (Marina Abramović), de videokunst (Bill Viola), maar ook belangrijke vertegenwoordigers uit de zogenaamde inheemse kunst (Indiaanse, Afrikaanse, Aboriginal en Maori kunst) en zelfs recent door het soefisme geïnspireerde kunst. Dit baanbrekende boek is slechts een topje van de ijsberg: spirituele kunst is, zeker in deze tijd van toenemende globalisering en interdependentie, niet meer weg te denken uit het landschap van de hedendaagse kunst.
Tekens van het onzichtbare is gewijd aan een nadere reflectie op deze actuele kruisbestuiving tussen kunst en spiritualiteit. In onderscheid echter met het boek van Leesa K. Fanning is deze reflectie hier niet beperkt tot de beeldende kunst en ook niet tot de hedendaagse kunst. Dit boek graaft immers vanuit een meer universele visie naar de verhouding tussen kunst en mystiek, de ongelooflijke, vaak ook onverwachte rijkdom waarin deze verhouding zich kan ontvouwen. Tekens van het onzichtbare belichaamt in velerlei opzichten de “mystieke wending” in de kunst die ongetwijfeld in de toekomst steeds belangrijker zal worden.
In deze bijzonder verrijkende essays bespreekt Antoon Van den Braembussche helder en toegankelijk de relatie tussen kunst en mystiek. Essentiële lectuur.
Caroline Pauwels, Rector Vrije Universiteit Brussel
De tekst is geen gebed, geen meditatie, geen loutere getuigenis, maar maakt wel een specifieke doorgang mogelijk tussen taal, poëzie, beeldende kunst en de mystieke traditie.
Frank Maet, docent LUCA School of Arts
ISBN:9789463402958
Verschenen:22-07-2021
Omvang:160 pagina’s
Uitvoering: Paperback
Uitgeverij Damon