Elke week worden twee kerkgebouwen afgebroken of krijgen een andere bestemming: boekhandel, appartementencomplex, supermarkt. Jammer, want overbodige kerkgebouwen zouden prima dienst kunnen doen als buurthuis voor zinzoekers. Die categorie levensbeschouwers groeit, terwijl het aantal kerkelijke gelovigen daalt.
Als kerk 1.0 de prille christelijke beweging was, en kerk 2.0 de institutie die daaruit voortkwam, dan zou kerk 3.0 een vrijplaats voor zingeving kunnen zijn, open voor iedereen, als christelijke dienstverlening aan de samenleving.
We komen uit een tijd waarin religie tegenover seculiere visies werd gezet. De nadruk lag op de verschillen. En op de misère die de religieuze institutie en haar dienaren nogal eens hebben aangericht.
De kanteling naar een nadruk op overeenkomsten is denkbaar. Termen als betekenis en zin zitten in ieders woordenschat. De twijfel over eigen zekerheden bestaat breed. Waarheid is een betrekkelijk begrip geworden. Ritueel is overal nodig, zoals bij huwelijk en overlijden.
De RK kerk en de PKN houden overwegend vast aan kerk 2.0. Logisch, want de achterblijvers koesteren die kerkversie. De leiding van de institutie ziet de binnenvetters als de eigenlijke doelgroep, en buitenstaanders doorgaans als potentiële binnenvetters. Spijtig, want er wordt een kans gemist, zeker als de sluiting van weer een kerkgebouw in zicht komt.
Stel nu dat zo’n kerkgebouw op zondagmorgen blijft dienen als schuilplaats voor die krimpende kudde, en de rest van de week open staat voor welke zinzoeker dan ook. Met een beetje doelgroepgerichte PR kunnen niet-christelijke zinzoekers mee gaan doen in die speelruimte voor zingeving. Ze kunnen delen in de verantwoordelijkheid. Talent genoeg. Na de vergrijzing komt de verjonging.
Er wordt her en der al gepionierd met kerk 3.0. Maar dat gebeurt vaak met de linkerhand, terwijl de machtige rechterhand het oude beleid voortzet. Veel pionieren blijft gericht op behoud van kerk 2.0. Echt pionieren kiest voor duurzaamheid en sticht kerk 3.0.
kees moerbeek zegt
In het stukje worden de begrippen kerkgebouw en kerk gebruikt, maar af en toe loopt het door elkaar. De kerk 1.0 is de prille beweging, kerk 2.0 is de institutie die daaruit voortkwam en dan is er de kerk 3.0, een vrijplaats voor zingeving. Uit de manier waarop kerk 3.0 wordt beschreven is dit en een kerkgebouw en een institutie tegelijkertijd, een wijkplaats voor zinzoekers voor door de weeks.
‘Er wordt her en der al gepionierd met kerk 3.0. Maar dat gebeurt vaak met de linkerhand, terwijl de machtige rechterhand het oude beleid voortzet. Veel pionieren blijft gericht op behoud van kerk 2.0. Echt pionieren kiest voor duurzaamheid en sticht kerk 3.0.’ Dit maakt het niet veel duidelijker, de institutie en het doel van het gebruik van het gebouw lopen door elkaar.
Overtollige kerkgebouwen worden boekhandel, appartementencomplex, supermarkt en hoewel er geen opperwezen wordt aanbeden, zou ik niet willen zeggen dat het geen plekken van zingeving zijn. In meer of mindere mate is er zingeving overal waar mensen zijn. Er zijn supermarkten met koffieautomaten waar mensen elkaar ontmoeten en gesprekken aangaan.
Als mensen samen aan zingeving willen doen, vinden ze wel een plaats. Op een open plek in een bos, of in de duinen of het open veld, zoals bij de hagepreken. Of bij iemand thuis, de cirkel is hiermee rond.
Overigens werd er in de Franse salons, de koffiehuizen en in leesgezelschappen en in genootschappen in vervlogen tijden aan zingeving gedaan. Hieruit ontstond die andere Verlichting.