Alleen de mensen met een zogenaamde job hadden in Sogenji een eigen kamertje. Vooral omdat je met zo’n job best druk was. De tenzo bijvoorbeeld was verantwoordelijk voor alles wat er in de keuken gebeurde, maar ook voor de inkoop van voorraden en het ophalen van giften; de jishario had de leiding over de dagelijkse gang van zaken in en om de zendo; en zo waren er nog een aantal klussen die het kloosterleven draaiende hielden.
Niet dat zo’n kamertje nou heel veel voorstelde, maar toch… Want als je – zoals ik – geen vaste job had, dan hoorde je bij de zogenaamde donai en sliep je samen met de andere donai in de zendo. Aan het einde van de dag rolde je dan je net iets te dunne matrasje uit achter de kussen waarop overdag gemediteerd werd en legde je je lekker dikke deken – dat dan weer wel – daar bovenop. Gemiddeld sliepen we met zo’n man of acht in de zendo, dus veel privacy was er niet. Maar gek genoeg wende ik daar best snel aan, zoals aan zoveel dingen. Als je ergens geen probleem van maakt, dan houdt het vaak al gauw op een probleem te zijn. Op een gegeven moment stoorde zelfs het harde snurken me niet meer – en geloof me, we hadden een aantal grote ’talenten’ onder ons. Omdat ik wíst dat het ook weer zou ophouden, maar dat je daar niet op moest gaan liggen wachten.
Wat wel wennen was, was dat als je dus geen eigen kamertje had, je voortdurend al je spullen op moest ruimen. Je kon namelijk niet ergens even iets laten liggen. Iedereen had daarvoor twee grote opbergvakken voor z’n kleren ter beschikking, twee kleinere voor de dingen die je dagelijks nodig had – tandenborstel, zeep, pen, papier, dat soort dingen – en dan nog twee vakken waarin je je schoenen kwijt kon. Dat was niet echt veel ruimte en zeker in het begin was het proppen om al m’n spullen erin gepast te krijgen.
En wat je dus zeker niet moest doen – daar zou ik heel snel achter komen – was als je voor het slapen gaan nog even snel je gezicht wilde wassen, je brilletje ergens op een ongedefinieerde plek in één van die opbergvakjes duwen. Ik hoor nu nog het knerpende geluidje toen mijn bril op de harde betonnen vloer eronder viel en waarbij het rechterglas in tweeën brak. ‘Oh fuck‘ ontsnapte uit m’n mond en ik realiseerde me meteen dat dat voor in een zenklooster misschien niet de meest gepaste reactie was. Maar wat wil je? Een licht gevoel van wanhoop overviel me. Ik was nog geen week in Sogenji en nú al lag m’n brilletje in stukken op de grond. Wat stond me in hemelsnaam de rest van het jaar nog te wachten?
Nou bleek het uiteindelijk allemaal geen grote ramp te zijn. Japan is een modern land en op nog geen 5 minuten fietsen van Sogenji was er een megane-ya (opticien) met een 1-uursservice. En ook al had ik pas twee dagen later tijd om een nieuw glas in mijn bril te laten zetten, mijn ogen waren nou ook weer niet zo slecht dat ik zonder bril niks meer zag. Alles werd hooguit een beetje wazig. En misschien móest er eerst wel iets breken voordat ik weer scherp zou kunnen zien. Misschien was het wel Buddha himself geweest die mijn brilletje op de grond had gegooid. Want de verrassing kwam toen ik de middag erop toevalling in de sewing cura belandde – het schuurtje waarin een klein naaiatelier was ingericht. De enige plek in Sogenji waar een manshoge spiegel stond en waarin ik plotseling mijzelf – zonder bril en met mijn kale kop –weerspiegeld zag.
En wat zag ik? Twee grote blauwe ogen die me nieuwsgierig aankeken… met misschien wel de vriendelijkste blik die ik ooit gezien had… en het was die van mij! Zo puur en direct had ik mijzelf nog nooit gezien. En opeens wíst ik dat ik me met zo’n blik nergens meer zorgen om hoefde te maken. Alles zou goed komen.
In 2012 en 2013 plaatste het Boeddhistisch Dagblad elke veertien dagen het relaas over de belevenissen in een Japans klooster van Bertjan Oosterbeek. Hij bracht daar een jaar door. Wij plaatsen nu opnieuw de hele lezenswaardige serie, echter in een hogere frequentie.
De verhalen ‘Sogenji desu – verhalen uit een Japans zenklooster’ zijn gebundeld en verkrijgbaar als boek en e-book.
Bertjan Oosterbeek schrijft nog meer verhalen, ook over zen. En die zijn te lezen op zijn website www.bertjanoosterbeek.wordpress.com?
(c) 2012 Bertjan Oosterbeek www.bertjanoosterbeek.nl