Chef ging vanmiddag op weg naar de broodjeszaak van Dennis om daar te lunchen. Omdat Dennis veel van Chef houdt en dat ook uit door enorme porties aan Chef voor te zetten terwijl Chef toch een kleine eter is maar dankbaar eet wat hem gegeven is, en Chef vorige week bijna explodeerde na een groot uitgevallen portie, bedacht Chef zich halverwege de rit naar het havengebied in Bunkerstad waar Dennis resideert en besloot bij Bram in een volksbuurt in Bunkerstad een patatje te halen. Verse patat van Bram stond er op de gevel. Bram is een begrip in Bunkerstad. Chef bestelde een middelgrote patat met pindasaus. En kreeg een portie a la Dennis. Allemachtig. Hij kon de bamirol erna bijna niet meer op.
In de betonnen snackbar stond een meisje te bakken. Ze nam keurig de bestelling van Chef op. Ze riep door een soort loket richting straat: Ik ben gisteren weer goed beetgenomen. Niemand antwoordde. En even later: Waarom staat er een file? En weer even later: Het valt me mee dat er nog niet getoeterd is, waarop het claxonneren begon. Chef vond het maar vreemd, dat geroep. Hij keek straatwaarts en zag op een bankje buiten een andere bediende van de snackbar zitten. Met een broodje worst met mayonaise in haar mond. Vandaar het eenrichtingverkeer.
Chef at gezeten op een bankje van de snackbar op straat zijn patatje op. Duiven scharrelden om hem heen, een duif had een krom voetje. Een kraai landde op een verkeerspaal en dreigde op Chef af te komen. Naast Chef zat een vrouw in een rolstoel met spierwitte sokjes aan. Zij gaf haar voortduwster een biljet van twintig om eten te kopen. Het was erg druk op straat. Veel mensen met een van origine andere afkomst passeerden Chef. Jong en oud, wit en veel gekleurd. Een echte volksbuurt. Chef is daar ooit geboren.
De kleuren veranderen maar het blijft zijn buurtje. Van jongs af aan groeide hij op met Chinezen, Turken, Grieken, Spanjaarden, Italianen, de havenstad als magneet. Zijn grootouders trokken vanuit Friesland naar de havenstad Rotterdam. De familie van vaders kant kwam uit Brandwijk. Allemaal brachten ze hun eigen gewoonten en taalgebruik mee. Zijn familie telt Joden, homo’s, christenen, rooms-katholieken, humanisten, ARP’ers en CHU’ers, socialisten en communisten. Blank en gekleurd. Arm en rijk. Een bont gekleurde groepering. Daarom genoot Chef op dat bankje bij Bram. Hij was er thuis.
margreet hirs zegt
Ik wil ook wel eens op dat bankje zitten.
Waar staat het precies?
Joop Ha Hoek zegt
Die bankjes staan overal waar mensen zijn.