Leegte, sunyata, is een centraal begrip in het boeddhisme, wat in het Nederlands vaak wordt vertaald als ‘leegte’. In dit artikel ga ik niet in op leegte als boeddhistisch begrip, maar kijk ik naar het gebruik ervan in de oudere mystieke leer van Lao Zi. Het vroege daoïsme van Lao Zi en diens belangrijkste navolger Zhuang Zi ligt mede ten grondslag aan het ch’an/zenboeddhisme. Een van de onderwerpen die mij bezighouden is de mate van invloed van dit mystiek/meditatieve daoïsme op het ontstaan van Zen; naar mijn mening wordt deze onderschat doordat het ‘geschrift’ van Lao Zi, de Dao Deh Jing, ten onrechte vaak wordt gezien als zijnde een handleiding voor vorsten over hoe ze dienen te regeren.
In de Leer van Lao Zi is Leegte een belangrijk begrip. Voor ‘Leegte’ worden meerdere termen gebruikt, waarbij Wu 無 in de Dao Deh Jing de meest voorkomende term is. Daarnaast zijn er in de leer van Lao Zi andere termen die op de Leegte wijzen, zoals Xū 虛 (Leeg(gemaakt), niets bevattend) en Qing 清(Zuivere Leegte). Ook Dao wordt wel omschreven als Leegte:
Het hoogtepunt van de Innerlijke kracht (Deh) is de éénwording met het begin, de oorsprong, de éénwording met de Leegte. In de Leegte vind je het grote, de Dao (Zhuangzi H.12).
Dat Leegte bij Lao Zi een essentieel begrip is wordt bevestigd door de 17e-eeuwse Japanse Zenmeester Takuan Soho in zijn commentaar op de Dao Deh Jing: “De essentie is Leegte. Als je dat in gedachten houdt, kan je het begrijpen – en anders niet”.
In het eerste hoofdstuk van de Dao Deh Jing komen we de begrippen Leegte en Vorm direct en indirect tegen:
Wuming, de naamloze Leegte, het ‘niets’:
hierin komen de ’tienduizend dingen’,
alle verschijnselen, tot stand
Youming, benoemd als Vorm, als het ‘iets’
is het de moeder van alle verschijnselen.
Lao Zi verwijst in de volgende regels weer naar Leegte en Vorm:
Permanent zonder begeerte:
het diepe mysterie van het niet-zijn (de Leegte)
Constant vervuld van verlangen:
alleen de uiterlijkheden (de Vorm)
In wezen zijn niets en iets, Leegte en Vorm, gelijk,
maar door het geven van namen en posities,
maak je onderscheid in wat in wezen één is
De Oude Meester wijst er in H.2 van de Dao Deh Jing nog eens op dat:
Het ‘niets’ en het ‘iets’, Leegte en Vorm, elkaar wederzijds voortbrengen.
In H.11 van de Dao Deh Jing spreekt Lao Zi weer over de Leegte:
De dertig spaken komen tezamen in de naaf,
door de leegte daarvan functioneert het wagenwiel
Klei kan je bakken
om er allerlei vormen van te maken,
zoals potten en vazen.
Het nut van een vaas zit in de leegte
In een huis maak je openingen
voor de ramen en deuren
De leegte maakt ze bruikbaar
Daarom:
Het gebruik maken van wat er is, de Vorm,
wordt mogelijk door dat wat er niet is, de Leegte
Zoals bij elk Chinees karakter is Wu niet te definiëren in een Westerse taal, hooguit te omschrijven vanuit de context, waarbij de betekenis dezelfde essentie heeft met varianten. Wu kan o.a. omschreven worden als niet(s), niet-zijn, Leegte. Als bijvoeglijk naamwoord wordt het gebruikt in combinaties met andere termen zoals bijvoorbeeld Wuwei 無為 (zie hieronder) en Wuming 無命 (naamloze leegte).
De directe tegenhanger van Wu is You 有, iets, zijn(de), het bestaande, Vorm.
