De Lokavipatti soetra is één der meest praktische adviezen van Boeddha voor het dagelijks leven. Vorige keer keken we vooral naar wat de beste houding is als het even niet mee zit, dus ‘fietsen met tegenwind’ in echte poldertaal https://boeddhistischdagblad.nl/achtergronden/208066-wereldse-winden-1-hoe-omgaan-met-tegenwind/. Ditmaal de keerzijde van de medaille: hoe gelijkmoedigheid te ontwikkelen ook als je ‘de wind mee hebt’.
Om het totaalplaatje te behouden nogmaals de acht wereldse winden, maar vanwege de samenhang nu in iets andere volgorde:
Wind mee | Tegenwind |
Winst | Verlies |
Plezier | Pijn |
Lof | Afkeuring |
Roem | Schande |
Winst en plezier
Winst heeft alles te maken met zaken waarvan je kunt zeggen ‘dat is mijn bezit’ of ‘dat wil ik’. En Boeddha’s eerste advies is natuurlijk een open deur: als je nu eens minder gehecht was aan je bezit, en niet steeds méér ervan zou willen, dan zou je veel luchtiger kunnen omgaan met verlies én met winst. Het boeddhistische begrip ‘alles is lijden’, de eerste Edele Waarheid, heeft niet zozeer te maken met negativiteit (‘memento mori’) maar alles met realisme. Zo vind ik het elke keer een zelfgekozen marteling als ik een lange economy-vlucht moet maken, en droom ik van de zeldzame momenten dat ik genoeg gespaard heb voor business class. Maar zodra ik dan business class vlieg in zo’n 100% slaapgeschikte cabine bekruipen me toch weer gevoelens zoals ‘die vertraging verandert er echt niet door’ of ‘mijn bagage kan nog steeds zoekraken’, of meer basaal ‘was dit me nu écht 3 x de prijs van economy waard, wat anders had ik allemaal voor dat geld kunnen doen?’. Het is precies zoals Boeddha in de Lokavipatti soetra zegt: ‘Deze winst die bij mij is opgekomen, is vergankelijk, is onderworpen aan lijden, en is onderhevig aan verandering.’ Met een fraai anglicistisch woord een ‘gemengde zegening’ dus.
Voor plezier geldt net zoiets: het is op zichzelf fijn, ik mag genieten van bijvoorbeeld een mooie hotelkamer of lekker eten. Zonder calvinistisch schuldbesef ‘dat ik anderen xxx ontzeg’ of ‘dat ik yyy milieuschade veroorzaak die er niet geweest was als ik thuisgebleven was’. [i]Maar zodra ik dat plezier wil vasthouden en alsmaar vergroten dan heb ik alle kans op mentale ontsporing – in plaats van als een gunst (doordat ik de zaken zelf bij elkaar verdiend heb mede door eigen inspanning) ga ik het zien als een recht. En zal er alles voor over hebben om het te krijgen, mezelf meer en meer in de stress stortend. En ik introduceer dan ook allerlei onrealistische verwachtingen, en kan niet meer omgaan met de onvermijdelijk ook ontstane verlies- en pijnsituaties…
Een fraaie metafoor-voor-het-leven ervaring gebeurde een aantal jaren terug. Ik was met trein plus fiets een volle dag op onze retraite in de duinen geweest, en moest in het donker terug naar het station. Helaas waren op het goede maar bochtige fietspad een aantal lantaarnpalen uitgevallen, en ik had een lamp op dynamo. Als ik langzaam fietste had ik alle tijd de bochten te ontwijken, maar reikte mijn dynamo-gedreven lichtstraal slechts één meter zodat ik de bochten erg laat zag en er alsnog uit kon vliegen. Als ik de bergaf kracht en mijn spieren optimaal benutte, en gevaarlijk hard naar beneden fietste, dan had ik een ver reikende lichtstraal die de bochten ruim tevoren toonde. Maar dan was de reactietijd om bij te sturen bij een bocht óók minimaal door mijn hogere snelheid. Oftewel: quasi-relaxed leven versus de ‘rat race’ volgen, life in the slow lane versus de fast lane. Het was een lastige keuze tussen twee kwaden; qua stress waren beide opties haast gelijk, en ik koos toch maar voor de ‘wind mee’ (berg af) kracht.
