Scooter bij Pool I. Ik zag een lange vrouw met zware motorrijders arriveren bij de Stadsschouwburg. Ze was blond. De leren jacks van de motorclub droegen insignes achterop. Ik besloot door te rijden.
Waren het Bandido’s?
Vandaag een panorama op Het Zusje. Een moeder en dochter zaten op het terras. Vanochtend een ontbijt bij Tikkie Anders. Toronto.
De broodvrouw was er, de politie niet. Bart bezocht me. We rookten hasj. Op de Uitmarkt, ik zat op het terras van de Klokkenluider, onderging ik drie personeelsleden.
Hun sieraden. Ze serveerden wijn en water.
Het verdwijnen van Venrayse vrouwen.
In de coffeeshops bestelden mijn vriendinnen weer minstens drie gram.
Een man geeft geen fooi. Hij laat het achter. Ik vond een halve opgerolde shoarmalekkernij, in aluminiumfolie. Op de binnenplaats van De Clockert speelden kinderen.
High van de kersentrappist en de hennep kwam ik thuis. Ik liet mijn muntgeld achter op het terras. De tosti. Of ik ketchup wou. Het muntgeld in haar bruinleren etui. Ze zag dat ik 1,5 joint rookte.
Ik zat aan de zonzijde van het terras. Rechts was het druk. De serveersters hadden alle ruimte voor me. Waarom ik van kruispunten hou.
Ook kleine meisjes passeerden, soms gebiedend. Toen ik afrekende, waren de moeder en dochter van het terras bij Het Zusje naar binnen gegaan.
Geef een reactie