Niet-zijn en zijn worden ook door de belangrijkste navolger van Lao Zi, Zhuang Zi essentieel gevonden:
Er was een zijn
Er was een niet-zijn
Er was een nog-niet begonnen-niet-zijn
Er was een nog-niet-begonnen-zijn
van dat nog-niet-van dat nog-niet-begonnen-niet-zijn
Zo vindt je dan onverwachts het zijn van het niet-zijn!
Nu weet ik echter niet of het zijn van dat niet-zijn nu wel
‘zijn’ is of eigenlijk niet-zijn (Zhuang Zi; zie ook het boek De Zenmeester die blafte)
In de Zhuangzi H.12 VIII:
In het allereerste begin was er het niet-zijn
In dat niet-zijn was er het zonder naam (Wuming)
Dit was de oorsprong van het ene
Wuwei 無為
Dit begrip wordt vaak te eenvoudig vertaald als ‘niet-handelen’; het gaat er om te handelen (waar dat nodig is) zonder betrokkenheid, zonder ego. Nog dieper gaand zou je kunnen zeggen handelen vanuit de Leegte, vanuit de eenheid met de Dao. In H.2 van de Dao Deh Jing:
De Wijze beoefent op natuurlijke wijze
het principe van Wuwei,
van het egoloos handelen zonder betrokkenheid,
en verspreidt zijn leer zonder woorden.
Een zenmeester zou zeggen: ‘er is handelen, maar geen iemand die handelt’.
Hoe bereik je het diepe mysterie van het niet-zijn (de Leegte): door het beoefenen van Wuwei en door meditatie, door het laten vallen van het verlangen en het denken. In H.3 van de Dao Deh Jing:
De Wijze beoefent op een natuurlijke manier
een helende methode van beheersing (van het Zelf)
Hij leegt zijn ‘Hart’, zijn denken/voelen
Voor het ‘legen van het Hart’ staan de karakters Xū 虛 (legen) en Xīn 心 (het Hart, in het Engels mind); in de Zhuangzi staat een bekende tekst waarin Confucius zijn leerling Yan Hui raad geeft de gaan ‘vasten’:
Concentreer je met al je aandacht. …Leeg zijn, dat is het vasten van de geest, van het ‘Hart’.
Elders in de Zhuangzi krijgt Confucius dezelfde raad van Lao Zi, de Oude langoor:
Confucius: Ik zou graag eens iets willen horen over de allerhoogste Dao. Lao Zi: ga dan vasten om je hart te zuiveren, je geest te louteren en je geleerdheid te verwijderen. Ja, de Dao is diep en moeilijk onder woorden te brengen (Zhuangzi H.22)
De Daoïstische meditatiemethode Xinhai is mede op deze teksten gebaseerd.
Het tiende hoofdstuk van de Dao Deh Jing gaat geheel over meditatie; een citaat uit deze tekst:
De eenheid van je Geest
bewaren zonder af te dwalen
Lukt je dat?
Je adem concentreren,
zo zacht als die van een zuigeling
Lukt je dat?
Door zelfbeschouwing
de spiegel van je ‘Hart’ reinigen
Lukt je dat?`
Je innerlijk beheersen
en je houden aan Wuwei
Kun je dat?
In H.16 van de Dao Deh Jing komt Lao Zi terug op het bereiken van de Leegte:
Bereik de hoogste Zuivere Leegte
Bewaar de diepste Innerlijke Rust
Om waar te nemen hoe alle levensvormen
ontstaan, bestaan en vergaan
Deze natuurlijke cirkelgang volgt de Dao
Elke levensvorm keert terug naar de oorsprong
Dit inzicht noemen we Innerlijke Rust
Wie in Innerlijke Rust verkeert
heeft zijn lotsbestemming bereikt
Wie zijn lotsbestemming heeft bereikt
heeft het diepste inzicht, is Verlicht
Wie dit inzicht niet heeft
loopt rond als een ‘kip zonder kop’
In de Qing Jing Jing, het Geschrift over Zuivere Leegte en Innerlijke Rust en de Nei Riyong Jing, het Geschrift over de Richtlijnen voor de Dagelijkse Meditatie, beide in de Daoïstische canon toegeschreven aan Lao Zi, wordt dieper ingegaan op de Leegte en meditatie die kan leiden tot Qing 清, Zuivere Leegte en Jing 靜, Innerlijke Rust. Net als de Dao Deh Jing zijn deze twee geschriften niet geschreven door Lao Zi, maar zijn de teksten mondeling doorgegeven en pas veel later door volgelingen op schrift gesteld. Een groot deel van deze uitspraken is te herleiden op de Dao Deh Jing. Beide geschriften staan op de website daoisme.nl en zijn met commentaar en toelichting opgenomen in het boek ‘Mediteren met Lao Zi’.
