In België hielp ik een illegaal in dat land verblijvend gezin uit een land met een zeer gewelddadig regime zover dat in mijn vermogen lag. De vader van de man was door het regime vermoord en ook familieleden en hijzelf en zijn gezin liepen gevaar.
Het gezin woonde op loopafstand van de Nederlandse grens zodat, als de Belgische vreemdelingendienst de woning binnenviel, ze naar een veilig land konden vluchten. Uiteindelijk heeft het gezin, met steun van onder andere Vlaamse politici, een verblijfsvergunning gekregen en is de grens gewoon een grens en geen rode lijn.
In de stad waarin de Kloosterbunker heb ik ook contact met illegaal -wat een rotwoord- hier verblijvende mensen. Ik breng ze naar artsen en hulpverleners, instanties en mensen die het niks uitmaakt of iemand hier illegaal is, illegaal aan de slag gaat en zodoende het tekort aan arbeidskrachten laat verminderen.
Ik ontvang ze ook thuis, dan doen we een bakkie en koken gezamenlijk lekkere maaltijden. Dat blijf ik doen maar heb mijn uiterlijk veranderd, in de auto speciale apparatuur gemonteerd die achtervolgende ambtenaren signaleert zodat ik niet de gevangenis indraai omdat ik illegale mensen help. Artikel 140 WvSr.
Je kunt ook beter niet meer de Belgisch-Nederlandse grens oversteken als je veiligheid en respect zoekt. Door de wetten van Faber.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!

Geef een reactie