Bij uitgeverij Damon is het boek Actief socialisme en vrijheid van Jasper Schaaf verschenen. Met de nuchtere vraag: kunnen we onze maatschappij veranderen? Impulsief: ja, toch. Bijna niemand gelooft echter dat je het kapitalisme kunt afschaffen. Terwijl velen helemaal niet in de weldadigheid van het kapitalisme geloven. Over deze paradox gaat ‘Actief socialisme en vrijheid’.
Het uitgangspunt is: een betere en socialere samenleving is mogelijk. Dat wordt uitgewerkt naar actuele vormen van politiek denken en handelen. Inspiratiebronnen zijn ideeën van Marx, Engels en anderen, waaronder die van Aristoteles, Spinoza, Rousseau, Dietzgen en Sivaraksa. Kan theorie bijdragen tot structurele sociale en ecologische verbeteringen? Deze vraag leidt tot een pleidooi voor hechtere linkse samenwerking.
‘Vereniging’, dat is volgens de schrijver het pleidooi van dit boek. Daar hoort veel bij, zoals vaker het ‘eigen gelijk van anderen’ accepteren. Visies respectvol bespreken, zo nodig met stevig debat, dat echter niet loslaat, maar tracht de krachten duurzaam te bundelen. Sociaal en ecologisch als kader en hoofddoel, met vormen van optreden die krachtig, open en democratisch zijn. Grote lokale en mondiale vragen over politiek, economie en klimaat verdienen een sociale macht. Zowel om het denken hierover als de actie in de goede richting te versterken. In woord en daad de gezamenlijkheid beproeven met bestaande en nieuwe vormen. Dus met het oude adagium ‘Eenheid in verscheidenheid’.
Dit boek beoogt niet huidige partijprogramma’s te analyseren en een nieuw te schrijven, ook niet een uitgewerkte methode voor communicatie en samenwerking te presenteren. Het gaat hier om de inzet vaker en met meer continuïteit die samenwerking daadwerkelijk te organiseren. Het wil dus een grondslag voor deze hechtere linkse samenwerking bieden, die langere tijd mee kan gaan. Daarom zal men heel actuele kwesties hier ook niet uitvoerig behandeld zien, onverlet dat het in een concrete politieke situatie daar natuurlijk wél om gaat. Ieder hoofdstuk voegt iets toe aan de rode draad, een pleidooi voor hechtere linkse samenwerking. Sommige schetsen aspecten van de historische en filosofische context, andere zijn vrij direct op het politieke thema gericht. Daarbij was vooral de lezing van de oorspronkelijke teksten van Marx en Engels een voorname inspiratiebron.
Bij dit ‘werk in uitvoering’ kwam steeds meer in beeld dat Marx en Engels in Het communistisch manifest destijds met reden sterk benadrukten dat ‘de proletariërs van alle landen’ zich moeten verenigen, maar dat sindsdien deze vereniging keer op keer een dode letter bleek. Een massa zelfstandig denkende en – zowel vroeger als nu – vaak tot eigenzinnigheid en individualisme neigende mensen laat zich nu eenmaal lastig verenigen. Maar moet je je daarbij neerleggen? Dan wordt de hele vraag naar het verwerven van meer sociale democratische macht en naar daadwerkelijke solidariteit met onderdrukte en uitgebuite mensen uit handen gegeven. Immers, de tegenwerkende antisociale krachten zijn sterk. Daarom verdient deze vraag naar machtsvorming minimaal goed benoemd te worden, en net zo zeker ook ter hand te worden genomen, gezien de grote sociale en maatschappelijke problemen waar de huidige maatschappij voor staat. Kortom, de machtsvraag is misschien onaantrekkelijk, maar actueel. Hierover gaat dit boek, samen met enkele visies over staat, maatschappij en vrijheid.