1.
De geest van dit gebaar
is een geboorte waarin
je absorbeert rondzwervend
tekort en overdaad
aandrang schatplichtig
verward en verwikkeld
aanvaard ik toekomstige spoeling
als stroom van ontwaken
niet verleid door de droom
van moeiteloosheid
weet oog in oog met lijden
illusie zich geen raad.
2.
Beschamend genoeg was de laatste
bocht om bodemwaarts
me te wenden naar essentiëler
zwellen en verdorren
uitblijvend antwoord
onrust en onzekerheid of
afkeer ook en houvast, het vele
betast ons celgewijs
maar kernachtiger wil verhitten
mij ongerept en allemachtig
gloeiend lava
dat geen steen zal stoppen.
3.
Het hartsoog kleurrijker
dan de wereldblik
zegent dit staketsel van
bloed en been en adem
via ragfijn spinsel in
levend verband
doet volheid slechts wat
wij nooit konden
zich delend vorm op vorm
uit heiligst behoeden
bekrachtigt het ons
vlokbestaan.
4.
De schijtende os wordt
stilaan ruimhartig
bewonderd continuüm
voor filosofen
uit natrillend haar
vluchten schichtige spinnen
nu allen uitpuurt
archaïsch spektakel
dat jong en oud
conform de maat van
stremmen en vervoeren
vermaakt.
*(Enso is een term uit de zen-kalligrafie [shodo], letterlijk “circulaire vorm”)
©gedel.nl