De diepere consequenties van achtzaamheid en de Satipatthana soetra.
In het vorige praatje, over de Arana vibhanga soetra, kwamen we uit op één van de vele dwarsverbanden in de leer: ‘Het juiste handelen én zuivere spraak blijken niet alleen te leunen op praktische regels, maar ook op zelfreflectie. En met chirurgische precisie naar de staat van je eigen geest kijken, hoe doe je dat nou precies?’ Deze keer wat meer over een aldaar doorverwezen soetra, de vrij bekende Satipatthana (principes van achtzaamheid) soetra. En hoe we nu precies neutraal, achtzaam, observeren wat er binnen en buiten ons gebeurt en vervolgens op die basis ook positief-ethisch kunnen handelen. Een oneliner-samenvatting zou kunnen zijn ‘Voorkeur is stilstaan bij genoegen; afkeer is stilstaan bij pijn. Leef in het nu en observeer wat nu gebeurt, zonder voorkeur en afkeer.’
Stanzas
De Satipattana soetra https://suttacentral.net/mn10/en/sujato?lang=en&layout=plain&reference=none¬es=asterisk&highlight=true&script=latin is relatief lang (bijna 10 bladzijden bij Janssen/De Breet), en op het oog is het onderwerp heel gefocust: het ontwikkelen van gewaarzijn (sati). Hij vormt ook een belangrijke onderbouwing van meditaties zoals de anapanasati, je bewust worden van de ademhaling (zie o.a. de Anapanasati soetra, https://www.accesstoinsight.org/tipitaka/mn/mn.118.than.html ). Dit is een uiterst belangrijke meditatietechniek binnen en – mindfulness – ook wel buiten het boeddhisme. Ik pik er een paar stanzas uit die aangeven dat er onderliggend aan het toewerken naar een focus op meditatietechniek nog heel wat meer vastzit aan deze soetra.
“Dit is de directe weg die leidt tot zuivering van de wezens, tot het te boven komen van verdriet en gejammer, tot het verdwijnen van pijn en terneergeslagenheid, tot het bereiken van de juiste levenshouding, tot de realisering van nirvana (hier en nu), namelijk de vier vormen van het cultiveren van de aandacht.
Welke vier? Welnu, monniken, een monnik blijft bij het lichaam, het lichaam beschouwend, energiek, volbewust, aandachtig, een einde makend aan de hunkering naar en het verdriet om de wereld. Hij blijft bij de gevoelens, de gevoelens beschouwend, energiek, volbewust, aandachtig, een einde makend aan de hunkering naar en het verdriet om de wereld. Hij blijft bij de geest, de geest beschouwend, energiek, volbewust, aandachtig, een einde makend aan de hunkering naar en het verdriet om de wereld. Hij blijft bij de mentale factoren, de mentale factoren beschouwend, energiek, volbewust, aandachtig, een einde makend aan de hunkering naar en het verdriet om de wereld. “
“In zoverre hij in louter wezen, in louter bewustzijn verblijft, onafhankelijk, en zich aan niets in de wereld hecht, in zoverre, monniken, blijft een monnik bij het lichaam, het lichaam beschouwend.”
(Over de mentale factoren)
“Op dezelfde manier is hij zich bewust van de overige factoren van het ontwaken: het begrip van de leer, energie, vreugde, kalmte, concentratie en gelijkmoedigheid. Zo, monniken, blijft een monnik bij de mentale factoren, de mentale factoren beschouwend, namelijk bij de zeven factoren van het ontwaken.”
Zoals gezegd legt deze soetra het fundament voor meditaties zoals de anapanasati, bewustwording van de ademhaling. Eerst op-het-kussen en daarna ook buiten-het-kussen observeer je wat er in je lichaam gebeurt; met later uitbouw naar geest, gevoelens en mentale factoren.
Wat is achtzaamheid niet?
De soetra’s staan vol met regels en analyse-punten, o.a. om te bepalen met welke motivatie je iets doet. Bij het lezen, en mogelijk ook proberen in de praktijk te brengen, geeft dit het risico dat je overcomplex en analytisch je leven gaat indelen. Op mijn recente praatje op deze site kwam een welgemeende reactie van dharmabroeder S., ongeveer luidend:
“Het wordt allemaal veel te complex als je je aan al die regels moet houden. Ga terug naar je eenvoud. Je eenvoud is goed genoeg. Je hoeft niet als een Boeddha te doen of als een wijze of als een vredevolle en wat je je daar dan ook allemaal maar bij voorstelt. Gewoon opgeven, loslaten, niks imiteren. Ook al die ideeën over het juiste dit en dat. Alsof je van te voren kunt bepalen wat het juiste handelen, juist spreken, juiste …in alle omstandigheden is. Dat hangt er altijd weer vanaf natuurlijk. En daar gaat het om. Dat je niet leeft vanuit vaste ideeën of opvattingen of routines of reflexen of praktijken, doelen, idealen maar je gewoon laat leiden in het moment.”
