Dit is de tweede van vier afleveringen met dezelfde titel. “Houd gewoon op met …” Deze tweede aflevering gaat over: ophouden met vakken vullen ….
Het is de tweede stap van de vier-stappen-methode naar mindfulness.
Waarnemen is geen vaardigheid, in tegenstelling tot selectief waarnemen. Om waar te kunnen nemen, heb je alleen zintuigen nodig die hun werk doen. Om bewust waar te kunnen nemen, hoef je alleen maar op te houden met alles waar je op dat moment mee bezig bent, zodat je ‘stil’ kunt worden en aandacht overhoudt die je vervolgens kunt besteden aan hetgeen er bij je binnenkomt.
Voor iedereen bij wie het kwartje nu niet valt, volgt hier enige toelichting.
Van nature kun je alles wat te zien, te horen, te voelen (tasten), te ruiken, te proeven, te denken en te voelen (emoties) is, waarnemen zoals het is. (Merk op dat het vermogen om gedachten en emoties waar te nemen ook als ‘zintuig’ is te beschouwen.). De meeste mensen doen dat echter niet. Ze zien alleen wat ze graag willen zien; horen alleen wat ze graag willen horen; voelen alleen wat ze graag willen voelen en ga zo maar door. Of precies andersom: ze zien precies dát waar ze bang voor zijn; horen precies dát wat ze liever niet horen; voelen wat ze liever niet willen voelen… Ze focussen erop en sluiten zich af voor al het andere. Ze doen dat doorgaans volstrekt onbewust. Ze zijn niet ‘open’, dragen denkbeeldige gekleurde brillenglazen, hebben denkbeeldige watten in hun oren, dragen denkbeeldige wanten om hun vingers en harnassen om hun lijf. Om maar wat te noemen. Ze laten alleen nog het gewenste door, en sluiten zich af voor het ongewenste. Ze nemen niet alles waar, ze nemen alleen waar wat ze uitkom of waar ze juist bang voor zijn. Wat ze daardoor missen, missen ze niet, want ze hebben geen idee van wat ze allemaal missen!
Tja. Hoe is het zover gekomen? Door het doorlopen van een leerproces van jaren. Het is beslist nuttig om selectief te zijn in kijken, luisteren, ruiken, proeven en wat al niet meer. Te veel indrukken leiden alleen maar af van wat werkelijk belangrijk is. Daarom gaat de blik gemakkelijk naar geslachtsdelen of waar die horen te zitten (veel mensen vinden seks erg belangrijk) maar nauwelijks naar een onooglijk bloemetje dat tussen tegels groeit (wat moet je daar nou mee?). Daarom hoort een moeder wél het eerste aanzetje tot huilen van haar baby (uitleg overbodig) maar niet het tikken van een klok (gaat toch de hele dag door). De geur van versgebakken brood valt gemakkelijk op (eten!) en een brandlucht ook (gevaar!) maar vrijwel niemand ruikt zichzelf op de pot. Het meeste wat mensen zien, horen, voelen of op andere wijze waarnemen is niet belangrijk. Tenzij het belangrijk is, maar dat merk je dan vanzelf wel (meestal te laat). Eigenlijk wordt ieder mens de godganse dag overspoeld met prikkels, en daar kun je knettergek van worden, vooral als je meent met iedere prikkel iets te moeten doen. Sommige mensen zijn notoire etikettenplakkers en vakkenvullers: dit is een auto, dit is een vogel, dit is een blaffende hond, dit is … Iedere prikkel krijgt een sticker en komt in een of ander vakje terecht. Daar kun je druk mee zijn. Zo druk, dat je er overspannen van wordt. Terwijl het nergens voor nodig is.
Om onbevangen waar te kunnen nemen hoef je slechts op te houden met etiketten plakken en vakken te vullen! Laat iedere prikkel maar binnenkomen, even bij je rondhangen en … weer vertrekken. Je hoeft er helemaal niets mee te doen. Dat geldt ook voor gedachten en gevoelens. Laat maar komen, laat maar zijn en laat maar gaan en ontspanning is het meest natuurlijke gevolg. Je hoeft het niet te leren. Je hoeft er niets voor te doen. Iedereen kan het. Houd jezelf niet in, maar doe gewoon niks! Laat je door niets verleiden daarvan af te wijken.
Om misverstanden te voorkomen: jezelf afsluiten is iets doen. Afsluiten gaat namelijk niet vanzelf, zelfs niet wanneer het een automatisme is geworden. Het kost energie én het is aselectief, dat wil zeggen dat je er ook prikkels mee weghoudt die wél nuttig zouden kunnen zijn. Op welke manier ook. Een goed test is deze: wanneer je mediteert met open ogen, moet je niet gaan zitten dommelen. Blijf alert, zodat, wanneer iemand een tennisbal naar je hoofd gooit, jij op tijd weg kunt duiken en de bal niet vol op je snufferd krijgt! Of wanneer iemand jou naam fluistert (een echt iemand, niet een of andere ‘hallucinatie’) jij onmiddellijk kunt reageren, bijvoorbeeld om naar een gesprek met je leraar te gaan; of, als je brandlucht ruikt, jij op tijd een brandblusser kunt pakken. Dat is nuttig. Sluit je nooit helemaal af.