Het innerlijke gezin als weg van overleven naar werkelijk leven.
Niets kan de drang tot leven werkelijk stoppen.
Zelfs onder asfalt vindt een grasspriet zijn weg omhoog.
Het leven zoekt altijd een weg. Zelfs een kind voelt: wat wil groeien, laat zich niet tegenhouden. Die stille kracht die telkens weer tot leven aanzet, noemen we de wordingsdrang.
Deze wordingsdrang vormt de kern van het leven zelf. Toch raken we er vaak van vervreemd. We verliezen het contact met die natuurlijke stroom en gaan leven vanuit gewoonte, angst of plicht. In ieder mens speelt zich dan een subtiel samenspel af – alsof er een innerlijk gezin in ons leeft.
Het innerlijke gezin
- Het authentieke kind – bron van speelsheid, nieuwsgierigheid en verbondenheid. Hier stroomt de wordingsdrang vrij.
- De strateeg – helpt het authentieke kind beschermen en helpt dromen te realiseren.
- De overlever – neemt de leiding wanneer onveiligheid overheerst en zet het authentieke kind opzij.
- De innerlijke volwassene – bewaakt de samenwerking en zorgt voor balans.
Wanneer dit innerlijke gezin in harmonie is, stroomt de wordingsdrang vrij.
Maar als de overlever de regie overneemt, raken we verstikt en verliezen we onze vitaliteit.
Van strateeg naar overlever
De strateeg en de overlever zijn twee gezichten van dezelfde kracht.
Met voldoende steun blijft de strateeg een bondgenoot: hij helpt het kind groeien.
Ontbreekt die steun, dan verandert de strateeg in een overlever – gericht op angst en controle.
Op korte termijn biedt dat bescherming, maar op de lange termijn leidt het tot stress, leegte en burn-out.
Zelfs jonge mensen raken hier tegenwoordig al door uitgeput.
Hersenen en samenleving
De Britse psychiater Iain McGilchrist laat zien hoe dit mechanisme ook in onze hersenen werkt:
- De linkerhersenhelft analyseert, meet en wil beheersen. Ze lijkt op de strateeg – en kan doorschieten in de overlever.
- De rechterhersenhelft ziet patronen, betekenis en samenhang. Ze weerspiegelt het authentieke kind en is verbonden met de wordingsdrang.
Volgens McGilchrist is onze cultuur sterk overgeheld naar de linkerhersenhelft. Alles moet meetbaar, maakbaar en efficiënt zijn.
Zo raken we als samenleving gevangen in de reflex van de overlever – het deel dat probeert te beheersen wat niet te beheersen valt.
Voorbeelden uit het dagelijks leven
- Opvoeding:
Een ouder die ruimte geeft voor spel, voedt de wordingsdrang.
Wie alleen prestaties verwacht, duwt het kind richting de overlever.
Een kind dat trots zijn tekening laat zien en hoort: “Je bent over de lijntjes gegaan”, voelt hoe de levensstroom stokt. - Onderwijs:
Kinderen leren van nature.
Maar een systeem dat draait om cijfers en toetsen blokkeert de vreugde van het leren. - Werk:
Medewerkers die hun talenten mogen ontwikkelen, bloeien op.
Wie voortdurend wordt afgerekend op targets, verliest motivatie. - Relaties:
Partners die elkaar ruimte geven, stimuleren elkaars groei.
Wie elkaar controleert, houdt elkaar klein.
Balans herstellen
De innerlijke volwassene maakt hierin het verschil.
Hij erkent de angst van de overlever, benut de kracht van de strateeg en beschermt het authentieke kind.
Zo krijgt de wordingsdrang weer ademruimte.
Dit vraagt dat we leren vertrouwen op de grotere stroom van het leven.
In boeddhistische zin: beseffen dat niets vaststaat – alles is voortdurend in wording.
Lijden ontstaat juist wanneer we krampachtig proberen vast te houden.
Slot
Afstemmen op de wordingsdrang van het universum betekent: het leven niet dichttimmeren, maar ruimte geven.
Niet langer genoegen nemen met overleven.
Maar de moed vinden om werkelijk te leven.
En dan merken we: zoals een grasspriet door asfalt breekt, zo breekt ook in ons steeds weer iets nieuws door.

Luuk Mur ( 1952) is psycholoog en heeft een drietal boeken geschreven over de door hemzelf ontwikkelde hulpverleningsmethode communitysupport. Hij is lid van de Dzogchen Community Nederland. Dzogchen is een vorm van Tibetaans boeddhisme waarbij veel belang wordt gehecht aan de ontwikkeling van individueel bewustzijn. Bij deze traditie streeft men naar non-dualiteit van het bewustzijn. Mensen zijn zich niet alleen bewust ( je weet dat je dit leest), maar je kunt je ook bewust zijn van dit eerste bewustzijn. Dit meta-bewustzijn wordt ‘gewaarzijn’ genoemd.
Siebe zegt
In hoeverre is wordingsdrang dan iets anders dan de drang tot bestaan (bhava tanha) die de Boeddha onderwees als de oorzaak van lijden?
In hoeverre is het wat anders dan begeerte? In hoeverre is het niet een ingebakken programma, een conditionering?
Is wordingsdrang niet het kamma wat we hebben verzameld? Oftewel de potentiële energie die we bij ons hebben en is verzameld doordat we altijd dit of dat gewild hebben i vele vorige levens? Maar keert die potentiële energie zich niet tegen ons?
Is de Dhamma niet juist gericht op het blussen van de wordingsdrang? Het nimmer eindigend worden. Het brengt dan weer de hemel, dan weer een hel, dan weer bestaan als mens etc? Dan weer een agressieve mindset, dan weer een verwonderde, dan weer een duistere, dan weer een opgewekte, dan weer een depressieve etc. Altijd maar onderhevig aan wording.
Tert afbakening van die wordingsdrang, stel, je zit op een kussen maar je wordt erg onrustig en wilt opstaan, is dat wordingsdrang?
Is de gewone gejaagdheid en rusteloos van een mens wordingsdrang en is dat dan gunstig of heilzaam?
Als een kunstenaar moet creëren omdat ie anders ziek wordt of depressief of ellendig er aan toe, een uit nood-zaak geboren creëren, is dat wordingsdrang en is dat iets gunstigs of heilzaam?
Is het niet juist de bedoeling van de Dhamma dat we “de grote stroom van het leven” begrijpen als iets wat enkel de werking is onwetendheid en begeerte en deze blinde stroom, dat worden, ook niet gelijkstellen aan het leven?