We hebben weer eens een ouderwetse regentijd. Niet dat we daar na acht jaar al uit eigen ervaring over kunnen praten. Maar de eerste regenbuien vielen dit jaar al kort na Songkran, het traditionele Thaise nieuwjaar op 13 april, en uit de overlevering weten we dat Songkran ook altijd beschouwd werd als het begin van het regenseizoen. Natuurlijk liet ook vroeger de natuur zich niets gelegen aan de kalender van de mensen, maar in zijn algemeenheid waren de seizoenen toch wat voorspelbaarder dan ze vandaag de dag zijn. In de afgelopen jaren kwam het regelmatig voor dat de eerste regens tot ver in mei op zich lieten wachten. Bij-effect daarvan is dat de smog blijft toenemen, zolang die niet door de regen wordt weggespoeld. Vorig jaar leidde dat nog tot huiveringwekkend hoge smogwaarden in mei. Dit jaar viel het reuze mee met de smog, alhoewel die regelmatig nog tot ver boven de in Nederland veilig geachte norm uitsteeg.
Wij houden van de regentijd. Helder blauwe luchten vol witte wolken wisselen af met donkergrijze wolkenpartijen die soms gigantische hoeveelheden water laten vallen. Wat in Nederland als een zeldzame hoosbui wordt beschouwd, is hier dan dagelijkse kost. Gelukkig niet de hele dag. De ochtenden zijn meestal droog en warm; in de loop van de middag begint het te betrekken en aan het eind van de middag of in de avond barst het dan los. Soms gepaard gaand met flinke stormen, die de regen soms zowat horizontaal over het terras jagen. Verrassend snel richt de uitgedroogde natuur zich weer op en zijn de vergeelde weilanden weer groen.
Nu, een maand na de eerste buien, zitten alle bomen weer volop in het blad en staat er van alles in bloei. Water geven, in de droge tijd iets waar we dagelijks zeker twee uur mee bezig zijn, hoeft niet meer. Maar snoeien en maaien komen daarvoor in de plaats. We hebben geen sportschool nodig om in beweging te blijven.
Intussen klinkt er vrijwel dagelijks een enthousiaste kreet over het landje, als een van ons weer iets bijzonders tegen is gekomen. Zo zagen we vanmorgen een koppeltje boomkikkers bezig met het leggen en bevruchten van eieren. Half in het water hangend scheidt het vrouwtje de eieren uit in een schuimige massa. Het (veel kleinere) mannetje zit op haar rug en bevrucht de voorbijkomende eieren. De schuimige pakketjes zien we in deze tijd overal waar water is verschijnen, maar de productie ervan hadden we nog niet eerder waar kunnen nemen.
Ook de grote miljoenpoot liet zich weer eens zien. De naam is zwaar overdreven. In het Engels komt die dichter bij de werkelijkheid. Daar heet de miljoenpoot een millipede, letterlijk vertaald een duizendpoot. Wat wij een duizendpoot noemen is in het Engels een centipede, ofwel een honderdpoot. Lekker verwarrend. Hoe dan ook, een duizendpoot heeft minder dan 100 pootjes en een miljoenpoot heeft er veel minder dan 1000. Sommige duizendpoten hebben meer poten dan sommige miljoenpoten. Lekker verwarrend dus. Het verschil tussen de beestjes zit hem in de vorm en het aantal poten per segment. Miljoenpoten zijn rond en hebben twee paar pootjes per segment, duizendpoten zijn platter en moeten het doen met één paar pootjes per segment. De grote duizendpoot is een van de weinige dieren die alle alarmbellen doet rinkelen. De beet is een van de pijnlijkste die er is. Gelukkig zien we ze weinig en blijven ze ook graag uit onze buurt. De miljoenpoot lijkt meer een goedzak, zie zich oprolt als wij in te dichtbij komen.
