“Het is als een rij blinden die elkaar vasthouden: de voorste ziet niets, de middelste ziet niets en ook de achterste ziet niets. Wat die Vedakundige brahmanen zeggen blijkt belachelijk te zijn, alleen maar woorden, leeg en ijdel.”
Buddhavacana
‘Het aantal kwaliteiten van de heer Gotama is onmetelijk.’
‘Evam me sutam’, aldus heb ik gehoord.
Deze woorden werden uitgesproken door Ananda, de neef en persoonlijke verzorger van de Boeddha. Volgens de traditie had hij een uitzonderlijk geheugen en reciteerde hij, tijdens het eerste concilie dat vlak na de dood van de Boeddha werd gehouden, alle leerredes.
“Ik kon het niet, Heer. Ik was nalatig.”
In deze leerrede vertelt de Boeddha dat degenen die in de hel terechtkomen, eerst voor Yama, de god van de dood, geleid worden, die hen vraagt of zij de drie waarschuwende boodschappers van het menselijk lot niet gezien hebben.
‘Dit alleen is het pad, er is geen ander dat tot zuiverheid van inzicht leidt’
Er is een zekere inspanning nodig om ’s morgens op te staan, om een droom waar te maken. Het kost inspanning om naar de meditatie te komen of om steeds weer tijd te maken om thuis te mediteren. Tijdens de meditatie kunnen er stemmetjes opkomen die ons aanraden om er maar mee te stoppen; om iets anders, iets plezierigs te gaan doen. Hieraan niet toegeven vergt inspanning. Alles wat je doet, of juist bewust niet doet, vraagt inspanning.
‘Een koeherder in Magadha die dwaas van aard was…’
In dit sutta wordt een koeherder ten tonele gevoerd. Zoals een verstandige koeherder zijn diverse dieren naar de andere oever van de Ganges weet te brengen, zo weet de Boeddha zijn diverse soorten leerlingen naar de andere oever, dat wil zeggen het nirvana, te loodsen.
‘Jij, dwaze man, zult bekend staan om deze slechte opinie van jou’
Alagaddupama-Sutta deel 1 (1). De gelijkenis van de zwarte cobra.
Aandacht voor de eigen dood…
Wat is de grootste, meest definitieve verandering in ons leven? Doodgaan, sterven. Als we van een ingrijpende verandering in ons leven kunnen spreken, dan is het toch wel de overgang van leven naar dood.
Het boek van de bossen
Als de Boeddha in een stad of dorp aankomt wordt deze gebeurtenis aldus rondverteld: “Over die heer Gotama doet de volgende goede mare de ronde: Waarlijk, die Verhevene is een heilige, een volkomen ontwaakte, volmaakt in kennis en levenswandel, een gelukkige, een kenner van de wereld, een onovertroffen coach van diegenen onder de mensen die getraind kunnen worden, een leraar van goden en mensen, een boeddha, een verhevene.”
‘Het oog is van jou, Boze, zichtbare vormen zijn van jou’
In het boeddhisme wordt de duivel Mara beschouwd als de personificatie van de Dood. Vaak wordt hij de Boze of de Verleider genoemd.
Evam me sutam, aldus heb ik gehoord…
Vesak is de aangewezen dag om stil te staan bij de vijf ‘oefenregels’ (alle leven respecteren, niet stelen, geen seksueel wangedrag, de waarheid spreken en de geest niet benevelen) en om onze voornemens hieromtrent te vernieuwen of te versterken.
De kleine analyse van karma
Omdat het opgebouwde karma niet enkel tijdens dit leven maar ook levensoverstijgend werkt is het mogelijk dat iemand – ondanks zijn negatief karma – zo een groot heilzaam karma in vorige levens verzameld heeft dat hij toch als mens wederboren wordt.
‘Weinig mensen komen naar een Dhamma-voordracht om te horen hoe ze zich kunnen bevrijden van het aangename’
De Boeddha onderricht zijn zoon, Rahula (deel 3).