Ik ga iets met jullie delen. Niet om wijs te doen, niet om bewondering of juist hoongelach op te roepen; het liefst zou ik zien dat jullie helemaal geen oordeel vellen, maar voel je vrij om een mening te vormen.
Tegenwoordig laat ik me bijten door muggen. Is dat zo bijzonder? Op zich wel, als je bedenkt dat ik nog niet zoveel jaar geleden woest werd als een mug rond mijn hoofd zoemde. Hoe durft zo’n klein rotbeest MIJ uit m’n slaap te houden?! Ik stond op, deed het licht aan en rustte niet voordat ik dat kreng gevonden had. Al duurde het een half uur, er was pas voldoening als er een bloederige vlek achterbleef op de muur.
Op een gegeven moment probeerde ik toleranter te zijn voor deze wezentjes. Geholpen door gedachten als: ‘Ze willen ook alleen maar voedsel om zich voort te planten.’ en ‘Ik zou het ook niet leuk vinden als ik in de supermarkt opeens bruut geplet wordt.’ Er kwam zelfs een dag dat ik me vrijwillig en bewust liet prikken. Vol interesse zag ik hoe ze haar ragfijne snuitje in mijn huid begroef. Er ontstond een kleine jeuksensatie en tien minuten later vervolgde ze haar pad weer, vergezeld door mijn wens dat ze mag reïncarneren als weldoenend mens.
Bij het schrijven van deze column, in bed, met ouderwets pen en papier, komt een mug aangevlogen die zich op de duim van mijn schrijfhand nestelt. Alsof ze het volste vertrouwen heeft in mijn onbeweeglijkheid, begint ze mijn bloed te drinken. Dan bedenk ik me: ‘Ik geef een minuscuul beetje van mijn leven aan deze mug. Opdat zij zelf leven kan schenken. Maar als zij en haar kroost buiten vliegen, bestaat de kans dat zij zelf hun leven geven door als voedsel te dienen voor een vogel. Een vogel die behalve insecten ook de zaden in vruchten eet – en vruchten zijn simpelweg de kinderen van planten en bomen. Via de uitwerpselen van de vogel bereiken die zaden op allerlei plekken de aarde waar ze dankzij ontelbare aanvullende omstandigheden kunnen uitgroeien tot nieuwe planten en bomen, die mij uiteindelijk van zuurstof en voedsel voorzien, zodat ik kan leven.
Een tweede mug komt aanvliegen en landt op mijn wijsvinger. Met één klap van mijn linkerhand kan ik beide wezentjes doden, maar de enige die zou sterven ben ik zelf.
© Copyright (kuch kuch) Boeddhistische Omroep Stichting / Ferry van Haastert
Deze uit dertien afleveringen bestaande serie columns werd in de zomer van 2012 in het Boeddhistisch Dagblad geplaatst. Wat mooi is heeft waarde, daarom in deze zomer een herpublicatie.
Gerard zegt
Leuk om te lezen dat ik niet de enige ben die er zo over denkt! Veel mensen in mijn omgeving verklaren mij voor gek, gelukkig begin ik daar aan te wennen. Dank je voor het delen.
G.J. Smeets zegt
Inderdaad, een geestige overdenking. Eentje waar ik geen oordeel over heb, zoals Ferry ’t ook het liefst wil zien. En een mening heb er ook niet over omdat ik er van uitga dat Ferry wist dat die twee muggen op zijn schrijfhand geen malaria- of gelekoorts- of tijgermuggen waren.
Sjoerd zegt
Ik sluit me aan bij “geen oordeel “.
Wij slapen onder de klamboe in de muggentijd.
Ziektedragers, zoals teken, muizen en ratten doden wij wel.
Helaas, om te leven moeten wij doden. Dat begroot mij wel.
nic schrijver zegt
Leuk.
Lenneke Abrahams zegt
En zó is het!☺️