Iedereen die het pad beoefent, luistert:
Geboorte en dood is het enige wat van belang is,
niets is eeuwigdurend, tijd verdwijnt als sneeuw voor de zon. Word wakker!
Wijd je aan je training en verspil je tijd niet.
Dit citaat van Dogen, de oprichter van de Soto Zen, wordt in elk zenklooster na de laatste avondmeditatie gereciteerd. Om deze woorden kracht bij te zetten wordt voor en na deze recitatie met een houten hamer een reeks van slagen op een houten klankbord (Kai han) geslagen.
Geboorte en dood is het enige wat van belang is; het doorbreken van de wet van oorzaak en gevolg. Het opheffen van de dualiteit, is waar de zentraining op gericht is. Ontwaken en tot realisatie komen.
Het eerste wat een zenbeoefenaar ontdekt is dat hij of zij een universeel pad bewandelt, dat zijn/haar levenswandel en die van elke medemens om hem/haar heen identiek is. Men wordt geboren leeft een paar jaar, wordt ziek en gaat dood. De gehechtheid aan en gefixeerd zijn op dit leven zorgt voor een bewustzijn wat een scheiding tussen leven en dood optrekt. De grootste worsteling van een zenstudent is de vormloze dualiteit die voor hem of haar alom voelbaar onontkoombaar aanwezig is, waar men niets mee aan kan vangen. Hopeloos tracht de zenstudent het ongrijpbare vast te pakken en te doorgronden, om na verloop van tijd er achter te komen dat dat niet de manier is.
Het antwoord ligt in overgave. Vaak komt die overgave uit desillusie voort, je had gehoopt iets te bereiken en nu merk je dat er niets te bereiken is. Je bent voor een muur gekomen- met je gehele inzet ben je op de muur geklommen en aan de andere kant van de muur is alles precies het zelfde Met de moed der wanhoop sjok je verder en met tegenzin zet je je weer op je kussen neer. Wat heeft het allemaal voor zin, je leraar zegt dat je je op je oefening moet concentreren. Je voelt je murw geslagen.
Om je vervolgens te realiseren dat dit moment, hier nu perfect en in zichzelf compleet is. Er is niets te veel of te weinig. Elke toevoeging of niet accepteren zo als het is brengt een illusionaire scheiding teweeg tussen ‘ik en de buitenwereld, tussen dood en leven, dag en nacht, vrouw en man.’ Op deze manier ben je continu in gevecht of in duel met de dualiteit. Deze realisatie voert je vervolgens naar de wens om tot volledige realisatie te komen. In het boeddhisme wordt deze wens ‘honger naar de dharma’ genoemd.