Ik ben geen deskundige op het gebied van de Lotus-Soetra, maar dat hoeft toch ook niet? De soetra brengt mij op allerlei gedachten en die wil ik met lezers van het BD delen. We naderen het einde van de soetra, maar zijn nog niet aan het einde. En omdat we nummer 44 per ongeluk hebben overgeslagen, deze keer alsnog 44:
Ollekebolleke
De Lotus-soetra wijdt een hoofdstuk aan dharani’s, een onvertaalbaar begrip, dat ondanks de onvertaalbaarheid toch vertaald wordt, omdat menigeen het tegenwoordig algemeen noodzakelijk vindt de betekenis van een begrip te kennen. Vooruit dan maar: een dharani is een bezwering (luidt de vertaling); een lange mantra (luidt een andere vertaling); een boeddhistisch gezang (luidt weer een andere vertaling); een te reciteren geheugensteun (vertaling nummer zoveel). Ik noem het gewoon een ollekebollekerebusollekeollekebollekeknol. Ik zal dat verderop toelichten.
Er zijn vijf soorten onvertaalbare begrippen of woorden:
- Het woord betreft iets dat wij in Nederland helemaal niet kennen. En omdat in Nederland niemand het kent, is er ook geen begrip voor.
- Het woord heeft meer dan één betekenis terwijl er in het Nederlands geen geschikt alternatief is om al die betekenissen tegelijk in een Nederlands begrip samen te vatten. Je moet dan iedere keer voor een ander woord kiezen om verwarring te voorkomen.
- Het woord is ondergeschikt aan de klanken die er in zitten. Zodra je het woord vertaalt, verdwijnen de klanken, en stelt het niets meer voor. Soort hocus pocus dus.
- Het woord heeft zich als onvertaald woord in de loop der tijd een plaats verworven in de Nederlandse taal. Het woord is dus van oorsprong niet Nederlands, maar maakt wel deel uit van onze taal (denk bijvoorbeeld aan het Franse woord fauteuil, een specifiek type zetel).
- Het woord is een naam of titel geworden (zoals: Boeddha).
Het boeddhisme kent allerlei dharani’s. De meeste zijn geschreven in het Sanskriet of Pali. Ze worden ingemetseld in stupa’s, gepreveld bij huisaltaren, door groepen monniken in koor ritmisch opgedreund en door geschoolde artiesten gezongen. Anders gezegd: er zijn vele toepassingen, gelegenheden en wijzen van omgaan met …
In de Lotus-soetra kun je kennismaken met wezens die geen mensen zijn, zoals raksjasa’s (vertaling: mens-eters, demonen) die zo door de leer van Boeddha zijn gegrepen dat zij zich hebben bekeerd en als bodhisattva’s zweren pasgeboren mensenkinderen te zullen beschermen. Neem de raksjasi “de Blijde Moeder” die met haar kinderen voor Boeddha gaat staan en zegt: “Hoogedele Heer, wij beloven iedereen die de Lotus-soetra leest, opzegt en onderhoudt te beschermen. …” waarna zij gezamenlijk de volgende dharani uitspreken: “Ite me, ite me, ite me, ite me, ite me, ni me, ni me, ni me, ni me, ni me, roehe, roehe, roehe, roehe, roehe, stoehe, stoehe, stoehe, stoehe, stoehe,, svaha.” En dat betekent zoveel als: (met onze) kracht, kracht, kracht, kracht, kracht (en universele) macht, macht, macht, macht, macht (zullen wij dit kind laten) groeien, groeien, groeien, groeien, groeien. (Op deze vertaling is waarschijnlijke van alles aan te merken.)
Vervolgens heffen alle aanwezige raksjasa’s een lied aan dat mijns inziens niet onderdoet voor een van de zogeheten wraakpsalmen uit de bijbel:
“Wee hem die geen rekening houdt met onze bezwering. Wee hem die zich aan de verkondiger van de leer vergrijpt. Moge zijn hoofd in zeven stukken worden gekloofd en uiteenvallen … “ etc.
Kortom: het loopt niet goed af met iedereen die de raksjasa’s onderschat in hun inzet om Boeddha’s leer en de verkondigers daarvan te beschermen. Een gewaarschuwd mens telt voor twee.
Ik begrijp werkelijk niet waarom sommige westerlingen menen dat dharani’s heel bijzonder zijn. Ze zijn in mijn ogen net zo bijzonder als het Latijn uit de katholieke mis, het Frans uit een chanson of het Gaelic uit een Ierse folksong, in dien verstande dat ik sommige woorden uit het Frans nog versta, maar de rest totaal niet. Soms lijken dharani’s zelfs op toverspreuken, die de macht hebben iets tevoorschijn te halen in -, of juist weg te houden uit de werkelijkheid waarin wij leven, zodat die werkelijkheid wat meer op sprookjesland gaat lijken. Helaas, of gelukkig (het is maar net hoe je het bekijkt) is dat niet zo. En zo kom ik op ollekebollekerebusolleke …
Volgens wikipedia is ollekebolleke een dichtvorm, bedacht door drs. P en co. Ik zie er meer een overal voor te gebruiken bezweringsformule in en een prachtige Nederlandstalige mantra. Eerst de bezweringsformule: leer een kind dat ergens bang voor is om datgene waar het bang voor is te bezweren, door het vreesaanjagende object of idee uit zijn bevreesde hartje te bannen door net zo lang en zo vaak ollekebollekerebusollekeollekebollekeknol te roepen als het zelf nodig acht, mits minimaal 108 maal. Veelvouden van 108 maal mogen ook. Succes gegarandeerd. Overigens werkt dit ook voor volwassenen, mits de aanprijzer van deze formule daar overduidelijk zelf ook in geloofd.
Dan de mantra: je kunt ollekebollekerebusollekeollekebolleknol op eindeloos veel verschillende manieren zingen. In groepen gaat dat vooral goed op een strak ritme, sneller en sneller, mits ieder voor zichzelf één toon aanhoudt, dus niet omhoog of omlaag gaat. Het betekent helemaal niets, en dat hoeft ook niet, want door het reciteren gedurende langere tijd geraakt iedereen in een gelukzalige trance. Iedere periode van stilte daarna is oorverdovend!
Zelf zing ik ollekebollekerebusollekeollekebolleknol het liefst melodieus, passend bij mijn stemming van het moment. Toen iemand mij eens vroeg wat het betekende, antwoordde ik dat de diepere betekenis zou mij ongetwijfeld vroeg of laat geopenbaard worden indien ik daar maar voor open zou staan. En zie, het geschiedde in mijn dromen, want ik was al zingend in slaap gevallen.
Steek ik nu de draak met dharani’s? Dat is niet mijn intentie. Ik ben er heilig van overtuigd dat dharani’s hun plaats in het boeddhistisch verhaal verdienen. Maar die plaats is vooral gelegen in landen waar mensen feeling hebben met Sanskriet en Pali, of met Chinees, Japans, Koreaans of andere oosterse taal. Als onvertaalbaar begrip kunnen dharani’s ook in Nederland een plaats krijgen in het westers boeddhisme, maar zonder er van alles bij te denken dat er niet is. Meen ik! Wil je dat toch, dat ‘ erbij denken’ … doe dat dan maar gewoon in de ollekebolleke-stijl.
(wordt vervolgd)