Iets minder enthousiast zijn we over de mieren. In zijn algemeenheid is daar hier (leuke woordcombinatie) al geen gebrek aan, maar dit jaar was het echt een plaag. Werkelijk alles wat we openden of oppakten en niet in de koelkast of een goed afgesloten opbergbox zat, zat vol mieren. De geiser en douchekop van het gastenhuisje, twee soepkommen die onder in een kastje stonden, het antieke theedoosje en Tjoklat-blikje (ondanks dat ze dicht zaten), de fietspomp, alle bezemstelen (die hier van bamboe zijn en hol van binnen). Indrukwekkend om te zien hoe fanatiek ze met de eieren aan het slepen waren, maar we werden er wel gek van om bij alles wat we oppakten meteen een hele arm vol mieren te hebben. Volgens de Thai zijn de mieren massaal actief geworden door de aardbeving. Geen idee of dat klopt. Het zou betekenen dat ze zonder die beving nog altijd met zijn allen stilletjes onder de grond zaten. Hoe dan ook, de plaag lijkt gelukkig voorbij.
Totaal onverwacht was de terugkeer van een van de waterschildpadden. Zeker 3 jaar geleden hebben we de 3 schildpadden van de vijver bij het terras naar de grote vijver verhuisd, omdat de terrasvijver langzaam leeg liep. Sindsdien hebben we ze niet meer gezien. Vorige week stonden buurboer Toey met kleinzoontje Foe aan de poort. Foe droeg een emmer en daarin zat een waterschildpad. We hebben die in de (inmiddels weer waterdichte) terrasvijver gezet, en hoewel hij daar af en toe uitklimt, komt hij nu dagelijks om een maaltje vragen. Hij is behoorlijk gefocust op ons, waardoor we er zeker van zijn dat het één van de verdwenen dieren is.
En dan zijn er nog de vogels. Waren we 7 jaar geleden al helemaal blij toen er zich een bushchat vestigde in de tuin, inmiddels hebben we al tientallen soorten om ons heen. Sommige verraden zich alleen door hun roep. De klaagkoekoek, de rosse boomekster, de nachtzwaluw met zijn merkwaardige geluid alsof er met een metalen staaf op ijs wordt geslagen, de kopersmid, die inderdaad klinkt alsof hij in een smederij op het koper staat te slaan. Ze laten zich volop horen, maar niet of nauwelijks zien, laat staan fotograferen. Ook de Bayawever heeft zijn aanwezigheid laten blijken. Niet door zijn geluid, maar doordat zijn nest-in-aanbouw uit de bamboe gewaaid is. Wevers zijn niet al te grote vogels, die ongelofelijke bouwwerken van hun nesten maken. Het nest dat we op de grond vonden is een perfect “ijshoorntje” van een halve meter lang. Het hangt normaal gesproken met de punt omhoog. Aan de onderkant zit dan een soort tunnel die naar het eigenlijke nest leidt. Die tunnel was nog niet af. We hebben het nest weer opgehangen. Nu hopen dat de vogels het af gaan bouwen. Die kans is echter niet zo groot. Maar wie weet.
Genoeg geschreven. We gaan weer een rondje door de tuin maken, langs de weelderig bloeiende jasmijn, de mangoboom vol vruchten, de eenzame jackfruit en de vele andere bloeiende planten waarvan we de naam soms nog moeten opzoeken.
De regentijd duurt nog wel even, als de klimaatverandering tenminste geen roet in het eten gooit. Dus de enthousiaste kreten (“kom gauw kijken”) blijven de komende weken ook nog wel klinken. Deze blog zou daardoor zo maar een vervolg kunnen krijgen.
Meer foto’s zien:
Fauna: https://flic.kr/s/aHsm59YGb1
Flora: https://flic.kr/s/aHsmSea38V
A. Rood zegt
Heel leuk om de ervaringen van Mieke en Francois te lezen, dank jullie wel!
Suzanne zegt
Altijd leuk om te lezen, ik krijg een blij gevoel wanneer ik zie dat er weer een stuk van jullie te lezen is!
Peter C. Hendriks zegt
Mooi verhaal en prachtige foto’s.
Dank jullie wel.