Sinds 2009 organiseert het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ieder jaar de Week tegen de Eenzaamheid. Dit jaar viel de week in de laatste week van september. Het thema was ‘Verbinding’. De week is vooral gericht op sociale eenzaamheid met de boodschap dat daar iets aan moet worden gedaan. Dat is volkomen terecht, als je te veel alleen bent en/of als eenzaamheid tot dwangmatige gedachten leiden, dan is het zaak om hulp te zoeken. Maar er zitten ook goede kanten aan eenzaamheid. Het zou daarom vollediger zijn als tegelijk zou worden uitgedragen dat periodes van eenzaamheid ook bij het leven horen en normaal zijn en dat eenzaamheid ook een bron van inspiratie en groei kan zijn.
In 2019 heb ik al eerder aandacht besteed aan de week van de eenzaamheid. Het was in de tijd dat ik in de gevangenis werkte en meditatiebijeenkomsten begeleidde. Het is een plek bij uitstek waar mensen op zichzelf worden terug geworpen. Zo’n vijftien uur aaneen brengen mensen alleen door in hun cel en een dergelijke eenzaamheid kan er enorm inhakken. Ik heb gezien dat het mensen tot diepe inzichten kan brengen, maar er zijn ook mensen die nog maar één uitweg zien[1]. In die tijd werd ik geraakt door de regel: ‘Wie zich eenzaam voelt en eraan lijdt heeft nog niet de rijke bronnen ontdekt, die ieder mens van nature bezit’. Ik weet niet meer van wie de regel is. Toen zag ik er vooral hoop en troost in, nu bekruipen me ook gemengde gevoelens. Ik vind de regel nu nogal oordelend naar degenen die dit niet kunnen zien of niet in staat zijn dit te voelen. Niet iedereen beschikt over de tools om met eenzaamheid om te gaan. We dragen allemaal een rugzakje met ons mee uit onze opvoeding, dat medebepalend is in hoe we in het leven staan. Ik ga het begrip eenzaamheid wat verder uitdiepen en gebruik daar de sociologie en filosofie voor. Vervolgens kom ik bij de Boeddha uit om te zien hoe hij de eenzaamheid gebruikte om te worden wie hij was.
De sociologie onderscheid drie vormen van eenzaamheid: sociale, emotionele en existentiële eenzaamheid. Bij sociale eenzaamheid lijd je aan een gebrek aan sociale contacten en vereenzaam je. Bij emotionele eenzaamheid ervaar je vooral een gemis aan intimiteit met iemand met wie je je diepste gevoelens kunt delen. Sociale en emotionele eenzaamheid kunnen samengaan, want het één kan uit het ander voortvloeien. Existentiële eenzaamheid leidt tot een gevoel voor een afgrond te staan, oog in oog met de bodemloosheid van het bestaan. Dan kan er een wonder gebeuren, zoals bij Bieke Vandekerckhove[2]. Bij sommige mensen valt het helaas de andere kant op.
In ‘De lege hemel’ onderzoekt filosofe Marjan Slob het begrip eenzaamheid en ze zegt hierover iets heel belangrijks: “om relaties te kunnen onderhouden, heb je niet alleen contact nodig met de wereld om je heen, maar vooral ook met jezelf”. Eenzaamheid is het gevolg van een gebrek aan verbinding met jezelf. Contact met jezelf is een voorwaarde om een gevoel van verbinding met de wereld om je heen te ervaren. Ze noemt twee kanten van eenzaamheid: het droevige, verdrietige gevoel van isolement en buitengeslotenheid, maar eenzaamheid kan ook een bron zijn voor inspiratie. “Zonder eenzaamheid kan er niets ontstaan” zei Picasso ooit. Vele kunstenaars, musici en schrijvers zoeken bewust de eenzaamheid en afzondering op, die voor hen als een bron van inspiratie werkt.
