Koude douches
Na eerdere miskramen besluiten Menno en Tineke bij een eventuele – met moeite verkregen – nieuwe zwangerschap niemand in te lichten, tot absoluut duidelijk is dat er werkelijk iets te vieren zal zijn. Nu is Tineke bijna zes maanden heen, en alles ziet er goed uit. Ze vinden het een goed idee om de ouders van Menno met Oud en Nieuw – klokslag na twaalven – het heuglijke nieuws over te brengen. Met een glas bubbeltjesdrank in de hand staan ze bij de telefoon. Buiten beginnen de buren vuurwerk af te steken. Menno toetst het nummer van zijn ouders in. Zodra aan de andere kant de hoorn van de haak genomen is, roept hij enthousiast: “gefeliciteerd.” en zonder een reactie af te wachten vervolgt hij: “jullie worden opnieuw opa en oma… Tineke is in verwachting.”
Het blijft stil.
Menno neemt aan dat ze aan de andere kant van de lijn van vreugde even niets weten te zeggen. Daarom voegt hij er opgewonden aan toe: “dat wordt dus een gelukkig nieuwjaar. Van harte.”
Maar het blijft stil. Heel lang.
Menno hoort zijn moeder iets tegen haar man zeggen, maar verstaat niet wat. Het is hem nu duidelijk dat zij degene is die opgenomen heeft.
“O, nou … mooi dan,” hoort hij zijn moeder op vlakke toon zeggen, “dat wisten we al.” Ze verbreekt de verbinding.
Verbijstert kijkt Menno zijn vrouw aan. Ze wisten het al? Hoe dan? Van wie dan? Wanneer dan?
“Hoe reageerden ze?” wil Tineke weten. Ze voelt aan dat er iets raars is gebeurd.
“Hoe ze reageerden?” stelt Menno als wedervraag. Hij probeert te verwerken wat hem zojuist is overkomen.
Enkele weken later belt Menno opnieuw naar zijn ouders in Doetinchem. Ditmaal om aan te kondigen dat hij met zijn gezinnetje van plan is op bezoek te komen op vaders verjaardag. Dat is op zondag 24 maart, drie dagen na zijn eigen verjaardag. Tineke is hoogzwanger. De aankondiging verloopt echter anders dan verwacht. Het blijft weer stil. Daarna volgt de koude douche: “Jullie zijn niet welkom.” klinkt de stem van vader vlak aan de andere kant van de lijn. Menno is verbijsterd.
“Waarom niet?” vraagt hij maar hij krijgt geen antwoord. De verbinding is verbroken.
Tineke bevalt begin april in het nieuwe Academisch Ziekenhuis van Utrecht, in de Uithof. Een jongetje. Veel te klein en te licht voor negen maanden. Menno laat het zijn ouders weten. Geen reactie.
Het kindje ligt een paar dagen in de couveuse, maar mag al vlot met zijn ouders mee naar huis. Moeder geeft de kleine voor vertrek eerst nog wat borstvoeding in de couveusezaal wanneer opa Prins volkomen onverwacht binnenkomt stormen. Hij heeft het bordje ‘Geen toegang’ volkomen genegeerd. Tineke is overdonderd, herpakt zich en biedt opa de baby aan, zodat hij het vast kan houden. Hij weigert (!) draait zich om en beent de couveusekamer weer uit. Hij passeert Menno, en Margje Vermeulen, de goede kennis die zich als chauffeur heeft aangeboden om ouders en kind naar huis te brengen.
“Wat leuk dat u bent gekomen,” begint Menno. Hij kijkt zijn vader verwachtingsvol aan. “Wilt u mee naar ons huis, dan kunt …”
Opa mompelt wat, loopt door en verdwijnt zonder ook maar een keer om te zien uit zicht.
“Wat was dat nou?” vraagt Margje verbaasd.
“Geen idee…” antwoordt Menno verbijsterd. Tineke komt de couveusekamer uit. Ze gaan naar huis.
Oma is eind mei jarig. 66. Menno belt om te vragen wat de beste dag en tijd is om met de kleine langs te komen. Dan kunnen de grootouders hun nieuwe nakomeling voor het eerst bewonderen. Maar Menno en Tineke zijn met de kinderen wederom niet welkom. Menno herhaalt de werkelijk gebruikte woorden van oma niet tegen zijn vrouw.
Geef een reactie