Vandaag, vijftien februari, is het Nehan-E, de dag dat herdacht wordt dat Shakyamuni Boeddha stierf in de buurt van de stad van Kushinagara aan de oevers van de rivier de Hiranyavati. Een grote scroll met de beeltenis van de Boeddha waarop te zien is hoe hij naar Nirvana vertrekt, word in de tempel opgehangen. Er wordt een tempeldienst gehouden waar ceremonieel aandacht aan de Mahāyāna Mahāparinirvāṅa Sūtra wordt besteed.
In verband met de Nehan-E ceremonie zijn er een aantal districten in Japan, waar, volgens honderden jaren lange tradities Nehan dumplings worden gemaakt, hetzij in de tempel of in woningen. Deze knoedels, ook wel bekend als ‘bloem dumplings’, worden eerst aan Boeddha aangeboden en vervolgens uitgedeeld aan mensen die de ceremonie bijwonen.
Mahāyāna Mahāparinirvāṅa Sūtra
Dit is één grote jammerklacht over het overlijden van Boeddha. Ik heb geprobeerd om een gedeelte te ontdoen van (z)wollige taalgebruik, om zo min of meer inzichtelijk te maken dat er qua verdriet niets nieuws onder de zon is.
Ik heb gehoord…
Op een gegeven moment, was Boeddha in Kusinagara, het land van de Mallas,
dicht bij de rivier Ajitavati, waar de tweeling salabomen stonden. Op dat moment, stonden er zo veel grote bhikshus om hem heen, er was sprake van zo’n 80.100.000.
Op vijftien februari, toen Boeddha op het punt stond Nirvana te betreden, sprak hij zo luid dat het niet alleen in de wereld maar ook in de hemel werd gehoord.
Hij sprak zo dat het voor iedereen begrijpelijk was:
‘Vandaag, ik, de verlichte bedelaar, bescherm iedereen en ik heb onverdeeld mededogen met alles en iedereen want ze zijn als mijn eigen kinderen, net zo als mijn zoon Rahula. Ze zijn mijn toevluchtsoord, ze zijn mijn thuis. Ik sta nu op het punt om Nirvana te betreden. Als je nog iets aan mij wilt vragen, ook als je twijfelt, doe dat dan nu.’
Even later, vroeg in de ochtend, blies hij -zijn lichaam- de laatste adem uit en was het omgeven door licht. Velen in de wereld voelden zijn vertrek naar Nirvana en verbond hen in saamhorigheid. Ze vonden troost bij elkaar in het verdriet van het verlies van een vader. Sommigen waren ontroostbaar, en op dat moment beefde de aarde, de bergen en de zeeën. Ze zeiden tegen elkaar: ‘Laten we voor het moment onze gevoelens opzij schuiven.’ Het heeft geen zin om te treuren om ons door verdriet te laten leiden. Laten we snel naar Kusinagara gaan om een bedelronde te houden uit eerbetoon en naar het voorbeeld van Boeddha.’
En zij riepen tijdens het bedelen:
‘Boeddha, zonder u is de wereld leeg, blijf bij ons al is het maar voor korte tijd’
Ze hielden hun handen in ‘gassho’ tegen elkaar en riepen opnieuw:
‘O Boeddha! Ga alsjeblieft niet naar Nirvana, blijf bij ons al is het maar voor korte tijd. Het geluk heeft ons verlaten, het kwaad in de wereld zal toenemen. Wie moeten wij eer betonen als u er niet meer bent, aan wie zullen we om raad vragen?’
Op dat moment waren er veel van de discipelen van Boeddha, zoals Mahakatyayana, Vakkula en Upananda aanwezig. Al deze grote monniken konden zich niet goed houden en zelfs zij raakten overmand door verdriet en lieten hun gevoelens de vrije loop.
Er waren op dat moment acht miljoen arhat monniken aanwezig die de helderheid van geest bezaten om zich niet in het verdriet mee te laten slepen in de illusie die de geest voorspiegelt. Ze waren baas over hun zintuigen, door hun verworvenheden waren zij de ware zonen van Boeddha.
Toen ze ’s morgens opstonden ervoeren zij dat Boeddha Nirvana zou betreden, zo als een moeder op afstand het ongeluk van haar kind ervaart.
En ze zeiden tegen elkaar:
‘Schiet op met wassen en tandenpoetsen.’ Al hun haren stonden overeind en ze hadden zulke rode konen dat ze eruit zagen als Palasa bloemen.
In hun ogen stonden tranen om het verlies van de transcendente waarheid die Boeddha nog zou kunnen onthullen.