Over het algemeen hangt er een taboe rond eenzaamheid. Er wordt omzichtig over gedaan. In plaats van ruiterlijk te erkennen dat perioden van eenzaamheid bij het leven horen waarmee we moeten leren omgaan, wordt eenzaamheid vaak als probleem benaderd dat om een oplossing vraagt. En dat is vreemd als je bedenkt dat ongeveer de helft van alle volwassen Nederlanders zich weleens eenzaam voelt (46,2%) en bijna 1 op de 7 mensen hiervan zich sterk eenzaam voelt[3]. Wat precies wordt gemeten, is niet duidelijk, maar je krijgt vooral hierbij het gevoel dat eenzaamheid een probleem is. Terwijl perioden van eenzaamheid normaal zijn en bij het leven horen. Het wordt pas problematisch als het zich in je vast gaat zetten. Dat overkwam Olivia Laing. Toen ze begin dertig was, verkaste ze voor de liefde van London naar New York, maar de relatie hield geen stand en ze kwam alleen te staan. In ‘De eenzame stad’ beschrijft ze gevoelens van sociale en emotionele eenzaamheid die uitlopen in existentiële eenzaamheid. Ze merkte dat hoe langer de eenzaamheid duurde, hoe meer ze zich ging ingraven en terugtrekken in haar bastion en hoe veiliger dit isolement ging voelen, hoe eenzamer ze werd. Contact met anderen voelde steeds onveiliger aan, wat haar nog meer vastzette. Die staat van zijn maakte haar ook immuun voor de schoonheid van het leven; het was een vicieuze cirkel geworden, die ze gelukkig via de kunsten heeft kunnen doorbreken.
Er is een groot verschil in de manier waarop mensen hun eenzaamheid ervaren en hoe ze ermee omgaan[4]. Er zijn mensen die zich opsluiten en afzonderen, er zijn mensen die er bang voor zijn en ervoor wegvluchten in allerlei soorten van vertier en afleiding, terwijl anderen het juist ondergaan als behorend bij het leven op dat moment. Er lijkt een verband te bestaan met wat wij in onze kinderjaren hebben meegemaakt. Als je bijvoorbeeld als kind veel alleen bent gelaten en er op cruciale momenten van angst of verdriet niemand was om je te troosten, dan voelde je je in de steek gelaten. Als je je dan in je latere leven eenzaam voelt, ervaar je dezelfde schrijnende pijn die je ook als kind voelde. Het gevaar is dan aanwezig dat je je sterk identificeert met die gevoelens van je kindertijd, wat het lijden alleen maar groter maakt. Mensen die opgroeiden in een veilige en liefdevolle omgeving en getroost werden als er ingrijpende dingen gebeurden, zijn in hun latere leven beter in staat om gevoelens van eenzaamheid te verdragen. Ze zijn daardoor ook beter in staat die gevoelens op te merken en er niet iets mee te doen!
Eenzaamheid hoort bij het leven, zegt ook filosoof Awee Prins. Die is nodig om een crisis of ingrijpende gebeurtenissen in ons leven door te werken. Als je een normaal ontwikkeld gevoel hebt van onderlinge verbondenheid met anderen, verdwijnt dat gevoel weer vanzelf als je er doorheen bent gegaan. Het zal echter nooit meer worden hoe het was. Awee Prins spreekt uit ervaring, hij ging zelf door een periode van diepe rouw toen hij zijn vrouw en grote liefde verloor. Het zal nooit meer beter worden, is een geschrift van hem[5]. Hij bedoelt hiermee dat als we door de eenzaamheid zijn heen gegaan en het verlies hebben doorgewerkt, het leven voorgoed anders is, het zal nooit meer worden zoals het was. Er is wel een groter potentieel aan mildheid en mededogen in ons aangeboord. We zijn zoals Joan Halifax dit noemt ‘wounded healers’ geworden, in staat om vanuit onze eigen ervaringen met eenzaamheid en verlies, diep mee te voelen met anderen.
Hoe we het ook draaien of keren: perioden van eenzaamheid horen bij het leven. Feitelijk begint het al vanaf onze geboorte. In de baarmoeder in de primordiale tijd waarin we leefden in het hart van een mysterievolle eenheid, een vergeestelijkte dimensie, die ook wel de wereld van engelen wordt genoemd, waarmee wij intiem waren verbonden en communicatie innerlijk was. Vanaf het moment van de geboorte zijn we ruw uit die eenheid losgescheurd. We raakten los van die eenheid en moesten leren communiceren met zintuigen. In ons leven blijven we altijd terugverlangen naar die paradijselijke staat van zijn. In dit verband noemde Ton vaak het voorbeeld van de tranen van de vrouw van een orthodoxe priester, die ze ‘nostalgie paradisiaque’ noemde of: het verlangen naar de paradijselijke staat van zijn, of het verlangen naar een gelukkige jeugd waarin zorgeloze dagen zich aaneenregen.
