Het eerste deel over dit onderwerp, dat ik onlangs schreef, leverde de vraagstelster (ik noem haar Jasmijn) weer nieuwe vragen op:
Maar wanneer weet je nou of dit geven, of delen, en ontvangen in balans is (weer die berekening)? Wat als je ‘achterloopt’ of juist ‘ver voorloopt’?. Ik heb het idee dat bijvoorbeeld Thai daar niet mee bezig zijn, niet iets terugverwachten. Maar wat is de verhouding tussen een mango ontvangen en slechts een glimlach teruggeven (weer die berekening)?
Dit klinkt misschien gek, maar je tekst maakt me emotioneel. Je raakt mijn bron. De manier waarop je schrijft is zo helder en beeldend, en daarmee confronterend. Ik haat die (irreële) angst in mezelf. Mijn partner geeft me het goede voorbeeld, maar ik wil het ook vanuit mijn bron voelen. Het zelf kunnen. Want wat je eerst beschrijft over het ‘gevoel’: “dat spontane verlangen oproepen een ander te willen helpen, te willen geven, delen” herken ik juist ook zo sterk. Dus hoe het samen kan gaan, vind ik lastig te bevatten. Alsof mijn balans verstoord is. Overigens vind ik het bij familie/vrienden makkelijker, omdat ik dan ‘weet’ wat ik terug kan verwachten. Ik vind het hier zo mooi dat het niet uitmaakt. Zelfs zonder een woord te hebben gewisseld, delen mensen.
‘Wanneer is dit in balans’, zegt iets over jouw verwachting(spatronen). De balans, die zit in jezelf, in jouw intentie waarmee je geeft of deelt. Niet in hoe de ander op jouw gift reageert. Dat laatste, daar heb je geen controle over, en dat is ook niet de bedoeling, naar mijn mening. De ontvanger neemt al dan niet een mate van verantwoordelijkheid in de manier waarop hij (….vul hier zelf het gewenste voornaamwoord in, ik gebruik voor het gemak ‘hij’) ontvangt, en dat is geheel zijn zaak, en niet die van jou. En ja, daarin kun je teleurgesteld worden. So what? Teleurstellingen zijn normaal, en o.k. Het zijn gelegenheden om iets te leren, en daarmee, naast pijnlijk, ook waardevol.
Geven en delen gaan in essentie niet over een materiële balans. Dat lijkt voor jou een punt te zijn waar je op ‘vastloopt’, en waardoor een aantal ideeën zo tegenstrijdig lijken.
Mijn eigen ervaring hiermee is dat, hoe onbevangener en onbaatzuchtiger ik kan geven en delen, zonder daar ook maar iets (materieel of immaterieel) voor terug te verwachten, hoe natuurlijker en vanzelfsprekender het wordt dat ik situaties en mensen aantrek die mijn intentie kunnen zien, waarderen en respecteren, en hoe minder vaak ik teleurgesteld achterblijf. Gaandeweg ontdek ik wat die teleurstellingen mij te leren hebben.
Wat jij jezelf ‘geeft’ door aan een ander te geven, en dat op een bewuste manier, vanuit liefde en met een zuivere intentie, is essentieel voor je eigen groei. Daarvoor ben je hier. In dit lichaam, op deze aardkloot.
Dat intentionele, dat zonder verwachtingen kunnen geven en delen, daar is geen truukje voor. Dat is een kwestie van leren, zelfreflectie, ervaren. Vaker doen wat je hart en gezond verstand je ingeven, zonder om te kijken, en je minder vaak door negatieve berekening laten leiden. Dat is een keuze die je kunt maken, telkens opnieuw. Tegelijkertijd nodig ik je uit om zonder oordeel te kijken naar die berekening. Berekening is geen ‘slechtheid’, maar een aangeleerde gewoonte of vaardigheid, die je soms helpt, en soms in de weg zit. Leer het onderscheid kennen. Leer met zachtheid naar jezelf te kijken, óók als dat wat je soms ziet, je niet aanstaat. Ook daarin kun je een balans creëren. Als die glimlach is, wat jij op dat moment oprecht te bieden hebt in ruil voor die mango, dan is er een goede balans. Die glimlach wordt gezien en gevoeld, al dan niet bewust. Doe jezelf niet tekort door die glimlach als onwaardig af te serveren, maar leer die glimlach ook zélf te voelen, aan jezelf te schenken. Dat basisgevoel waar je het over hebt, dat gevoel spontaan te willen delen, dat zit gewoon goed bij jou.