Deze keer twee songteksten, passend bij beide groepen van Wind mee. De eerste gaat weliswaar over iets zeer plezierigs (een zeiltocht met mooi weer), maar ook hier al een ondertoon van vergankelijkheid. Ik presenteer de lezertjes: een Australische zeiltocht met de Little River Band
https://www.youtube.com/watch?v=9bKwRW0l-Qk
If there’s one thing in my life that’s missing
It’s the time that I spend alone
Sailing on the cool and bright clear water
Well, I was born in the sign of water
And it’s there that I feel my best
The albatross and the whales, they are my brothers
It’s kind of a special feeling
When you’re out on the sea alone
Staring at the full moon like a lover
Time for a cool change
I know that it’s time for a cool change
And now that my life is so prearranged
I know that it’s time for a cool change
Het klinkt allemaal als een mooie droom, maar een ondertoon is “And now that my life is so pre-arranged”. Blijkbaar heeft de zanger heel wat verplichtingen aangegaan waar hij bijna aan onderdoor gaat. En dat lijkt verdacht veel op jezelf meer en meer in de stress storten, waarvan we hierboven een grote oorzaak zagen. Het is zoiets als op dharmaretraite gaan puur om daarna met dubbele energie weer in de stress te kunnen meedraaien. En elke retraiteleid(st)er zal je vertellen dat dit onverstandig is. Voor zover er al een doel aan een retraite zit is dat primair je geest rustig en helder krijgen om daarna zo nodig wat aan jezelf en het leven te gaan veranderen. Niet als ‘doping om een zo samsarisch mogelijk leven te kunnen volhouden’.
Lof en roem
Veel meer ‘zichtbaar’ nog dan plezier zijn onze hechtingen aan de stukjes lof en roem die we ongetwijfeld in ons leven ook tegenkomen. Het kan heel kleinschalig zijn, zoals een complimentje voor je vaardigheden in het tuinieren of behoevenden voor laten gaan in de supermarktrij. Of meer structureel, zoals je aanzien als goede opvoeder onder mede-schoolmoeders of zelfs je carrière of artiestenbestaan. Zelden zijn ze onverdeeld: een artiest kan zowel 3 positieve recensies krijgen als 1 vilein-negatieve. Op mijn huidige detacherings-plek had ik binnen 3 werkdagen in respons op een politiek gevoelige e-mail een pluim op mijn hoed van een manager, ‘deze klus is eigenlijk te zwaar voor een externe adviseur maar je doet het bovengemiddeld goed’. En een half uur later, roem kan kort zijn, een e-mail van een interne collega ‘je bemoeit je met zaken die buiten jouw invloed liggen, en kiest de geheel verkeerde koers’.
Meer structureel kan je carrière ook erg statusgevoelig worden. Op 27-jarige leeftijd werd ik 2 weken na binnenkomst bij mijn tweede werkgever van afdelingshoofd plotseling adjunct-directeur – primair uit noodzaak, omdat een stuurloze afdeling mijn eigen afdeling het werk onmogelijk maakte dus ik moest die er ook ‘bij pakken’. En hoewel ik me voornam er onder vrienden en sangha verder geen ruchtbaarheid aan te geven, was ik bij vlagen toch zo trots als een pauw. En liet dat soms ook doorschemeren bij reporting-in en vragenuurtjes. Niet slim, want toen ik 6 maanden later met onenigheid zelf ontslag nam was de val-van-het-voetstuk des te dieper. Hoge bomen vangen veel wind…
De kunst is, wederom, gelijkmoedigheid. Er is niets mis met lof en roem als neven-effect van dat je iets goed doet. Maar net zoals plezier en winst geen langdurig geluk brengen, zo kunnen lof en roem dat ook niet. Een mooi citaat (zie bronvermelding vorige keer), zelf weer afkomstig van David Loi, is:
“De ironie van een door roem geobsedeerde cultuur is dat, of je nu beroemd bent of niet, je net zo in de knel zit als beroemd zijn belangrijk voor je is, dat wil zeggen als beroemd zijn jouw manier is om meer ‘echt’ te zijn. Het maakt geen verschil of ik werkelijk beroemd ben. Ik zit in beide gevallen gevangen in een dualistische denkwijze. Als ik niet beroemd ben, maak ik me ongerust dat het altijd zo zal blijven. Als ik beroemd ben, maak ik me ook ongerust of dat wel zo zal blijven, bang om niet langer beroemd te zijn. Ofschoon de media beroemdheden nodig hebben, worden ze ook gemakkelijk vervangen. Als roem symbool staat voor ‘echt iemand zijn’, is teleurstelling of ontgoocheling onvermijdelijk. Het maakt niet uit hoe beroemd we zijn. Het kan nooit echt bevredigend zijn als we er iets van verwachten, wat het niet kan geven.”
Vajragupta formuleert wat je wél zou moeten willen als “geluk is bevrediging die ontstaat wanneer we ons leven een zinvolle betekenis geven, wanneer we leven in overeenstemming met positieve waarden en vanuit relaties met kwaliteiten die onze zorg voor anderen uitdrukken en verdiepen.” Met andere woorden, als je leeft volgens de ethische leefregels en andere boeddhistische waarden.