Op cruciale momenten van ons leven van geboorte, ziekte en dood, zijn we als mens ten diepste alleen. Juist op zulke momenten verlangen we naar dat gevoel van eenheid en geborgenheid. We projecteren dat vaak buiten ons, terwijl de schat binnen in ons ligt. Hier wordt de zin relevant die ik eerder uitsprak: ‘Wie zich eenzaam voelt en eraan lijdt heeft nog niet de rijke bronnen ontdekt, die ieder mens van nature bezit’. De zin wijst ons op de schat die in ons is. Daar liggen de bronnen van wijsheid, onze ware natuur, de goddelijke vonk die in ons aanwezig is en waar we uit kunnen putten. Het is de bron van inspiratie en het is de plaats, waar wij onze intuïtieve wijsheid aan kunnen boren die daar huist, diep in onze buik onder onze navel -tan-tien in het Chinees genoemd- waar we naar toe ademen in de meditatie. Het is de grond van ons bestaan die we met iedereen gemeen hebben vanaf de tijd van ver voor onze geboorte. Als we dat zien en erop leren vertrouwen, voelen we ons verbonden, al zijn we eenzaam of alleen. Een voorwaarde is wel om contact te kunnen voelen met onszelf (Marjan Slob) en een normaal ontwikkeld gevoel van onderlinge verbondenheid te hebben (Awee Prins).
Die aangeboren intuïtieve wijsheid volgde de Boeddha toen hij zijn weg begon. Hij verliet het paleis van zijn vader en ging op zoek naar de waarheid. Ondanks de rijkdom waarin hij leefde voelde hij een enorme leegte. Het doet denken aan wat mensen meemaken als ze op een punt in hun leven komen en de vraag stellen: er moet toch meer zijn in het leven? Siddharta Gautama, de naam die de Boeddha bij zijn geboorte kreeg, verliet het paleis en ging op zoek naar een leraar. Na drie leraren te hebben gehad, voelde hij dat hij dieper moest graven en hij besloot zijn eigen weg te gaan. In de jaren van eenzaamheid die volgden kwam hij na zeven jaar tot ontwaken. Hij had de afzondering nodig gehad om tot die wijsheid te geraken. In onze boeddhistische traditie zeggen we dat eenzaamheid een noodzakelijke ervaring is op onze levensweg: zonder eenzaamheid is er geen geestelijke groei. Dan blijven we steken in oude patronen en conditioneringen. Als daarom eenzaamheid op onze deur klopt, open dan de deur en omarm de eenzaamheid als één van de belangrijke leermeesters in ons bestaan. Rumi schreef het gedicht de Herberg, dat gaat over hoe om te gaan met pijnlijke gevoelens. Ontvang alles wat er op je levenspad langskomt met een open hart, no picking and choosing! Verwelkom alles wat aan je deur klopt en geef het aandacht. Hoe doe je dat? Door de gevoelens te ontvangen, te verdragen en in de stilte blijven met de vraag: wat wil het mij zeggen? Dan kan er iets veranderen, want het werkt andersom, als we gevoelens van eenzaamheid gaan bestrijden, is dat de garantie voor meer angst en uiteindelijk een grotere eenzaamheid. Als we ze verwelkomen, is dat de poort naar innerlijke wijsheid.
Ik eindig met een hoopvolle boodschap. Uit een onderzoek[6] onder mensen tussen de 55 en 85 bleek dat mensen die mediteren zich minder eenzaam voelen en dat had weer een positief effect op hun immuunsysteem. Minder eenzaam en gezonder! Dat laat niet onverlet dat je jezelf regelmatig bij de lurven moet vatten om in beweging te komen of te blijven. Iedere dag bewegen, zwemmen, fietsen, wandelen, in de tuin werken of de natuur in, het maakt niet uit. En wees niet bang, want we worden allemaal opgevangen door dat enorme net van Indra. Want niemand valt eruit! Dat is de sleutel, vertrouwen! Ik besluit met woorden van Kahlil Gibran: ‘Eenzaamheid is als een stille storm die al onze dode takken afbreekt’. We kunnen groeien in de eenzaamheid, want het is een noodzakelijke ervaring op onze levensweg: in de eenzaamheid en afzondering kan er iets nieuws ontstaan.


Geef een reactie