Taigu is de naam van mijn ware aard. Sommige van mijn vrienden noemen mij zo, op mijn verzoek. Mijn inmiddels overleden moeder heb ik in verbijstering achtergelaten toen ik haar hetzelfde vroeg. Zij wist het even niet meer.
Mijn beide ouders waren eveneens verbijsterd toen ik in het midden van mijn twintiger jaren in toenemende mate en voor steeds langere periodes toevlucht nam in kloosters, vooral van benedictijnse monniken, maar ook die van franciscanen en trappisten. Dat was niet hun bedoeling. Mijn maatschappelijke carrière zou in hun voorstelling via leraarschap en journalistiek tot in de wereld van de politiek voeren.
Het zij zo. Mijn stervende vader kon niet meer praten toen ik op de laatste volle dag van zijn aardse bestaan een paar minuten de nembutsu voor hem heb gezongen. In zijn angstige ogen zag ik ondertussen in een moment van groots niet-weten een kwellende vraag over leven en dood opwellen.
Als het mijn tijd wordt, dan hoop ik op een lichtflits die de komst aankondigt van Amida Boeddha om mij te komen halen, mogelijk in de gedaante van Jezus Christus. Mijn lieve God, wat ben ik blij dat ik van het boeddhistische boeddhisme af ben, de tocht er doorheen heb doorgemaakt, en weer de mens kan zijn van de historische Verlichting.
Zoals Henriëtte Roland Holst, op wiens vertaaltekst uit 1899 een enkele oude socialist de Internationale nog zingt:
“Sterft, gij oude vormen en gedachten,
Slaaf geboor‘nen, ontwaakt! ontwaakt!
De wereld steunt op nieuwe krachten,
begeerte heeft ons aangeraakt.”
Want laat ons wel wezen, de begeerte, geestelijk of materieel, oftewel de individuatie van de mens, is mede beïnvloed door de receptie van het socialisme. De Internationale was een hymne waarin de vooruitgang werd bezongen door een mensheid die in één moeite door uit naam van die mensheid, de vooruitgang en de versnelde modernisering miljoenen andere mensen uitmoordde of ze in goelag-achtige concentratiekampen probeerde te verontmenselijken.
Nu wordt de dood van oude vormen en gedachten in deze krant bekreund door sommige babyboomers, die er moeite mee lijken te hebben hoe de wereld zich verder ontwikkelt, alsof er ooit een maatschappelijk antwoord heeft bestaan op het lijden waarin de humaniteit en de wereld altijd hebben samengeleefd. Alles lijkt wel in het nu, in deze periode van het eigen bestaan, in deze ene wereld, te moeten worden opgelost. Waarom eigenlijk?
Mijn God, wat ben ik ook blij dat ik weer terug ben in de wereld van dialectiek en filosofisch idealisme, in de meervoudige werelden van Plato, Augustinus en Schopenhauer, in de wereld ook van de moderne literatuur en poëzie, en met de geestelijke bagage van de tocht door de windtunnel van zen en boeddhisme kan denken en schrijven zonder me af te vragen of de vrucht van mijn pen wel in overeenstemming is met een niet-bestaand nondualisme, de woorden van broeder Gautama of de letter van enige sutra.
Als ik alleen de Hartsutra overhoud van de reis door de windtunnel, is het de moeite al waard geweest. In de Hartsutra immers, het magistrale boeddhistische lied van wedergeboorte en sterfte van oude vormen en gedachten, blijft de nagalm klinken van elke voorstelbare iteratie van al de Henriëtte Roland Holsts van deze wereld.
Het is in zekere zin de ironie van het Boeddhistisch Dagblad, in een voorbeeld van het onvermogen van de humaniteit de macht van de digitale technologie aan zich te onderwerpen, dat de krant niet in staat is Taigu aan het woord te laten wanneer Taigu spreekt, en Jules wanneer Jules spreekt. Het is of-of, omdat niemand kennelijk de kunde beheerst om het ene en het andere toe te wijzen aan het eigen digitale account.
Sic transit gloria mundi. Taigu schudt zijn hoofd maar eens wanneer hij zijn jaren oude overwegingen onder de naam van Jules teruggespoeld ziet worden. Taigu schrijft over koans, de leegte en de nembutsu, en Jules over de toestand in de wereld. Zelfs Facebook kan in dit opzicht meer en beter.
