Respect voor het leven is een religieuze kernwaarde. Hoe komt het dan dat gelovigen die waarde loslaten en oorlogsgeweld normaal gaan vinden? Twee kenmerken van de menselijke soort spelen een rol. Mensen vinden tegenstrijdige zingeving geen enkel probleem. En hun manier van samenleven wordt bepaald door machtsprocessen met een geheel eigen dynamiek. De nogal complexe samenhang tussen die twee eigenschappen is bepalend voor de mate van eerbied voor het leven.
Het morele uitgangspunt
Eerst maar de kernwaarde. In de drie monotheïstische wereldreligies is bescherming van menselijk leven een centrale leefregel. Immers, de scheppergod heeft de mens gemaakt. Daarmee is een mensenleven per definitie heilig. De mens is medeverantwoordelijk voor de schepping, inbegrepen de medemensen. Schepsels iets aandoen staat gelijk aan het schofferen van de schepper. Heiligschennis dus.
Respect voor leven is geen joods-christelijk-moslims monopolie. Als een boeddhistische monnik op zijn wandeling een vegertje hanteert om insecten te redden van de vertrappingsdood, hoeveel te meer moet het menselijk leven dan niet beschermd worden? In boeddhisme en hindoeïsme bevordert het vooruitzicht van een gereïncarneerd beter leven de zorgvuldige omgang met vormen van leven in het hier en nu. Bij een seculiere levensbeschouwing, zoals het humanisme, kan respect voor het leven vanzelf spreken, zonder religieuze onderbouwing.
Respect voor het leven is dus zo ongeveer universeel. Wie een moord pleegt, wordt alom veroordeeld. Waarom geldt dat niet in oorlogstijd?
Twee kenmerken
Twee eigenschappen van het menselijk samenleven dragen eraan bij dat de oorlogspraktijk normaal wordt gevonden.
De eerste is dat zingevende mensen niet altijd consistent zijn in het toekennen van betekenis aan hun werkelijkheid. De onbeperktheid van het vermogen om de hele werkelijkheid van een betekenis te voorzien, zorgt voor onvoorspelbaarheid en wispelturigheid. En voor conflicten. Dat geldt ook voor de omgang met zo’n kernwaarde als respect voor het leven.
Het tweede kenmerk is dat mensen sociaal zijn en macht gebruiken om een samenleving te organiseren. Machtsuitoefening kent een eigen dynamiek, afhankelijk van het gezag van leiders en de beschikbaarheid van machtsmiddelen zoals wetten, straffen, geweld, geld, natuurlijke hulpbronnen en kennis.
Inconsistente zingeving en wisselende machtsprocessen kunnen elkaar zowel versterken als verzwakken. Zingeving en macht beïnvloeden elkaar, over en weer. Ze bepalen het gedrag van mensen, gelovigen inbegrepen. Oorlog en vrede zijn beide mogelijk als uitkomst van de gespannen relatie tussen zingeving en macht.
Kanteling
Het ideaal van respect voor het leven kan door deze twee kenmerken zowel gehandhaafd worden als teloor gaan. Dat deze kernwaarde bij veel religieuze zingeving hoort, geeft al aan dat er machtsverhoudingen waren waarin ze kon ontstaan en zelfs bevorderd werd. ‘Gij zult niet doden’. Tegelijk kunnen machtsverhoudingen ertoe leiden dat spraakmakende leiders, politieke zowel als religieuze, hun zingevend vermogen inzetten om een uitzondering op dit gebod te rechtvaardigen. Men spreekt dan ook van een rechtvaardige oorlog. ‘God wil het!’.
De kanteling van vredesideaal naar oorlogspraktijk vindt plaats in de onderlinge beïnvloeding van de twee kenmerken. Zowel vormen van zingeving als machtsverhoudingen kunnen oorlogen op gang brengen. Oorlog kan aan de kant van de zingeving ontstaan op religieuze of ideologische gronden, zoals bij de heilige en de koude oorlog. Machtsuitoefening kan tot oorlog leiden zodra de situatie rond de hierboven genoemde machtsmiddelen verandert.
Hoop
Als je weet waar het gebod niet meer telt, valt de omgekeerde kanteling ook te bedenken. Hoop kan geput worden uit het gegeven dat machtsverhoudingen en zingeving evengoed oorlogsbelemmerend kunnen werken. De manier van betekenis geven kan een andere kijk op machtsuitoefening teweegbrengen, en vice versa, zoals in 1989 gebeurde toen de koude oorlog eindigde.
Sowieso hoort het bij de cyclus van oorlog en vrede dat de wapens pas zwijgen als de krachtsverhoudingen zijn veranderd en er met gezag gepleit wordt voor vrede. De samenhang van macht en zingeving die oorlog rechtvaardigt, kan met een andere dosering ook de vrede bevorderen. Het is maar net hoe de twee kenmerken in de loop van de cyclus samenhangen.
Variabele zingeving opent ruimte voor een andere interpretatie. Men kan zodoende terug naar de ideale kernwaarde. Nadat er vrede gesloten is, klinkt altijd een appèl om nooit meer oorlog te voeren: ‘Nie wieder Krieg’. Dat sluit helaas niet uit dat na verloop van tijd en onder andere omstandigheden de cyclus van oorlog en vrede weer opstart.
De spanning tussen zingeving en macht maakt de mens tot een tragische soort. Goed beheer van die twee kenmerken kan veel schade voorkomen.
Oefenstof
Ga na hoe in Trumps bemoeienis met echte en handelsoorlogen macht en zingeving / betekenistoekenning samenhangen.
Geef een reactie