En mijn korte antwoord was ‘zou kunnen, maar met dezelfde argumenten kun je ook jezelf voor de gek houden verdedigen onder het mom van opgeven-en-loslaten’. Een langer antwoord zou er ook andere termen bijhalen: waterhoofd (alleen de geavanceerde ongestructureerde oefeningen doen zonder geduldig de jarenlange voorbereidende beoefening te doorlopen) en zoals mijn leraar het benoemde ‘mouth zen’: kretologie zoals ‘ik doe mijn meditatie wachtend voor het stoplicht, op het kussen zitten ben ik ontgroeid’.
Er mist mogelijk iets in zowel de letterlijke formuleringen uit de soetra’s als in het dwars ertegenin gaan door deze dharmabroeder. Oftewel, die kunnen je leiden tot een valkuil inplaats van het juiste pad. Ik denk dat je de soetra’s best goed kunt vergelijken met een lesmethode voor een kind, of pakweg een revalidatiepatiënt, om te leren traplopen. De feitelijke gebruiksaanwijzing is ontzettend simpel: til voet voor voet op en breng dat been naar het volgende niveau, daarna volgt de andere voet voor weer 1 trede verder. Om het goed te leren ben je komend vanuit het genoemde nul-niveau écht wel een paar uren bezig, en nog steeds langzaam. Maar je wilt niet blijven steken op dat niveau – daarna komt het ‘verinnerlijken’ van het proces zodat je bijna even snel de trap op en af kunt als horizontaal lopen. En de kunst is dat je dan niet slechte gewoonten aanleert zoals treden overslaan, wat niet alleen bij mij wel eens leidt tot over je eigen benen struikelen. Maar als alles goed gaat zit het traplopen automatisch tussen de oren, en kun je zonder die stapels papieren van de lesmethode.
Je zou dus iets kunnen toevoegen in het uitleggen van de Satipatthana soetra als: ‘Zie dit als een oefening in achtzaamheid. Houd niet op als je de hier genoemde analyses en regels beheerst, maar begin dan om langzaamaan achterwege te laten van veel van die letterlijk uitgespelde regels over juist handelen, juist spreken etc. Door de concepten te verinnerlijken polijst je jouw geweten. Zodat je daarna stap voor stap je gewone leven op gewone snelheid kunt oppakken. Met echter integreren van volledige aandacht van lichaam, geest, gevoelens en mentale factoren.’
Wat is achtzaamheid wél?
Dus het gaat niet om zomaar opgeven-en-loslaten. Je brengt het geleerde terug naar de essentie, bijvoorbeeld de Vijf Leefregels die allen gebaseerd zijn op metta. En door een geweten te ontwikkelen dat elke gedachte en vervolgens plan-van-handelen toetst aan die metta, kun je met minder checken-van-de-regeltjes toe. Er is wel degelijk sprake van ‘imiteren’ (je laten inspireren) door voorbeelden van Boeddha en andere boeddhisten.
In die zin moet je ook de oefeningen zien die regelmatig op de retraites van allerlei boeddhistische scholen toegevoegd worden aan de dagelijkse praktijk. Zoals de ‘telefoonmeditatie’ in Plum Village (Leven in Aandacht sangha), waarbij je inkomende belletjes eerst 4 x laat overgaan, diep ademhaalt en dan pas heel achtzaam en metta-vol opneemt. Of de aanverwante ‘stilstand’ oefening in diverse zenscholen, waar je het (ook al achtzame) fysieke werk neerlegt voor 2 minuten staan-in-reflectie zodra onverwachts één der lerare(sse)n langs komt wandelen. Zie ook een eerder praatje https://boeddhistischdagblad.nl/boeddhisme/202782-achtzame-arbeid-be-here-now/ . En voor smartphone-bezitters: wat te denken van discipline in het inschakelen van, en reageren op, de vele mogelijke PING geluiden van pakweg WhatsApp of een social media-site? Natuurlijk zijn die oefeningen geen keiharde regels om in je dagelijks leven overal toe te passen, maar zodra je zou merken dat je ‘traptreden gaat overslaan’ zijn ze een uitstekend hulpmiddel om de aandacht weer op de juiste wijze te gebruiken.