Het boeddhisme heeft duidelijk invloed uitgeoefend op beide teksten.
De Qing Jing Jing begint met een nadere omschrijving van de Dao zoals in Vers 2:
De DaDao kan niet benoemd worden,
Het is de oorsprong en voeding van al het bestaande
Het is niet benoembaar, om het een naam te geven
stel ik voor: Dao
Leegte en Vorm in Vers 3:
De Dao als eerste beginsel omsluit Leegte en Vorm, beweging en rust
De Hemel is Leegte, de Aarde is Vorm
De Hemel is beweging, de Aarde is Rust
Yang is Leegte, Yin is Vorm
Vers 4:
Leegte de bron van Vorm
De volgende verzen van de Qing Jing Jing gaan over het bereiken van de Verlichting, het ‘Verwerkelijken van de Dao’ door meditatie, hier door het laten vallen van begeerte, “het vasten van het Hart” Xinhai, door het denken en begeerte als getuige te observeren.
Vers 7:
Laat begeerte permanent los dan komt het Hart tot Innerlijke Rust
Maak het hart grondig leeg dan komt de Geest tot Zuivere Leegte
Vers 9:
Wie begeerte heeft uitgebannen en dan het hart observeert
Ziet het hart als leeg
Wie dan het lichaam observeert ziet het lichaam als leeg
Wie dan vormen buiten zichzelf observeert ziet deze vormen als leeg
Vers 10:
Wie dit volledig heeft gerealiseerd ziet dat deze drie niets anders dan Leegte zijn
Wie de Leegte observeert vanuit de Leegte ziet dat er ook geen Leegte is
Als zelfs de leegte niet bestaand is, is er ook geen niet-bestaan meer
In de diepe staat van meditatie is er geen Leegte, geen bestaan, geen ‘iemand’ meer:
Lao Zi benadrukt in de Dao Deh Jing dat in de Leegte het idee een ‘iemand’ te zijn wegvalt:
Ik begrijp dit:
zolang er (nog) een iemand is,
is er sprake van spanningen en lijden
Als er geen iemand meer is,
Hoe kan er dan nog lijden zijn? (H.13)
In de Nei Riyong Jing, het Geschrift over de Richtlijnen voor de Dagelijkse Meditatie
wordt meer de nadruk gelegd op het laten vallen van het denken dan van gevoelens en begeerte. Beide maken deel uit van het Chinese begrip Xin, Hart, het denken/voelen.
Dit geschrift begint met de juiste (zit)houding bij meditatie:
Vers 1
Richtlijn voor de dagelijkse oefening
Zit (als) alleen, stil
Zit rechtop met de mond gesloten
Sta geen enkele gedachte toe
Vergeet alle vormen en verschijnselen
Vers 2:
Richt je Geest standvastig
Houd je mond en lippen stijf gesloten
Houd je tanden licht op elkaar
Zie niets met je ogen, hoor niets met je oren
Het hart is waakzaam
Vers 3 gaat over de adem, zie ook H.10 van de Dao Deh Jing:
Adem steeds diep en harmonieus
Adem langzaam en volledig uit, subtiel en licht
Soms lijkt het of je ademt, en dan weer niet
Vers 5:
Richt je zo de gehele dag constant op de Zuiver Leegte en de Innerlijke Rust
Het Hart is dan verheven, geleegd van alle vormen, Zuivere Leegte
Geen gedachten, Innerlijke Rust
Voor degene die dit bereikt geldt:
Verblijvend in de Leegte, het niet-zijn, zwerf je rond met de Wijzen (Vers 10)