De redactie van het Boeddhistisch Dagblad is geïnteresseerd in de ervaringen van mensen die het boeddhistisch pad volgen. De leer bestuderen en praktiseren. Al of niet op een kussen of in een sangha of in je eentje. Ben je zo’n iemand en wil je je ervaringen delen- hoe je het boeddhisme hebt ontdekt, wat het je opbracht en niet, je teleurstellingen en hoop, je verwachting, welke richting je volgt en waarom, of als je het boeddhisme weer hebt verlaten- stuur ons jouw ervaringen in een niet zo’n heel lange tekst toe om in de serie Boeddhistische doeners en denkers gepubliceerd te worden.
‘In mijn jeugd groeide ik op in Bussum. In 1958 kwam ik ter wereld aan de Karel Doormanlaan in deze gemeente. Ik herinner mij mijn kleutertijd daar. De geur van het paard van de schillenboer, de scharensliep ( scharen en messenslijper die met een kar langs de deuren kwam), de bakkerskar, de groenteboer met zijn kar, de haringkar. Mijn voettochten naar de kleuterschool ( al op jonge leeftijd alleen naar school).
We woonden in een klein huisje en verhuisden later naar de Bijenschans vlak bij de heide waar ik het grootste deel van mijn jeugd doorbracht. Toen wij pas verhuisd waren overleed mijn vader aan een hersentumor. Ik was toen vijf jaar en het was de zwartste dag van mijn leven. Mijn moeder was in diepe rouw en verdriet en ik zocht mijn troost op de heidevelden in de natuur. Ik was een fantasierijk kind, schreef fantasierijke opstellen en tekende veel. Ondanks het overlijden van mijn vader had ik een gelukkige troostrijke jeugd vlakbij en in de natuur. ’s Zomers ging ik vaak mee met de vader van mijn vriendje en mijn vriendje zelf naar hun volkstuin aan het Naardermeer. Het waren mooie gelukkige dagen met werken in de tuin ( onkruid wieden), roeien met mijn vriendje en vissen in de karnemelkse sloot die grensde aan het Naardermeer. Na het werk kreeg ik groente mee voor thuis waar ik mijn moeder blij mee maakte. Zij was een lieve moeder die hield van eenvoud en de waarde van de kleine dingen inzag maar veel verdriet bij zich droeg.
Ik zocht de natuur op en leerde de vogels, dieren en planten kennen die mij vervulden van een gelukkig gevoel. In de pubertijd werd ik somberder. Om mijn moeder te laten zien dat ik mijn best deed leerde ik goed op school en deed mijn best om haar zoveel mogelijk te laten zien dat ze om mij geen zorgen hoefde te hebben. Toen de keuze kwam voor voortgezet hoger onderwijs koos ik tussen mijn liefde voor de natuur en mijn creativiteit. Het werd uiteindelijk Kunstacademie. Ik volgde daar de richting ” Vrije grafiek” maar werd gedurende de opleiding steeds somberder en angstiger. Een crisis in een relatie met een toenmalige vriendin versterkte dit. Uiteindelijk mondde dit uit in een poging om uit het leven te stappen.
Ik belandde in een kliniek en tijdens mijn verblijf daar werd duidelijk dat ik enorm worstelde met de dood van mijn vader en een hechtingsproblematiek die daar uit voortvloeide.
Na drie jaar mijzelf intens binnenstebuiten gekeerd te hebben, keerde ik terug in de maatschappij. De harde verwarrende maatschappij en had moeite mij weer in het gareel te krijgen.
Ik begon te lezen over natuurvolken en raakte gefascineerd door hun leefwijze. Verder las ik alles wat los en vast zat over het boeddhisme. Hetzelfde boeddhisme dat mij min of meer over mijn angst voor de dood heen hielp, een overblijfsel van het verlies van mijn vader.
De meest troostrijke en geruststellenste gedachte kwam van een boeddhistische monnik die sprak over het leven en de dood als een golf die geboren wordt op zee, sterft op de kust maar terugkeert naar wat hij was namelijk water. Het hielp mij enorm de dood te accepteren en vooral te leven.
Hoewel ik niet streng ben in de boeddhistische leefwijze, zie ik het als een prachtige leidraad om je eigen weg te vinden.
Ik ben er een gelukkig mens door geworden en besef mij dat alles vergankelijk is en dat succes niet betekend dat je materieel succesvol bent maar kunt genieten van al de mooie kleine dingen die het leven te bieden heeft. De natuur, de liefde, mijn creativiteit, de dankbaarheid voor een dak boven mijn hoofd, eten op tafel, boeken, kunst etc.
De enorme waardering voor onze aarde, wat zij geeft en al wat leeft en dit mede dankzij natuurvolken en het boeddhisme die mij met hun wijsheid de ogen openden.
Ik ben nu 62 jaar en geniet van het leven. Ondanks het verdriet om wat er op deze aarde gaande is aan vernietiging en vernielzucht en hebberigheid. Ik probeer in mijn kleine omgeving positief te blijven en mijn eigen “paradijsje” te creëren. Ik heb een lieve vriendin, een lieve volwassen zoon en vind troost in de kunst en schilderijen die ik maak, het vrijwilligerswerk in een bejaardentehuis en in een psychiatrische kliniek en in de natuur (zowel in het klein in mijn tuin als in het groot).
Ik stroom verder in tijd en ruimte met een liefdevol soms ook kritisch en alert hart tot het mijn tijd is om terug te keren naar de bron als een druppel water in een onmetelijke oceaan. Ik ben niets en tegelijk onderdeel van alles. “Om mani padme hum”.
Was getekend Bert. Wilt u ook uw ervaringen met het boeddhisme delen, mail ze dan naar redactieboeddhistischdagblad@upcmail.nl