Doel en voorbeeld
Tot nu toe hebben we vooral gekeken naar achtzaamheid voor je lichaam en geest. Maar Boeddha heeft het in deze soetra ook over gevoelens en ‘mentale factoren’. Wat dat precies inhoudt is een lang verhaal op zichzelf, want de Indiase psychologie is best complex en niet makkelijk vertaalbaar naar hedendaagse begrippen. Om het met een sleutelwoord aan te duiden: ze werken allemaal in op je motivatie. In de laatste geciteerde stanza boven, hier nogmaals,
“Op dezelfde manier is hij zich bewust van de overige factoren van het ontwaken: het begrip van de leer, energie, vreugde, kalmte, concentratie en gelijkmoedigheid. Zo, monniken, blijft een monnik bij de mentale factoren, de mentale factoren beschouwend, namelijk bij de zeven factoren van het ontwaken.”
zie je de “satta bojjhanga” (ook wel bodhyanga gespeld), de 7 factoren van verlichting, benoemd. De boven genoemde 6 moet je zien als aanvulling op sati (achtzaamheid).
Een mooie praktische vertaling van dit proces hoorde ik ooit van een collega-leraar. Het luidt ‘Voorkeur is stilstaan bij genoegen; afkeer is stilstaan bij pijn. Leef in het nu en observeer wat nu gebeurt, zonder voorkeur en afkeer.’
In feite zie je hier gelijkmoedigheid (upekkha) benoemd in een vorm direct gekoppeld aan achtzaamheid. Want jij en ik kunnen ons dagelijks leven niet uitvoeren zonder iets van ervaring uit het verleden mee te nemen, dus ook voorkeur en afkeer. Hoezeer ook voorkeur een lichte vorm kan zijn van begeerte en afkeer afgeleid kan zijn van haat, beiden vormen van mentale vergiften waar we overheen willen groeien; het moet wel redelijk en uitvoerbaar blijven. Als je bijvoorbeeld ooit hebt gemerkt dat je suiker lekker vindt en sambal vies, of andersom natuurlijk, dan mag je dat best laten meetellen bij de keuze welk eten je van een dinerbuffet neemt of uit het restaurantmenu bestelt. Maar als je ooit een slechte ervaring hebt gehad met een collega-met-schoenmaat-46, of een top-ervaring met een blonde dame, dan is het erg onverstandig om die ervaring te laten meetellen in je ontmoeting met anderen met (min of meer toevallig) dezelfde karakteristieken. Het wordt al snel een verkeerde vorm, voor jezelf en de anderen, van discriminatie (onderscheid maken). Voorkeur en afkeer zijn andere vormen van de hunkering naar de wereld en het verdriet om de wereld, die we boven in de stanzas zagen. En dus uiteindelijk niet behulpzaam. Nogmaals: observeer wat er nu gebeurt, wat je nu ervaart rond die ander of muziek of eten, en bepaal dan wat je volgende aktie kan zijn…
Praktische omgang
Tja, een praatje als dit heeft natuurlijk een vervelende paradox. Want we komen uit op de conclusie dat je over échte achtzaamheid beter géén pagina’s vol moet schrijven, geen tijden lang moet praten; maar dat het een kwestie van ‘doen’ is. In samenwerking met mensen die meer ervaring dan jijzelf op dit pad hebben, dus je spirituele vriend(inn)en en leraren. Eerst door te oefenen op het kussen, met bijvoorbeeld de ademhalingsmeditatie (anapanasati), en vervolgens door met achtzaamheid te leren werken buiten het kussen. In de fysieke arbeid op een retraite bijvoorbeeld, maar daarna ook in je gewone dagelijkse bezigheden. En daarin kan het een goede oefening zijn regelmatig jezelf (en je mede-sanghaleden) te bevragen waarom je een bepaalde keuze maakt, en op welke manier je een handeling doet. Is het gebaseerd op wat je in het NU ervaart, of op een oudere gewoonte? Is die gewoonte, en voorkeur of afkeer, gebaseerd op een momentopname en dus het heroverwegen waard? Ben je wel voldoende bij de ervaring van het nu?…