Een tweede songtekst, en daarna terug naar de kern-adviezen. Dit keer naar Californië, en Grace Slick met haar Starship: https://www.youtube.com/watch?v=3wxyN3z9PL4
I’m so glad I found you
I’m not gonna lose you
Whatever it takes
I will stay here with you
Take you to the good times
See you through the bad times
Whatever it takes
Is what I’m gonna do
Let ‘em say we’re crazy
What do they know?
Put your arms around me
Baby, don’t ever let go
Let the world around us
Just fall apart
Baby, we can make it
If we’re heart to heart
And we can build this dream together
Standing strong forever
Nothing’s gonna stop us now
And if this world runs out of lovers
We’ll still have each other
Nothing’s gonna stop us
Nothing’s gonna stop us
Je kunt het interpreteren als een lofzang op een ‘happy couple’, maar in bredere zin als een lofzang op elk team / positieve groep. Gezamenlijk kun je de hele wereld aan, maar zodra de samenwerking/relatie zand in de raderen krijgt dan is het gedaan met zowel het gezamenlijke plezier als met je status naar de ‘peer group’ toe. Want in het eerste couplet worden al de ‘bad times’ genoemd, de vier tegenwind-factoren dus. Die lurken altijd op de achtergrond, zowel bij leven-op-een-voetstuk als bij de andere wind-mee factoren. En als je nu eens wat minder gehecht zou zijn aan de goede tijden, dan ben je ook minder kwetsbaar in de slechte tijden.
Lessen uit wind mee
Het mag een open deur lijken, maar toch is ie het noemen waard: ook als je wind mee ervaart, dan zou ik eerst maar eens stilstaan en een goede koers uitzetten. Dus “observeren wat je plannen waren, waar de nieuwe wind vandaan komt, en hoe je er het beste mee kunt omgaan” net zoals bij tegenwind. Aannemen dat het geluk jou voortaan altijd zal toelachen is ijdele hoop; maar blij zijn voor jezelf en anderen dat je nu winst, plezier, lof en/of roem ervaart is op zichzelf niets mis mee. En ja, toen ik op het fietspad bij de duinen ervaarde dat ie lekker bergaf ging maar tevens bochtig, zonder straatverlichting en met dynamo-met-beperkingen: ik kneep écht in mijn remmen. En pas na goed afwegen, en het voornemen om 100% aandacht te hebben de komende kilometers, besloot ik voor de snelste (en mogelijk gevaarlijkste) benadering.
Gelijkmoedigheid ook bij de positieve wereldse winden betekent relativeren. Weten dat ze fijn zijn maar in principe tijdelijk. En dan kun je ‘gewoon blijven doen’ in plaats van op basis van status en trots te gaan leven. En, in gedachten de boeddhistische leefregels, laat je ook je naasten maar ook de behoeftigen meedelen in je fortuin; je geeft niet om je eigen status te verhogen, maar uit dankbaarheid dat jezelf zoveel van de samenleving ontvangen hebt en het normaal vindt om naar vermogen wat terug te doen. Ik gebruikte de vorige keer de term ‘emotionele eeltlaag’ als bescherming tegen extreme impact van tegenwind, maar met de waarschuwing die niet te verwarren met cynische onverschilligheid. Want je moet niet de emoties voortkomend uit een negatieve of positieve wereldse wind onderdrukken. Je ervaart ze nog steeds, maar neemt in ieder geval afstand van de initieele reflex; en gaat rustig nadenken hoe je er mee moet omgaan. Net zo is er een stukje ‘eeltlaag op je ziel’ als je winst of lof ervaart. Je wuift het niet weg, maar geniet met mate en doet vanuit die basis je best om verder het goede te blijven doen. Geen grijpen, geen pathetisch de rol blijven invullen die je jongere zelf zo goed kan; ‘meegaan met de stroom’ dus.
Afronding – de evenwichtskunstenaar
De valkuilen van de positieve wereldse winden lijken op die van de negatieve, al zijn er verschillen. Allen hebben te maken met ‘gehechtheid’, met niet genoeg kunnen relativeren. Met het niet kunnen volgen van het ‘ik veer mee’ advies dat nu ook een grote verzekeringsmaatschappij aanbiedt. Gelijkmoedigheid, gebaseerd op wijsheid en compassie, staat je toe om die gehechtheid wat minder te maken. Waardoor je kunt balanceren op het slappe koord tussen overtrokken emoties en gevoelloosheid, en net als een duikelaar wel de windvlaag opvangt maar daarna weer fier rechtop komt te staan.
Hopelijk heb je hier wat aan de volgende keer als je een kleiner stukje of grote vlaag tegenwind of wind mee ervaart in je leven!
Johan zegt
De wind waait en de bladeren vallen van de boom. Dat is het.