Ik schreef al eerder over het stenen 150 jaar oude huisje van opoe Kee, in het echt Cornelia Sink uit Leerdam, de grootmoeder van mijn moeder Grietje. Ze trouwde met Teunis Timmers uit Kralingen, indertijd een zelfstandige gemeente bij Rotterdam. Ze woonden aan de ’s Gravenweg, in een klein huisje.
Toen mijn moeder nog leefde stond het huisje met de Kerst op een dressoir met schapen, een spiegel als ijs en watten als sneeuw. Als het donker werd brandde mijn moeder er een waxinelichtje in.
Na de dood van mijn moeder zette ik die traditie voort, zonder schapen, spiegel en watten, dat wel. Twee weken lang scheen het kaarslicht in december door de raampjes van het huisje, niet langer. Maar vorig en dit jaar is het anders. We zitten nu op eind februari en nog elke avond steek ik een acht uur brandend waxinelichtje aan. Waarom weet ik niet. Mogelijk om aan mijn voorouders herinnerd te worden? Ik voel me daar zeer mee verbonden. In tegenstelling tot veel mensen tegenwoordig die geen voorzaten lijken te hebben. Dat lijkt me zo eenzaam.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!

Geef een reactie