Soms raak je onverwacht in gesprek met iemand. Zomaar op straat. Voor een tuinhekje, op een bankje in het park, op een muurtje op het perron van een treinstation. Het kan overal gebeuren.
De man staat verscholen achter een flinke bos ‘onkruid’ zijn woeste tuin te besproeien. Zijn tuin valt op, doordat het de enige is – in een lange rij – die niet vol staat met de standaard hortensia’s, rozenstruiken, in allerlei vormen geknipte struiken en ander in stevig doorwiede tuingrond gecultiveerd gewas.
“Eindelijk een natuurlijke tuin,” roep ik hem toe, in het voorbijgaan.
“Dank,” reageert hij. “U bent de eerste die het waardeert. Mijn buren hebben alleen maar commentaar.”
“Mag u van hen niet sproeien?”
“Weet ik niet. Nee, daar hebben ze geen moeite mee, denk ik.”
“Waar hebben ze dan moeite mee?” wil ik weten.
De man loopt al sproeiend op mij af. Gelukkig houdt hij de waterstraal op het gewas gericht, zodat ik droog blijf. Met zijn linkerarm zwaait hij naar het groen in zijn tuin. “Ze vinden het allemaal onkruid!” zegt hij vermoeid. “Ze zien duidelijk niet wat ik zie.”
“Wat ziet u dan?”
“Géén onkruid. Onkruid bestaat uit plantjes die groeien waar je het niet wilt hebben. Ik wil dit juist wel in mijn tuin, en daarom is het géén onkruid. Het is puur natuur.”
Ik beaam dat. Onkruid bestaat vooral in de vermeende wijsheid van lieden die denken dat het tot een bol of spiraal knippen van een struik of zelfs boom natuurlijk is. In de hele straat waar ik doorheen loop, zie ik tuinen die allesbehalve natuurlijk zijn. Dit is in mijn ogen de enige natuurlijke tuin. Distels, klaver, klaprozen, korenbloemen, allerlei hoge en kortere grassoorten, mossen, en nog veel meer. En daarboven zie ik hommels, bijen, zweefvliegen, sluipwespen en libelles, want die laatsten houden wel van water en dát is er ook, in de vorm van een kleine, bijna dichtgegroeid vijver.
“Waarom sproeit u?”
“Ik heb gezaaid en zaadjes hebben vocht nodig,” verklaart de man. “Allemaal eenjarig spul. Voor volgend jaar. Ik zie wel wat er op komt en wat niet. Wat je hier nu ziet heb ik vorig jaar gezaaid, en er is ook een en ander gewoon aan komen waaien. Prachtig.”
“Dat zijn uw buren dus niet met u eens.”
De man zucht en schudt het hoofd. “Mijn buurman links heeft al aangeboden alles uit te roeien. Hij heeft een bosmaaier en wil kosteloos de boel omploegen met een klein trekkertje.”
“Zonde,” stel ik vast.
“Zeg dat. Doodzonde. Ik denk wel eens Wee Wee Jee Dee.”
Ik snap het niet. Dat merkt de man en hij licht toe: “What would Jezus Do”.
“Wat heeft Jee ermee te maken?”
“U gelooft niet?” vraagt de man. Hij wacht mijn antwoord niet af. “Hij zou volgens mij de natuur nooit als ongewenst te lijf gaan met bosmaaiers, landbouwgif of andere manieren van verdelgen. Als God gewild had dat struiken bolvormig zouden groeien, of spiraalvormig, had Hij dat wel zo geregeld. Volgens mij zag het paradijs er ook niet uit als een soort tuincentrum. Ik denk: laat groeien wat groeit en zie hoe mooi zelfs de kleinste bloemetjes zijn, bijvoorbeeld van bloeiend mos. Dat moet je niet tussen tegels of klinkers wegkrabben. Haal liever die stenen uit je tuin.”
“Mee eens,” beaam ik, “en om uw vraag terug te komen: ik geloof wel degelijk, maar denk dan Wee Wee Bee Dee.”
Dat snapt de man niet. Dus leg ik het maar uit: “What would Boeddha do.”
“Die heeft de wereld niet geschapen!”
“Wee Wee Es dan of Wee Wee Vee?”
“Shiva en Vishnu?”
Grote ogen.
De sproeier gaat uit. De tuinman kijkt mij ernstig aan. “U neemt mij niet serieus.”
Ik ontken dat. “Ik ben bloedserieus! Ik denk dat elke van de genoemden – te beginnen dus bij Jee…, eerder de natuur erkennen in wat zomaar woest door elkaar groeit en bloeit en tussen gloeiende tegels tegen de verdrukking in probeert tot bloei te komen, dan in schoongekrabde of onder zwarte- of rode mijnsteen dan wel zakken vol houtsnippers of boomschors volgeplempte vlakten waar elk teer sprietje dat de kop opsteekt wordt uitgerukt.”
Ik steek bij wijze van groet mijn hand op en vervolg mijn weg. De straat uit, langs aangeharkte, kaalgewiede, volgeplempte en onnatuurlijk aangelegde tuinen.
Geef een reactie