Ad van Dun van Stiltij over aikido: Vredig Vechten.
Aikido (合気道 aikidō), letterlijk vertaald “de weg van het samenkomen met Ki” is een Japanse krijgsdiscipline met een sterk filosofische inslag, die in het begin van de 20e eeuw door Morihei Ueshiba ontwikkeld werd. Ueshiba, door aikidoka’s O’Sensei (de grote meester) genoemd, liet zich hierbij inspireren door de technieken van de Japanse samoerai en krijgskunsten en/of vechtsporten als Daito ryu jiu jitsu, jiujitsu en kenjutsu. Ueshiba voegde ook een morele waarde toe aan de kunst van aikido, die ontleend werd aan de toen nieuwe Japanse religie Omoto-kyo.
Krijgskunst leert je in je kracht te staan en je innerlijke kwaliteit te benutten om alle moeite, tegenstand, bedreiging en verlokking in de dagelijkse praktijk te overwinnen. Doel is het overwinnen van onvrede. De methode is je zintuiglijk krachtveld activeren. Krijgskunst beoefenen is in feite ‘de grote orde’ helpen bewaren. Om dit bekwaam uit te voeren moet je veel aspecten beheersen: timing, houding, waarneming, intentie, balans, etc.
Bovendien is het geen vrijblijvende bezigheid: je leven staat letterlijk op het spel, je bevindt je ‘onder het zwaard’. Deze twee gegevens dwingen je als beoefenaar om voortdurend en diepgaand te zoeken naar juiste kwaliteit: lichaam, adem en geest.
De krijgskunst zoals die binnen Stiltij wordt beoefend is gebaseerd op de praktijk van Aikido, letterlijk: de weg van eenheidskracht. Je leert harmonisch en gecentreerd omgaan met alle verschijnselen waarmee je te maken krijgt. Krijgskunst heeft vrede tot doel, en als beoefenaar stel je je in dienst van dit vorstelijke doel. Maar voor alle doelen geldt: verwezenlijking ervan hangt enkel en alleen af van mijzelf. Met andere woorden: ik zal eerst zélf vredig moeten zijn. Hoe vrediger je hart wordt dankzij oefenen, hoe steviger je in je kracht staat.
Kwaliteit van reageren (juiste techniek) is een blijk van gevestigde innerlijke kwaliteit. Je wordt getoetst op wat je werkelijk belichaamt en dit gebeurt in krijgskunst op een grondige, onvoorspelbare en directe manier. Op de mat bevinden we ons constant ‘onder het zwaard’, we doen er dus goed aan om die mat zo bewust mogelijk te betreden en de mogelijkheden ervan tijdloos en grenzeloos te benutten. Ons hele dagelijkse leven wordt dan een feitelijke oefening: niets staat vast, voortdurend wordt aandacht, kwaliteit, betrokkenheid gevraagd.
Je kunt van deze wetmatigheid (‘alles verandert’) een reden maken om je in te graven, je te verstevigen of je zo ver mogelijk te distantiëren van alles wat jou eraan herinnert en zoveel mogelijk houvast (écht houvast vind je nergens) te zoeken in gunstige condities en bruikbare compensatievormen.
Maar je kunt er ook moedig, met open blik naar kijken, met het oprechte oog van de waarheidszoeker en er jouw startpunt van maken voor bewustwording en kwaliteitsontplooiing. Met zo’n insteek zul je de ontwijkende en verzwakkende manoeuvres waartoe we neigen steeds sneller herkennen en steeds minder nodig hebben.