“Weltrusten voor straks”, zeg ik koeltjes, en ik beëindig het telefoongesprek. Een intens verlangen tot eenwording slaat direct om in een drang tot vernietiging. In gedachten schop ik het bureau omver, gooi ik het beeldscherm door de ruit en vloek ik net hard genoeg dat de buren het kunnen horen. Is er überhaupt verschil tussen genot en teleurstelling?
Het leven is lijden, zei de boeddha. De oorzaak van lijden is verlangen. Maar als je niet verlangt, kun je net zo goed meteen in je kist gaan liggen. Zonder begeerte, zonder dat heerlijke aardse WILLEN ben je een kasplant, een heilig hoopje vlees dat nog geen stuiver waard is. Samsara is nirvana. De kunst is om te verlangen zonder lijden. Om de pijn volledig te omarmen tot hij machteloos is, om het tot je te nemen als moedermelk, als onmisbare bron van groei op weg naar volwassenheid.
Druppel voor druppel tot dronkenschap en verlichting beide manifestaties zijn van dat ene, dat onvoorstelbare, maar altijd aanwezige. Elk litteken is een aandenken, een foto in het plakboek. Tot je vrijwillig je bloedende hart tentoonstelt, niet rekenend op applaus, zelfs ontvankelijk voor vernedering, en elk complex dat de wereld op de plank heeft liggen. Laat ze denken, laat ze praten, laat ze voelen. Hun probleem, niet het mijne, noch het jouwe. Strooi je natuur door de golvende ether, of als eentjes en nulletjes met de snelheid van het licht door glazen vezels en koperdraad. Doet het er toe? Natuurlijk. Geen grasspriet blijft onopgemerkt, de triangel overstemt het hele orkest. Dirigeer naakt voor mijn part, je bent er nu toch. En dat blijft nog wel even zo, je hebt de statistiek aan je zijde.
Woorden, je kunt ze verstaan, je kunt ze horen, je kunt ze onthouden, je kunt ze verwerken, analyseren, ontleden, verwerpen, aanbidden, uitkotsen, verheerlijken, je kunt er murw van worden, geil, chagrijnig, ontroerd, maar nooit onaangeraakt. Klanken, ritmes, zinnen, even zinloos als zingevend. Een reactie, een schakel in de keten. Alleen de stilte herbergt rust, maar daar is geen tijd voor, totdat er iemand sterft. Een optocht, een traan, een zucht. Laat ik het slechte nieuws maar brengen. Je bent al dood, je hebt nooit geleefd. Je bent nooit geboren. Het goede nieuws? Je zult nooit sterven. In het Thomas-evangelie spreekt de vermeende yogi Jezus: “Ieder die de betekenis van deze woorden vindt, zal de dood niet smaken.” En om de cirkel rond te maken, verderop in de tekst zegt hij: “Gelukzalig de mens die geleden heeft, hij heeft het leven gevonden.”
© Copyright (kuch kuch) Boeddhistische Omroep Stichting / Ferry van Haastert