Voordat ik met hoofd-abt lama Khenpo van het Kagbeni-klooster in gesprek kon gaan, kwam een oudgediende monnik als wegbereider. Het was Kunga Choephel, hoofdmonnik, die ook de lokale onderwijzer was (geweest). Hij had een jaar afgezonderde meditatie meegemaakt in zijn kloosteropleiding en drie maanden in een grot. Hij was vanaf zijn veertiende jaar al monnik.
Onze gedachtewisseling richtte zich al snel op devotionele activiteiten, zoals gebedsmolens draaien, prostraties maken, mantra’s zeggen met behulp van een mala. Hoe meer hoe beter, zei de Kunga. Ja vooral oudere mensen doen dat. Kan nooit genoeg zijn. Want het is om je misstappen goed te maken, de negatieve krachten in je leven te compenseren en om te voorkomen dat je (lang) in de hel belandt.
Lama Khenpo, met wie het gesprek later werd voortgezet, de liberale en voortvarende hoofd-abt van het klooster legde de nadruk op handelen vanuit je ware aard. Het doorzien van egoaspecten. Van jezelf en van de ander. Compassie en liefde, openheid en een groot hart vormden zijn management-gereedschap.
Toen ik hem vertelde welk accent zijn monnik legde in de boeddhistische practice, was het even stil en Lama Khenpo glimlachte. Een beetje vermoeid? Of verbeeldde ik me dat maar? Ach, zei hij, dat bedoel ik nou als ik zeg dat er nog veel te doen is om de oude en traditionele opvattingen om te buigen. Die hel, zo plastisch afgebeeld op het levenswiel, is geen hiernamaals of overgangsfase, die maken we zelf, in dit leven. We waren het roerend eens.
Vervolgens maakte ik hem deelgenoot van mijn ontroering bij het zien van een zich prostrerende vrouw bij zijn tempel. Hoe het mij geraakt had hoe zorgvuldig en bijna gracieus zij op haar leeftijd die buigingen maakte. Hoe zij blijkbaar één was met die wereld. Werd zij gedreven door angst? Of kon het zijn dat zij hierin al haar ego-onthechting en liefdevolle overgave samenkwamen?
Khenpo kon deze wat onverwachte switch van mij uiteindelijk goed mee-maken. Begreep wat ik zei en was nu heel bezorgd dat ik misschien gedacht had dat hij deze vorm van ‘beoefening’ gering schatte. Nee, deze leken-practice had natuurlijk zijn waarde. Zeker voor de mensen zelf.
Deze dingen blijven mij intrigeren. Ik ben nu enkele malen vrij lang in Nepal geweest, ook in de boeddhistische regio’s, alles bijeen wel ruim een jaar. En mijn bewondering voor vooruitstrevende mensen als Lama Khenpo is groot. Maar zou zijn klooster ooit ook een opleiding voor leken krijgen, inclusief vrouwen dus? En hoe lang zou de scheiding tussen monnik en het gewone volk blijven? Het zijn vragen die naderhand in mij opkwamen en die ik wellicht per email eens aan hem zal voorleggen.