Een van de populairste teksten van het boeddhisme, het sūtra van de ‘Diamantsnijder’ of kortweg het Diamant-sūtra, uit het Sanskriet in het Nederlands vertaald, wordt nu voor het eerst in zijn geheel op de website van de stichting Vrienden van het Boeddhisme (VvB) gepubliceerd.
Ruim 1600 jaar geleden verscheen de eerste vertaling van het Diamant-sūtra in het Chinees, en alle vertalingen daarna in Aziatische talen zijn hiervan afgeleid. Voor de westerse vertalingen geldt hetzelfde. Rechtstreeks uit het Sanskriet zijn de eerste vertaling in het Engels door Max Müller (uit 1894) en de vertaling van Rob Janssen. De digitale versie is voor Rob Janssen de afronding van een werk dat hij ruim veertig jaar geleden in Leiden begon, op initiatief van de toenmalige hoogleraar boeddhologie, prof. dr. Tilmann Vetter.
In de jaren zeventig van de vorige eeuw volgde Janssen twee jaar een werkcollege bij Vetter waarin de Sanskriet-tekst woord voor woord werd uitgeplozen. Hij tikte zijn aantekeningen uit en liet het onderwerp daarna een tijdlang rusten. Later, nadat hij in aanraking was gekomen met het mahāyāna-boeddhisme, voornamelijk in de Tibetaanse vorm zoals het voor westerlingen was aangepast door de van oorsprong Duitse lama Anagarika Govinda, pakte hij het Diamant-sūtra weer op.
Zijn belangstelling voor de oudste teksten van het boeddhisme, de Pāli-Canon, kreeg echter de overhand. De samenwerking met de indoloog Jan de Breet leidde in juni 1987 tot hun eerste gezamenlijke vertaling uit het Pāli in het tijdschrift Saddharma van de Vrienden van het Boeddhisme. Het betekende de aanloop naar de indrukwekkende reeks Pāli-vertalingen in boekvorm, die in 2001 begon met de publicatie van de volledige Dīgha-Nikāya en nog steeds voortgaat.
Toch bleef op de achtergrond het Sanskriet van het Diamant-sūtra meespelen. In september 1993 verscheen de vertaling van de eerste twee hoofdstukjes in Saddharma. In volgende nummers van het blad en de opvolger ervan, het Kwartaalblad Boeddhisme, voltooide Rob Janssen zijn vertaling. Ook in de nieuwe eeuw kunnen zijn bijbehorende commentaren en conclusies van toepassing blijven.
In een laatste vers wordt de bedoeling van het hele sūtra samengevat, schrijft Janssen. De wereld (het geconditioneerde bestaan) is een illusie, een droom, een zeepbel. ‘De centrale these is dat er geen (permanent, substantieel) zelf bestaat. In dit opzicht sluit het sūtra naadloos aan bij de sūtra’s van de Pāli-Canon. Deze these is wellicht de belangrijkste in het gehele boeddhisme. Alleen door de innerlijke realisering van dit feit is verlossing uit deze wereld, dat wil zeggen bevrijding van lijden, mogelijk.’
Zie hier de digitale versie van de Diamantsnijder of kortweg het Diamant-sūtra
Thich Nhat Hanh Diamond sūtra. Dharma Talk, 20 april 2012
Zenmeester Rients Ritskes
Sjoerd zegt
‘De centrale these is dat er geen (permanent, substantieel) zelf bestaat.”
Ik ervaar het als zo treffend dat hier in het westen,in de jaren ’80, sommigen binnen de ontwikkeling van de Rogeriaanse psychologie over het zelf, tot dezelfde opvatting zijn gekomen. In de interactionele of interpersoonlijke variant wordt het zelf als relationele functie gezien. Alleen is er geen zelf, omdat het begrip zelf ook de ontmoeting met de ander als zelf veronderstelt.
Ook Martin Buber heeft prachtig over deze ontmoeting geschreven in “Ich und Du”.
Voor mij is het wonderschoon hoe in de verschillende tijden en culturen mensen altijd getracht hebben om dit wonder van ons bestaan in woorden weer te geven. Tegelijk merk ik dan iedere keer de beperkingen van de taal.
wv zegt
De Amerikaanse psychiater Szasz vertegenwoordigt min of meer dezelfde opvatting: in zijn boek “The myth of mental illness” zegt hij dat mental illness “an sich” niet bestaat omdat de mind “an sich” niet bestaat. Er is alleen “minding”, een werkwoordsvorm dus die op permanente verandering duidt. Als zelfstandig naamwoord is de mind een illusie.
Overigens vind ik het nogal ongelukkig uitgedrukt om te zeggen “de wereld is een illusie, een droom, een zeepbel”. Permanente verandering betekent niet dat alles illusie en droom is. Het betekent wel dat als je het probeert vast te grijpen, stil te zetten, te definieren je onherroepelijk op de tekortkomingen van de taal stuit. Dit maakt ook de neiging van veel medici tot classificatie en labelling van bepaald gedrag nogal dubieus, ook al omdat ze zelf deel uit maken van het sociale spel.
Nirvair Kaur Curtis de Ruiter zegt
Congratulations with this amazing accomplishment….
Kijk er naar uit het in het Nederlands te lezen!
Sjoerd zegt
Tot nog toe gebruikte ik de vertaling uit 1969/1990 van The Buddhist Society, Londen. vertaalt in het Nederlands door Filip Pieters, uitgever Ank-Hermes BV, 2001.
Ik vind het erg leuk om beide vertalingen naast elkaar te kunnen lezen en met elkaar te vergelijken.
Wie weet wat voor een schatten ik nog ontdek.