Altijd als Chef wakker wordt en in zijn mand nog even bij ligt te komen van weer een mooie nacht, denkt hij aan eten. Eten, voedsel. Nee, hij heeft ’s morgens geen honger, de lunch is er pas om een uur of twee. Je, het schijnt slecht te zijn om ’s morgens niet te eten, maar Chef doet dat al decennia niet en hij voelt zich er goed bij.
Dus Chef denkt aan eten. Niet aan een al bereide maaltijd, zuurkoolstamp, hachee, andijviestamp, kroten, bruine bonen uit de pan op het bord. Nee, Chef denkt aan de ingrediënten waar hij de maaltijd in de Kloosterbunker mee bereidt. In zijn hoofd draait een boodschappenlijstje. Zo heeft Chef altijd aardappelen, uien, sjalotten, augurken, eieren, meel, spaghetti en rijst in huis. En olie om te braden. Daar hoeft hij zich niet druk om te maken. Met die ingrediënten is een heerlijke maaltijd te maken.
Het gaat om de lege potjes en zakjes. Vanmorgen realiseerde Chef zich dat er geen laurierblad meer in de kast lag en moet hij controleren of er nog voldoende sambal is. Waar liggen de kruidnagels? Is er nog keukenstroop? Chef vinkt af. Met dat doornemen van het zelfbedachte lijstje in zijn mand, met net geopende ogen, anticipeert hij op de komende tijd, de weken en maanden die komen. In de herfst en winter zijn er andere lijstjes dan in het voorjaar en de zomer, dat is logisch. Lijstjes in het hoofd van Chef zijn positief, gericht op de toekomst.
Chef beseft: het is niet erg als er even geen kruidnagels zijn. Die lijstjes in zijn hoofd zijn meer een ordening in zijn denken, het gebeurt op een rustige, organische wijze. Dat het met eten maken te maken heeft komt mogelijk door het feit dat er ook een moment komt om aan het fornuis daadwerkelijk het gerecht te maken. Chef weet dan: als hij kastje zus en zo opent is het in orde, geen lege plekken en kan het bakken en braden beginnen. Chef stond vele jaren in de keuken, kan de heerlijkste gerechten maken. Nu doet hij het rustiger aan, maar die lijstjes trekken zich daar niks van aan. Ze weten niet dat Chef op de markt of in de winkel geen lijstjes gebruikt om boodschappen te doen. Door de ochtendtraining weet hij precies wat hij nodig heeft.
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen Chef corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen, het abonnement op te zeggen- wat niet kan. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren.