De Upadda Sutta is een erg belangrijke sutta. Daarom geef ik hierbij ook de Pali-tekst:
‘Uppada va, bhikkhave, tathagatanam anuppada va tathagatanam, thitava sa dhatu dhammatthitata: sabbe sankhara anicca; sabbe sankhara dukkha; sabbe sankhara anatta.’
Ik vertaal dit als volgt:
Monniken, onafhankelijk van het feit of er al dan niet een Boeddha in de wereld verschijnt, de natuurwet, de Dhamma blijft onveranderlijk van kracht: alle geconditioneerde dingen zijn vergankelijk; alle geconditioneerde dingen zijn onbevredigend; alle geconditioneerde dingen zijn zelfloos.’
Een bijzondere sutta. De Boeddha stelt zich in deze voordracht niet boven de natuurwet, niet boven het proces. Hij is het proces. Net als wij allen het proces zijn.
Het enige verschil met ons allen is dat de Boeddha een Mahapurisa is—een heel groot Mens met bijzondere kwaliteiten. Maar een mens net als wij. Géén god. Géén creator. Géén opperbouwmeester.