Is het enige dan wat mogelijk is om onder een pseudoniem met een dienovereenkomstig aangemaakt emailadres nieuwe stukjes in te leveren? En de bijbehorende fictieve persoon via een VPN-verbinding nu weer eens uit deze, dan weer eens uit een andere regio des lands inzendingen en reacties te laten plaatsen? Iemand met een andere naam dan Taigu of Jules heeft deze weg inmiddels beproefd. In de menigvuldigheid van andere vormen en gedachten schijnt deze onderzoekende auteur alweer in de schoonheid van het eigen lijden te zijn gestorven. Vind deze maar eens terug op het digitale knekelveld.
In zijn gelofte aan de mensheid zegt Hisamatsu:
Laat ons kalm en evenwichtig
ontwaken tot onze ware aard,
mensen worden, vol van mededogen.
Onze gaven ten volle ontplooien,
ieder volgens de eigen roeping in het leven.
Ons bewust worden van het lijden,
persoonlijk en maatschappelijk,
en de bron ervan onderkennen.
God, zelf al talloze malen wedergeboren en gestorven, zij geloofd en geprezen dat Hij in de gedaante van Hisamatsu deze hymne van de humaniteit het daglicht heeft laten zien. En geen gelofte aan een Boeddha of het boeddhisme. Als ieder op eigen wijze, de eigen roeping volgend, tot zijn of haar ware aard en tot de bron van lijden kan ontwaken, ja, dan leven we in een wereld van meervoudige, naast elkaar bestaande ‘waarheden’, waarin een mens een bom op een fabriek kan laten vallen zonder het recht op een geweten te verliezen, waarin boeddhisme zich kan uitdrukken in andere gedaanten en vice versa, en waarin een krant zich niet hoeft te verliezen in een zich herhalende veroordeling, alsof een fictief eigen gelijk daar het morele recht op zou geven.
Laten we niet vergeten dat Hisamatsu de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog in Japan aan den lijve heeft ondervonden. Dat hij in de oorlog een falen van de mensheid onderkende zonder zijn hoop in de mensheid op te geven.
De hymne van de humaniteit houdt een waarschuwing in aan een ieder, ook in een wereld van nieuwe oorlogen, algoritmes en echokamers, om in ieder andere persoon met mededogen het gezicht van de lijdende te ontwaren en nooit te vluchten in vereenvoudiging en de moraliteit van de veroordeling en het eigen gelijk. Humaniteit is broos. Hij die zonder zonde is, mag van Taigu de eerste medemens de strop om de nek doen.
Dus laten we deze Paasdagen met elkaar eens iets vieren. Dat humaniteit kan bestaan en de aarde in de geest hiervan niet hoeft te sterven. Dat leegte zich kan uitdrukken anders dan in verstikkende boeddhistische fraseologie. Dat leegte leegte kan zijn zonder dat het leegte heet. Laten we elkaar de vrede wensen, ook al staat naast ons de Grootinquisiteur zelve, de moordenaar van Pim Fortuyn of de bejaarde voormalige folteraar van de Stasi. Dat de geest zich nimmer moge op- of afsluiten. De hoop op humaniteit houdt ons tezamen in ons lijden. Namu Amida Butsu.
— Taigu
Siebe zegt
Hoi Taigu
Jung zag de eerste stap van Individuatie als de assimilatie van de schaduw.
Volgens mij kan humaniteit ook alleen maar opbloeien vanuit eerlijkheid, realisme, oprechtheid over hoeveel kwaad er wel niet in jezelf zit als individu. Zodat het Kwaad vooral niet iets wordt van de Ander maar ook van onszelf, of nog liever van ons Allen. Want dat is echt wel de realiteit, vind ik. Mensen die echt geloven dat er geen kwaad in hun schuilt zijn geheel van het Padje hoor en daar bloeit nooit humaniteit maar dat bloeien gele bloemen, narcissen.
Als we de schaduw niet integreren verwordt humaniteit tot een romantisch idealisme wat nergens over gaat vind ik. Altijd maar dat dromen over een toekomst zonder Kwaad. Maar hoe dan? Als je niet eens het Kwaad in jezelf erkent of wilt zien?
Taigu zegt
Helemaal eens, Siebe. Het kwade erkennen; geen romantisch idealisme.