De chef passeert in zijn auto de grens tussen België en Nederland. Hij is zich daar goed bewust van. Grenzen begrenzen. Hij is op weg naar de redactie in de Maasstad. Er is veel gebeurd, de laatste dag van het jaar. De Kloosterbunker is opgeheven, bleek een illusie. Op zich niet erg, het hele leven is een illusie. Maar een illusie in een illusie is wel erg veel. Het zogenoemde Droste-effect. Dus de chef is op weg naar de redactiezaal, ook goed. Zal hij de Kloosterbunker gaan missen? Een bunker die een klooster werd.
De chef is ietwat melancholisch en dat komt niet door de jaarwisseling. Er wisselt namelijk niks, was het maar waar. Alleen de cijfers wisselen: 2015 wordt 2016. Het getal 2015 is bij mekaar als som acht, 2016 is als som negen. Dat is winst. De chef weet niet waarom hij melancholisch is en besluit bij Roosendaal een andere route dan gewoonlijk te nemen. Niet via Breda maar via Willemstad. Het is de melancholische route. Met weilanden, dammen, water, een rivier, viaducten en tunnels, vogels en boeddhistische centra, verscholen in het land. Onderweg ziet de chef virtuele mijlpalen langs de weg, herinneringen aan lang geleden plaatsgevonden gebeurtenissen komen boven drijven. Mooie dingen, maar alles ging voorbij. Ook in de Maasstad- ‘mijn stad’, denkt de chef, slaat hij een andere richting dan normaal gegaan in. Over de Maasboulevard en de Boompjes. Hij geniet van het uitzicht op de rivier, het Noordereiland. De chef zet zich achter zijn werktafel en begint te tikken. Ook de tijd tikt- weg. Zelfs het nu.