Het negatief oordelen over de minder onbaatzuchtige gedachten, de irreële angsten, daar zit wel een belangrijk aandachtspunt.
Negatieve zelfkritiek is niet opbouwend, niet constructief en niet liefdevol. Een gezonde dosis zelfkritisch kijken, daar is niks mis mee. Maar probeer e.e.a. in het licht van ontwikkeling en groei te zien. Je bent gewoon onderweg naar jeZelf, en mag alles aankijken wat je ondertussen tegenkomt, óók de lastige dingen. Die zijn er om je te dienen, en niet om je (negatieve) gedachten of zelfbeeld te bevestigen of versterken…
En nog iets anders: Weiger een spontaan aangeboden gift niet meteen, omdat je hoofd er met ja-maars tussen gaat zitten. Zeker niet in een boeddhistische cultuur, omdat je daarmee de ander zijn kans op een dosis goed karma ontneemt of onthoudt, want zo worden geven en delen nou eenmaal benaderd door veel mensen (soms heel berekenend).
Oprecht geven en delen, en onbevangen ontvangen zijn een energetische beweging tussen jou en die ander, een hartsverbinding. Het gaat nooit alleen om jou of jouw emoties en gedachten hierbij, maar dat is wel de enige helft van het verhaal waar jij iets mee kunt doen, of uit kunt leren. Hoe, en van waaruit geef jij, deel jij, of ontvang jij? Dáár haal je je vreugde, dankbaarheid, lessen en liefde uit..
Is er denk je een soort truc om bepaalde gedachten voor te zijn of als ze opkomen te negeren? Ze om te tunen naar de datgene dat past bij de innerlijke bron?
‘Gierige gedachten’ wil je niet uitzetten of negeren, en je kunt ze niet vóór zijn. Maar je observeert ze, alsof je van een afstandje naar je eigen denken kijkt. Probeer ze te gaan zien als maatjes, die je helpen iets te leren over en voor jezelf. Met het ‘haten’ van bepaalde aspecten van jezelf sluit je deuren die juist wijd open mogen staan. Kijk die gedachten aan om te zien wat ze je kunnen brengen. Jezelf, of een deel van jezelf als ‘niet goed’ labelen is ondermijnend en iets waar je voor mag waken. Het beperkt je, en het is onwaar. Op het moment dat je die beperkende gedachten waarneemt kun je ervoor kiezen je er niet zomaar door te laten leiden. Zeggen je hart en gezond verstand ja, en je beperkende verstand nee? Wat doe je dan? Dat is je (keuze-)vrijheid. Dat vergt bewustwording en oefening. Gaandeweg zal het ‘gierigheidsgevoel’ verzachten, veranderen en verdwijnen, naarmate je handelen meer en meer voortkomt uit je bron. Denken en handelen komen dan steeds meer in balans.
Zijn sommige vragen die je stelt in de tekst vragen die je vanuit je zelf herkent? Of waarvan je denkt dat ze passen bij mijn vraag? Als het antwoord op de eerste vraag ‘ja’ is, hoe ga jij daar dan mee om?
Al het bovenstaande, herken ik in mezelf. Het gaat over de vragen die ik mezelf gaandeweg stelde, en nog steeds stel. En over de worsteling met mijn ‘negatieve’ trekjes, zoals we die echt állemaal hebben. De één in meerdere of mindere mate dan de ander, ook dat is een natuurlijk gegeven, en gebaseerd op wat eenieder te leren heeft.
Ik ga daarmee om zoals ik erover schrijf. Dat is voor mij de enige manier waarop ik kan pogen jouw vragen te beantwoorden. Vanuit mezelf en mijn eigen ervaring. Het is ‘gewoon’ een proces. Voor iedereen. Niet op te delen in goed en slecht, juist of verkeerd. Dat proces heeft beide kanten nodig om te blijven bewegen, en het houdt nooit op. Als dat je uitgangspunt kan zijn, wordt dat proces een stuk lichter. Interessanter ook. Onderzoek de dingen en behoud het goede.
Een ander woord voor dat proces is Leven.