In het Boeddhistisch Dagblad worden regelmatig berichten van Wakker Dier en Varkens in Nood en andere organisaties geplaatst over de enorme nood in dierenland. Konijnen, varkens, kippen, koeien en paarden leven vaak een onleefbaar leven. Ze stikken bijna in de kwalijke damp van hun uitwerpselen, zien niet of nauwelijks daglicht, steeds meer koeien staan blijvend op stal. Zeugen liggen onder ijzeren kappen en kunnen zich niet bewegen. Kippen leven zes, zeven weken en gaan dan naar de slachterij. Ze leven op een paar vierkante decimeters.
Daarom plaatsen wij deze berichten, om de malafide handelwijze van deze fokkers aan te tonen. De goede niet te na gesproken. Maar zij zijn uitzonderingen. Er zijn zelfs prijzen voor de boer-met-een-modderpoel-voor-varkens. Zo gek kan het zijn.
Het valt mij op dat met deze veroorzakers van het kwaad, het aantoonbare dierenleed, verbaal heel voorzichtig wordt omgesprongen door de dierenwelzijnsorganisaties. Wakker Dier signaleert successen als supermarkten overstappen op een andere kip dan de plofkip. Er komen steeds meer zogenaamde sterrenkippen bij. De typering moet het dierenleed verbloemen, aan het zicht onttrekken. Maar de fokkers blijven toch op de achtergrond en kunnen gewoon doorgaan met hun vreselijke werkzaamheden. Dat doen ze vrijwillig, niemand dwingt ze om dieren zo te martelen.
Ik kom uit een agrarische familie, zeg maar de boeren. Met wortels in Friesland, de Veluwe en Terbregge. Mijn vader was de zoon van een boom-en bloemenkweker. Hij ging met respect met het plantgoed om. Er werd met respect voor de natuur geoogst en met respect voor het leven gegeten. Ons gezin leefde in die tijd van wat het land gaf en dat was niet vanzelfsprekend. Wij zagen van begin tot eind, van zaad tot boon hoe dat prachtige proces zich voltrok.
De boeren die kippen in volle stallen houden, ze levensvreugde onthouden en ze zien als een ding waarmee ze geld verdienen. De boeren die hun varkens in volle stallen houden, ze levensvreugde onthouden en ze zien als een ding waarmee ze geld verdienen. De boeren die kalkoenen, konijnen…
Ik vind ze in de letterlijke zin van het woord gewetenloos, gewetenloze schurken. Ze weten wat ze doen, ze zien het leed van al die dieren als ze door hun vaak enorme schuren lopen. Het is opzet en zou strafbaar moeten zijn. Hun vergunning om het boerenbedrijf uit te oefenen zou hen levenslang ontnomen moeten worden. Ze zouden veroordeeld moeten worden tot vijf jaar verblijf in een van daglicht gespeende ruimte. In hun eigen poep en pies. Shame on you!
G.J. Smeets zegt
Chef,
ik ben het hartgrondig met je eens. Schurken zijn ’t, die megafokkers. Je moet er m.i. 1 ding aan toevoegen: een staat die grootschalige schurkenstreken toestaat en faciliteert is een schurkenstaat.
Marja Timmer zegt
Helemaal mee eens. En goed dat er nu eens geen doekjes om gewonden worden. We staan te klappen in onze handen als een kip een paar cm meer ruimte krijgt, en noemen dat ‘beter leven’.
Wat mij betreft zijn niet alleen de boeren schurken, maar ook de mensen die dit vlees eten. Die houden deze dieren-shoah in stand.
Vanessa zegt
Dat ben ik met je eens, Marja. De vleesindustrie wordt gedreven door de prijs die consumenten over hebben voor hun dagelijkse lapje vlees. Die consumenten sluiten dus feitelijk hun ogen voor het leed van deze dieren.