In wat werkelijk lijkt, zie je wat werkelijk is. Of je ziet het niet. In beide gevallen zie je hetzelfde.
Wie zit en opstaat, die ziet het. Maar niet iedereen die zit en opstaat, ziet het. Iedereen staat na het zitten op.
Je kunt zitten en het zien maar je kunt ook niet zitten en het zien. Om te zien, is zitten niet nodig. Als je ziet, dan hoef je niet meer te zitten.
Vorm en leegte. Als je het ziet, dan zie je het overal. Als je het niet overal ziet, dan zie je de vorm en niet de leegte.
Tijd is vorm, de skandha’s aan het werk. Als je in wat werkelijk lijkt, ziet wat werkelijk is, dan verdampt de tijd. Dan verdampt de tekst. Geen discussie meer. De bodhisattva lacht je toe.
Geen boeddha in onze tijd, zingen de vogels de lucht in beweging.
Vormloos zelf voor iedereen. Handelen of niet handelen, terwijl je boven de tijd uitstijgt.
Dharmakara, bol van verdienste, stijgt op als een ballon en loopt leeg in de lucht.
Amida is vol van genade, vol van compassie, maar ook Amida verdampt als je ziet wat werkelijk is in wat werkelijk lijkt.
De myokonin werkt op het land, kijkt op en luistert diep.
Amida. Boeddha. Verdampt.