Patriottisme is de godsdienstmissie in China, maar hebzucht leidt tot het corrumperen van het Tibetaans boeddhisme, zegt de door China aangestelde elfde panchen lama Gyaltsen Norbu. Hoewel officieel een atheïstisch land selecteerde China in 1995 Gyaltsen Norbu als de elfde panchen lama, de tweede hoogste spirituele leider van het Tibetaans boeddhisme. De door de Dalai Lama gekozen panchen lama, een zes jaar oude jongen, werd door Chinese autoriteiten meegenomen en is sindsdien niet meer gezien.
Sprekend tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de Chinese People’s Political Consultative Conference in Peking, zei de Chinese panchen lama dat, als de economie groeit en bloeit, misbruik door religieuze instellingen op de loer ligt. Er zijn plaatsen waar kloosters als geldbomen worden gebruikt, geld wordt geïnvesteerd in familietempels, en in winkelcentra wordt gepompt. Waar nepmonniken de leer misbruiken om gelovigen op te lichten. Onze missie is juist om het geloof bij te laten dragen tot de eenheid en glorie van de natie, zegt de panchen lama.
Zijn opmerkingen komen op het moment dat de Chinese autoriteiten in Sichuan het Larung Gar klooster, een van China’s grootste boeddhistische kloosters van Tibet, aan het ‘reconstrueren’ is. Duizenden studenten moesten gedwongen het klooster verlaten, onderkomens werden gesloopt. Mensenrechtengroeperingen menen dat de uitspraak van de panchen lama, een trekpop in handen van de Chinese machthebbers, een aanval op het boeddhisme in China is.