Ik ben ondertussen op mijn derde stek, het Wat Ang Thong international meditation centre. Het is een rare plek. Uit het niets zijn moderne verblijfplaatsen gebouwd voor zo´n tachtig monniken en mannen en voor evenveel nonnen en vrouwen. Er zijn er zo’n vijfendertig. En er wordt stevig doorgebouwd, zo te zien, een dubbel of driedubbel aantal kuti´s. Vanuit mijn kuti op een hoog kijk ik op een industrieel aandoende vlakte uit. De mahadayaka (grote ondersteuner) is een vrouw die naast haar familie een stuk of wat grote bedrijven bestuurt. Onder andere eentje die zand verkoopt. De waterpartijen in de omgeving zijn daar een overblijfsel van. Het eten is simpel maar uitstekend en wordt met veel respect gegeven. Het blijft een rare gewaarwording, de hulp en ondersteuning die de monniken krijgen.
Het klooster is een tak van het grote Pa Auk klooster in Birma met circa duizend monniken. Ze beoefenen een combinatie van alle meditatieonderwerpen die ooit genoemd zijn in de sutta’s en die in de Vissuddhimagga bijeen zijn gebracht.
Ik kreeg, tot mijn verbazing, relaxte tips van de fungerend leraar bhante Bhodinaya. Hij werd ongeveer vijf jaar geleden op zijn 47ste monnik omdat tussen de veertig en de vijftig het de wijsheid jaren heten te zijn. Hij liet zijn bedrijf en een gezin achter. De tip was: nu nog niet te hard te oefenen. Het lichaam in balans te brengen, waar hardheid is wat zachtheid brengen, bij spanning ontspanning. Als het lichaam in evenwicht is, is het makkelijk om je te concentreren. Tot nu toe gaat de meditatie mondjesmaat bij me. Ik voel dat ik meer of opnieuw moet acclimatiseren, de temperatuur is erg hoog. En ik voel soms een vage druk, om dit of dat te moeten doen, of voor verwijten dat ik vast weer iets verkeerd doe. Maar dat zijn eigenlijk alleen maar aannames, vooroordelen. Eerst maar eens landen en me meer senang voelen dus.
Het is hier overigens goed vol te houden, er zijn voor mij nieuwe gebruiken, zoals een zitmatje dat je mee moet nemen en neerleggen en eten op de grond, maar dat went snel.
Ik kwam hier samen met bhante Mokhitta aan, die na een nachtje op de luchthaven van Moskou best wel moe aankwam. Hij blijkt enorm gewaardeerd te worden. Met zijn vier vasa (regentijdretraites) is hij de oudste monnik en omdat hij verleden jaar hier zijn kennis van natuurgeneeswijzen heeft toegepast is hij een geziene gast. Vandaar dat we een hele goeie en een beetje kleine kuti toegewezen kregen. De volgende dag zijn we naar de gewone woonplekken gegaan, ook zeer modern, netjes en met badkamer.
Hiervoor heb ik de Nederlander Adi Ichsan, die voor drie maanden monnik is geworden en nu phra Adi, of Cittadhammo heet, opgezocht. We werken al jaren samen bij het meditatiecentrum Dhammadipa in Amsterdam. Vanuit Wat Mahatat in hartje Bangkok was het een uur rijden naar internationaal meditatie centrum Wat Prayong, waar de internationale nieuwjaarsreceptie was. Ik werd met een taxi gebracht door tan Appichat.
In Wat Proyong, het International Vipassana Meditation Center in Bangkok, was het gezellig. Om vijf uur begint de recitatie en meditatie. Voor het eerst om zes uur met de nap op pad, samen met een ervaren monnik. We rijden met de auto naar de verschillende Soi (zijstraten) waar telkens een of twee monniken uitstappen. Er wordt in vertrouwen zoveel gegeven dat er iemand meeloopt met een handkar om alles te kunnen vervoeren. Dat voedsel wordt in de Wat weer gesorteerd waarna we ontbijten. Twee monniken treed voor tien dagen in. Adi is ook korter monnik dan ik dus voor het eerst ben ik met mijn krap vier maanden oude monnikschap niet meer de jongste en zit op plek vier in de rij van monniken, van geteld van achteren.
Adi en ik zaten in dezelfde kuti en hadden alle gelegenheid om het over koetjes en dhamma te hebben. De abt tan Dee vond het erg raar dat ik als jonge monnik al alleen reisde, maar gaf wel een erg praktische tudong (buiten de kloosters rondtrekken, bedelen, buiten, oefenen) mee. Mae Chee Brigitte, die ik zeker acht jaar niet gezien had en MC Daniele, beiden Germanophoon, gaven nog een slaapmatje, deken, verband, betadine, ORS en dergelijke mee. Op een vier persoons muggennet na ben ik er dank zij alle cadeaus helemaal klaar voor. De Engelse monnik phra Peter legde me na honderd dagen de fijne kneepjes van een pij aantrekken uit en zijn noorderbuur phra Lewis, die dezelfde naam had als phra Adi, gaf me spontaan zijn zaklamp. Kortom erg gezellig.
Tot dertig januari ben ik nu in Wat Ang Thong. Ik hoop dat ik de slag van het mediteren te pakken krijg. Het is allemaal erg netjes hier en voelt soms als een bungalowpark. Maar er zijn genoeg broeders die de slag van het opbouwen van mindfulness en concentratie te pakken lijken te hebben. En eigenlijk is het alleen in de middag met vierendertig graden wat te warm. We wachten op de komst van de leraar Mokhitta en dan op naar meer natuur en koelere lucht van de bergen rond Pai. En daarna via de noordelijke grensovergang Birma in.