Hoe kan je nu dankbaar zijn als je zo ziek bent werd me gevraagd.
Als je ruimte in je hart hebt voor dankbaarheid, als je je niet door de waan van de dag, of van je ziekte, mee laat nemen kun je gelukkig zijn. Dat is een oefening, dat kun je cultiveren. Uiteraard niet door hard werken. Het begint door voor de kleinste dingetjes dankbaar te zijn en dat begint met zo bewust mogelijk te leven, zo veel als mogelijk in het huidige moment te zijn. Het huidige moment is het enige moment dat we hebben, het verleden is voorbij, de toekomst moet nog komen.
Tijdens mijn middagwandeling, annex loopmeditatie, kom ik de mooiste dingen
tegen, sta ik regelmatig stil bij de mooie dingen die de natuur te bieden heeft.
Vandaag zag ik een eekhoorn die een voederbakje van een vogel aan het leegeten is. Met zijn voorpootjes pakt hij er telkens iets uit, opent het – de schilletjes vallen op de grond – en eet de inhoud op. Schichtig kijkt hij in het rond terwijl verschillende vogels om hem heen af en aan vliegen. Even verderop staat een pauw onbeweeglijk pauw te zijn.
De zon schijnt door de bomen die nu bijna helemaal bladerloos zijn, het betrekt, de wolken worden langzaamaan dikker, het wordt grijzer, kouder. Even verderop staan twee koeien in de wei. Langzaam herkauwend, hun blik op oneindig. De vele, hoge varens zijn gekrompen en liggen er verschrompeld bij. Van de paddenstoelen is niets meer over, weer helemaal in de aarde opgegaan.
De mensen die ik tegenkom zijn zo verschillend en zo helemaal mij. Sommigen
lopen snel, anderen kunnen niet snel meer. Een opa en oma met de kleinkinderen; iemand duwt iemand in een rolstoel voort. We groeten elkaar en soms ook niet, net hoe het uitkomt. Zou iedereen met net zo’n gevoel van dankbaarheid lopen zoals ik?
Beseffen wat een voorrecht het is (nog) te kunnen lopen op deze prachtige aarde.
Zoveel mogelijk in bewuste aandacht, mindful zijn is voor mij de clou. Bewust eten, de rijkdom van genoeg te eten te hebben op mijn bord te zien, de rijkdom van een verwarmd huis te hebben, een warm bed, mensen die om me geven om me heen.
Mijn hart loopt soms over van dankbaarheid, op die momenten voel ik mijn hart letterlijk in mijn borstkas kloppen. Een heerlijk gevoel.
En natuurlijk ben ik ontzettend dankbaar voor de manier waarop mijn ziekte verloopt, dankbaar dat het lijkt niet zo snel te gaan als verwacht, dankbaar dat ik dit pad op zo’n bewuste manier kan lopen. Dankbaar voor de kundigheid van de artsen, verpleegkundigen, therapeuten en alle anderen die me helpen dit pad te gaan. En bovenal ben ik Willy, mijn partner dankbaar. Dankbaar dat ze niet weg is gegaan toen na net vijf maanden ‘verkering’ de diagnose kwam die ons hele leven op zijn kop zette. Dankbaar hoe we samen dit pad lopen met alle ups en downs die er zijn.
Dankbaar dat ze is wie ze is. Wat een feest!
Dankbaarheid brengt geluk, we hoeven niet dankbaar te zijn omdat we gelukkig zijn.
Jan Veenendaal – Geen dood, geen vrees (5) – dankbaarheid
In een serie columns schrijft Jan Veenendaal aan de hand van de Hartsoetra en het boek ‘Geen dood, geen vrees’ van Thich Nhat Hanh over zijn ongeneeslijke ziekte en de bijzondere, spirituele reis die hij hierdoor maakt. Jan is lid van de ‘Orde van Interzijn’. Zijn dharmanaam is: ‘True ripening gratitude’.
Wulf zegt
Dankjewel Jan Veenendaal. Uw verhalen scheppen vertrouwen.