Het is elk jaar weer hetzelfde liedje. De redactiechef zet zich achter de gele werktafel en pakt het bevlekte exemplaar, legt er de nieuwe agenda naast en begint data over te schrijven. Geboorte en dood, niet nagekomen afspraken en zo voort. Op een wit vel papier kalkt hij de spoedeisende zaken neer. Direct te doen, zet de redactiechef er boven. Af en toe zegt hij: ‘Goh, die had nog wel kunnen leven’. Of ‘wat heerlijk jong nog’ of ‘wat zou er van die sollicitatie terecht zijn gekomen? Hij lijkt verbaasd, maar hij was er toch zelf bij? Zo gaat het in het leven. Je verwonderen over dingen waar ze zelf bij betrokken bent. Blij of verdrietig zijn. Meeleven, niet meelijden, dan verzuip je.
Chef bewaart de agenda’s. Het exemplaar van 2015 is vanmiddag bijgezet in de rij van eerdere jaren. Het zijn er een stuk of twaalf. De meeste rood, 2015 was paars en nu heeft de chef een geel exemplaar aangeschaft. De kleurkeus is willekeurig, de chef kan het niet uitleggen. Ook niet waarom hij de agenda’s bewaart. Is het om zaken te kunnen bewijzen? Die dag was ik daar en daar. Of zich een keer per jaar te kunnen verbazen? Het zijn mooie, maar merkwaardige agenda’s voor reizigers: Moleskine. Een pagina per dag. Feestdagen worden niet vermeld, dat blijft gissen. Wanneer is het dit jaar Pasen, vroegen we de redactiechef. Weet ik veel, zei hij, hij deed niet eens de moeite om het in de agenda op te zoeken. Die dagen staan er toch niet in vermeld.
Die agenda’s passen wel bij hem. Niet-weten, alles en niet veel weten. Zelf ervaren. De agenda van het leven. Loslaten, opzoeken. Na een uur is chef klaar. Paars verdwijnt, om er nooit meer in te kijken.