Ja…maar….
(Utrecht) De mannenafdeling van KNO is zo’n kleine afdeling, dat je er in je eentje nachtdienst hebt. Op de vrouwenafdeling houdt ook iemand alleen de wacht, net als op de mannen en vrouwenafdelingen voor huidziekten een verdieping hoger. Omdat iedere wacht zo af en toe hulp nodig heeft, delen zij met elkaar een (leerling-)verpleegkundige die dan weer hier, dan weer daar is en overal hand– en spandiensten verricht, ‘de omloop’. En tenslotte is er nog een nachthoofd. Meestal is dat zuster Dremel, die goede maatjes is met zuster Harbers.
De eerste nacht maakt Menno kennis met Abdel, een Marokkaan van in de veertig. Hij is pas enkele maanden in Nederland als er keelkanker bij hem wordt ontdekt, en de artsen zullen de volgende dag zijn strottenhoofd verwijderen, waarna hij niet meer kan spreken.
“J’avais peur.” vertrouwt de gastarbeider Menno toe en dat is voor de broeder voldoende om te begrijpen dat Abdel bang is voor wat komen gaat. Menno zoekt naar een antwoord, maar weet niets anders te zeggen dan “Courage, mon ami, courage…”
“Oui, oui courage…” herhaalt Abdel en hij laat een brede grijns zien, waardoor Menno een gouden tand kan zien opflikkeren. Als Menno in de tweede nacht weer bij Abdel op de kamer komt, is de man er beroerd aan toe. Hij heeft tijdens de operatie veel bloed verloren, en krijgt daarom nu een bloedtransfusie. Menno weet inmiddels hoe je een infuus moet regelen en controleert of alles loopt zoals het moet lopen. Snel rekent hij uit wanneer de fles met bloed leeg zal zijn, en hij loopt naar de voorraadkast om alvast een fles fysiologisch zout te halen. Daarvoor moet hij over de vrouwenafdeling lopen. Zowel op de heen– als de terugweg komt hij daarbij langs de zusterpost, en hij groet de zuster die daar zit iedere keer met een gemoedelijk “hoi” en “goede wacht”. Als reactie steekt zij beide keren alleen haar hand op. Abdel slaapt als Menno de fles fysiologisch zout in de flessenhouder doet, de rubber dop jodeert en afdekt met een steriel gaasje dat hij met een pleister vastplakt. Ongeveer een uur later belt hij het nachthoofd, om haar te vragen het infuus te wisselen. Het laatste restje bloed druppelt uit de fles het infuussysteem in, en hij is nog niet bevoegd het systeem over te zetten op een nieuwe fles. Om die bevoegdheid te verkrijgen, moet hij de handelingen die nodig zijn eerst een aantal keren onder toezicht verrichten. Zover is hij nog niet. De theorie hebben de leerling–verpleegkundigen pas recent in een theorieblok aangereikt gekregen. Hij hoopt dat zuster Dremel hem gelegenheid zal geven om het nu voor het eerst te doen.
“Geen denken aan. Daar heb ik nu geen tijd voor,” bijt ze Menno toe. “Geef mij de fles maar aan voor het overzetten.”
Menno reikt haar de fles fysiologisch zout aan. Zuster Dremel neemt hem aan, kijkt op het etiket, en geeft de fles terug.
“Ik wil een fles Glucose,” bestelt ze. “Dat kan deze man wel gebruiken.”
In een flits schiet het Menno door het hoofd dat er iets niet klopt. “Ik heb geleerd dat je na een fles bloed altijd eerst een fles fysiologisch zout moet aanhangen om het systeem door te spoelen.”
Zuster Dremel kijkt hem aan alsof ze een ezel hoort zingen. “Zo… Ga jij mij nu de les leren?” Ze wijst naar Abdel. “Heb je gezien hoe mager hij is? De man is vel over been. Hij heeft energie nodig en in fysiologisch zout zit geen energie. Ik wil een fles glucose, en wel nu.”
“Ja, maar,” sputtert Menno tegen, maar krijgt onmiddellijk de kous op de kop.
“We doen hier niet aan tegenspreken.”
Met de fles fysiologisch zout in de hand rept Menno zich naar de voorraadkast, opnieuw langs de zusterpost op de vrouwenafdeling. ‘Hoi’… vinger omhoog… ‘hoi’… weer vinger omhoog. Hij reikt de fles glucose aan het nachthoofd die de fles zonder verder commentaar op het systeem aansluit, het systeem afregelt en vertrekt. Het is inmiddels half vier geworden. De nachtdienst verloopt verder zonder incidenten. Menno keert terug naar zijn appartement in de nieuwe personeelsflat van het S.A.Z.U. op de hoek van de Burgermeester ter Pelkwijklaan, waar hij enkele weken geleden naartoe is verhuisd.
Geef een reactie